COMMANDER
Om kantelen te voorkomen moeten de volgende regels
aangehouden worden:
• Vermijd korte, krappe bochten
• Minder snelheid voordat u een bocht in gaat of gaat
keren, en rijd met constante lage snelheid in bochten.
• Vermijd te grote snelheidsverminderingen, rem nooit
hard en stop niet plotseling in een bocht, of wanneer u
keert op een helling met de veldspuit in de stand voor
veldwerk.
• Wees voorzichtig bij het keren op oneffen terrein
• Stel de spoorbreedte zo breed mogelijk in
• Het is voor een goede stabiliteit essentieel dat de
hydraulische demping goed werkt
• Houd de stabilisatiekettingen van de hefarmen van de
tractor strak
• Om de veiligheid te waarborgen gelden de volgende
beperkingen voor TRACKERS (met uitgeklapte spuit-
bomen):
Snelheid tijdens keren,
Helling van het terrein bij keren,
Spoorbreedte,
N.B.! HARDI
aanvaardt geen
verantwoordelijk-
heid voor even-
tuele schade
veroorzaakt door
het omkantelen
van de spuit-
machine.
10
max. 4 km/u
max. 8º
min. 1800 mm
STEERING DRAWBAR
De STEERING DRAWBAR trekstang met knikbesturing
wordt met de hand bediend via de tractorhydrauliek (LHY,
MHY spuitbomen) of de DAH (LHZ, OLH spuitbomen).
De schakelaar op de DAH bedieningskast wordt opzij
geduwd om de trekstang mee te laten sturen.
Dit wordt gebruikt bij het keren of om bij te sturen bij
het rijden op hellingen.
SELF TRACK
De SELF TRACK staat altijd in de stand voor het veldwerk.
De SELF TRACK trekstang stuurt altijd mee als de tractor
draait en volgt de achterwielen van de tractor. De SELF
TRACK trekstang heeft hydraulische demping voor stabiel
volgen.
WAARSCHUWING! Rijd op de openbare weg
altijd uiterst voorzichtig met de SELF TRACK en
let goed op het gedrag van de spuitmachine.
Minder snelheid voordat u een bocht ingaat om te voorko-
men dat het voertuig omkantelt.