2.3 Draai aan de selectieknop scherpstelstand
totdat hij vastklikt op S (enkelvoudige AF). Bij
deze instelling stelt de camera automatisch
scherp wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Er kan alleen een foto worden ge-
maakt als de camera heeft scherpgesteld.
2.4 Zet de keuzeknop voor het lichtmeetsysteem
op
(matrixmeting). Matrixmeting gebruikt
informatie van alle delen van het beeld om
de belichting te bepalen en zorgt zo voor
optimale resultaten voor het gehele beeld. Er
verschijnt een
3
Bepaal de beeldcompositie
3.1 Houd de camera vast als aangegeven.
Vasthouden van de camera
Houd de handgreep in uw rechterhand en onder-
steun de camera of het objectief met uw linker-
hand. Houd voor ondersteuning uw ellebogen
tegen uw lichaam gedrukt en plaats een voet een
halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel
te houden.
3.2 Bepaal via de zoeker de beeldcompositie,
waarbij het hoofdonderwerp zich in het
centrale scherpstelveld bevindt.
pictogram in de zoeker.
Scherp-
stelveld
19