5
Markeer optie.
Zo kiest u de grootte van de scherpstelzone met de FUNC. knop en de secundaire
instelschijf:
1
Selecteer Scherpstelzones voor persoonlijke
instelling f4 (FUNC. knop;
2
Houd de knop FUNC. ingedrukt en draai aan de
secundaire instelschijf. Brede scherpstelzones
zijn in gebruik wanneer WIDE in het LCD-ven-
ster verschijnt.
Scherpstelvergrendeling
U kunt de scherpstelvergrendeling gebruiken om de compositie te wijzigen na-
dat u hebt scherpgesteld. Op deze manier kunt u scherpstellen op een onder-
werp dat zich in de uiteindelijke compositie niet in het scherpstelveld bevindt.
U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken als het autofocussysteem niet
kan scherpstellen (
Bij enkelvoudige AF wordt de scherpstelling automatisch vergrendeld wanneer
het signaal voor correctie scherpstelling (●) in de zoeker verschijnt. Bij Conti-
nue AF moet de scherpstelling handmatig worden vergrendeld met de AE-L/AF-L
knop. Zo gebruikt u de scherpstelvergrendeling:
1
Plaats het onderwerp in het geselecteerde
scherpstelgebied en druk de ontspanknop half
in om de scherpstelling te activeren.
56
170).
59).
6
Maak selectie.