COMMANDER
ONDERHOUDSSCHEMA'S
Periodiek onderhoud voor de HARDI COMMANDER
Na 10 uur of dagelijks (wat het eerst komt)
1. Zuigfilter reinigen
2. Zelfreinigend filter controleren en zo nodig het gaas
reinigen.
3. Lijnfilters (+ BK persfilter) reinigen
4. Spuitdopfilters reinigen
5. Spuitcircuit controleren op lekkage
6. Remluchttank, water aftappen
7. Remmen, controleer werking (hydraulische en pneuma-
tische remmen)
Na 50 uur of wekelijks (wat het eerst komt)
Alle bovengenoemde werkzaamheden +
1. Wielbouten en -moeren aandraaien
2. Bouten trekstang aandraaien
3. Pneumatische remmen, controleer circuit op lek-
kage
4. Expansievat, controleer luchtdruk (SELF TRACK)
5. Banden, controleer bandenspanning
6. Tussenas, controleer bescherming
7. Smeer volgens schema
Na 200 uren of maandelijks (wat het eerst komt)
Alle bovengenoemde werkzaamheden +
1. Wiellagers controleren en zo nodig bijstellen
2. Remmen, controleer afstelling
3. Handremkabels, controleer op slijtage/beschadiging
4. Luchtdrukremfilters reinigen
5. Hydraulische remmen controleren op lekkage
6. Spuitbomen nastellen
7. Hydraulisch circuit controleren op lekkage
8. Expansievat, controleer oliepeil (SELF TRACK)
9. Veiligheidsventiel, controleer afstelling
(MULTI TRACK)
10 Slangen en leidingen, controleer op beschadigingen
en juiste aankoppeling
Na 1000 uren of jaarlijks (wat het eerst komt)
Alle bovengenoemde werkzaamheden +
1. Wiellagers en remmen demonteren, controleren,
smeren en bijstellen *)
2. Tussenas, vervang lagers van bescherming
*) Als de remmen intensief gebruikt worden moet dit na
500 uren of twee maal per jaar gebeuren (wat het eerst
komt).
28
Onderhoud na 10 uur
1. Zuigfilter
Ga voor het onder-
houd van het zuigfilter
als volgt te werk:
1. Trek stalen klip A uit.
2. Neem zuigslangfit-
ting B uit het filter-
huis.
3. Filtergeleider met
filter C kunnen er
nu uit genomen
worden.
Weer in elkaar zetten:
4. Druk de geleider
op het uiteinde van
het filter.
5. Zet het filter in het
filterhuis met de
geleider naar
boven.
6. Controleer of
O-ring D van de
slangfitting nog
goed is en nog goed ingevet is.
7. Monteer zuigslang B en stalen klip A weer.
2. Zelfreinigend filter
1. Draai moer A los en maak het fil-
er open.
2. Controleer filtergaas B en maak
zo nodig schoon
3. Vet O-ring C in
4. Monteer het filter weer.
3. Lijnfilter en
BK persfilter
(indien gemonteerd)
Als de spuitboom voorzien is van lijnfil-
ters, schroef dan de filterpot los om het
filter de controleren en te reinigen.
Er zijn andere filters leverbaar. Zie
onder "Technische specificaties -
Filters en doppen".
D
B
C
A