Persoonlijke instelling f4: Toewijzing functie aan FUNC. knop
Met deze optie bepaalt u de functie van de FUNC. knop.
Optie
FV-vergrendeling
(standaard)
FV-vergr./
Objectief
1 Stop sl.tijd/diafr.
Zelfde als
AE-L/AF-L
Flitser uit
Bracketing-serie
Matrixmeting
Centrumgericht Indrukken van de FUNC. knop activeert centrumgerichte meting.
Spotmeting
Scherpstelzones
Persoonlijke instelling f5: De werking van de instelschijven aanpassen
Deze optie regelt de werking van de hoofdinstelschijf en
secundaire instelschijf.
170
Als de ingebouwde fl itser of een optionele CVS-compatibele Speedlight
wordt gebruikt, wordt de fl itswaarde vergrendeld als u op de knop FUNC.
drukt. Druk nogmaals om de fl itswaardevergrendeling te annuleren.
Als hierboven, behalve dat wanneer de ingebouwde fl itser is inge-
klapt of er geen CVS-compatibele fl itser is bevestigd, u de FUNC.
knop en de instelschijven kunt gebruiken om de brandpuntsafstand
en het diafragma van niet-CPU-objectieven in te stellen (
Wanneer u op de FUNC. knop drukt terwijl u aan de instelschijven
draait, worden de sluitertijd (belichtingsstand S en M) en het dia-
fragma (belichtingsstand A en M) gewijzigd in stappen van 1 LW.
FUNC. knop heeft dezelfde functies als AE-L/AF-L knop.
De fl itser wordt niet geactiveerd als u foto's maakt met de FUNC.
knop ingedrukt.
Als u de FUNC. knop ingedrukt houdt, worden alle opnamen met het
belichtings- of fl itsbracketingprogramma gemaakt telkens wanneer u de
ontspanknop indrukt. In de standen continu (hoge snelheid) en continu
(lage snelheid) herhaalt de camera de bracketingreeks zolang u de ont-
spanknop ingedrukt houdt. Indien u witbalansbracketing hebt geselec-
teerd, maakt de camera foto's op maximaal 5 beelden per seconde (en-
kelbeeld of continu hoge snelheid) of 1–4 beelden per seconde (continu
lage snelheid) en wordt voor elk beeld witbalansbracketing uitgevoerd.
Indrukken van de FUNC. knop activeert matrixmeting.
Indrukken van de FUNC. knop activeert spotmeting.
Druk op de FUNC. knop en draai aan een van de instelschijven om
te wisselen tussen normale en brede scherpstelzones (
Beschrijving
93).
56).