Persoonlijke instelling C: Geheugenbank persoonlijke inst.
Persoonlijke instellingen worden opgeslagen in een van
de vier banken. Wijzigingen in de instellingen in de ene
bank zijn niet van invloed op de andere banken. Als u een
bepaalde combinatie van veelgebruikte instellingen wilt
opslaan, selecteert u een van de vier banken en brengt
u de gewenste instellingen aan. De nieuwe instellingen
worden opgeslagen in de bank en blijven behouden, ook al zet u de camera uit.
De instellingen worden toegepast als u de bank selecteert. U kunt verschillende
combinaties van instellingen opslaan in de andere banken, zodat u direct tussen
combinaties kunt schakelen door de juiste bank te selecteren in het bankmenu.
De standaardnamen voor de vier banken van het opnamemenu zijn A, B, C en D.
Met de optie Hernoemen kunt u een bijschrift toevoegen, zoals beschreven in
'Het opnamemenu: Geh.bank opnamemenu' (
Geheugenbank persoonlijke instellingen
Als de instellingen in de huidige bank niet op hun standaard waarden
staan, dan toont het LCD-venster achterop de camera CUSTOM met
de letter van de bank. Er staat een asterisk bij de gewijzigde instellin-
gen in het tweede niveau van het menu Persoonlijke instellingen.
146
125).