Persoonlijke instelling d1: Signaal
Regelt de toonhoogte van de pieptoon die wordt weergegeven
wanneer de zelfontspanner aftelt of wanneer de camera scherp-
stelt bij enkelvoudige servo-AF terwijl Scherpstelling (de stan-
daardinstelling) is geselecteerd voor persoonlijke instelling a2
(AF-S prioriteit). Kies Hoog (de standaardoptie), Laag of Uit.
Er verschijnt een
pictogram in het LCD-venster wan-
neer Hoog of Laag is geselecteerd.
Persoonlijke instelling d2: Weergave van raster in zoeker
Selecteer Aan om de rasterlijnen in de zoeker oproepbaar
te maken (
6). De standaardoptie is Uit.
Persoonlijke instelling d3: Weergave waarschuwing in zoeker
Selecteer Aan (de standaardoptie) om een waarschuwing in de
zoeker weer te geven wanneer de batterij bijna leeg is, er geen ge-
heugenkaart in de camera is geplaatst of u in zwart-wit fotografeert.
Er verschijnt geen waarschuwing wanneer Uit is geselecteerd; con-
troleer voor de opnamen de aanduidingen in het LCD-venster.
Persoonlijke instelling d4: Opnamesnelheid in de stand CL
Deze optie bepaalt de snelheid waarmee foto's kunnen wor-
den gemaakt in de stand C
(continu, lage snelheid) (tijdens
L
intervalfotografi e bepaalt deze instelling ook de opname-
snelheid voor de enkelvoudige opnamestand en bij opge-
klapte spiegel). U kunt een snelheid instellen tussen 1 en 4
beelden per seconde (bps). De standaardwaarde is 3 bps. De
opnamesnelheid kan bij langere sluitertijden afnemen.
Persoonlijke instelling d5: Spiegel voorontspanningsstand
Selecteer Aan om het ontspannen van de sluiter te vertragen tot
ongeveer 0,4 sec. nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt. Hier-
door kunt u cameratrilling voorkomen in situaties waarbij de ge-
ringste beweging van de camera kan leiden tot onscherpe foto's
(bijvoorbeeld bij microscoopfotografi e). De standaardoptie is Uit.
158