8 Bedieningspaneel P
De opgeslagen testprotocollen die beschikbaar zijn voor
selectie, worden weergegeven. Er zijn vijf vaste protocollen
(protocollen 1 tot en met 5, (zie hoofdstuk 13.5 'Proto-
collen voor inspanningstests' op pagina 87)), terwijl
de protocollen 6 tot en met 15 door de gebruiker kunnen
worden geconfigureerd.
Het protocolmenu geeft een overzicht van de testfases.
Voorbeeld: 50 W / 2 min / 25 W
betekent: Basislast van 50 W
Stadiumtijd van 2 min
Laststadium van 25 W
Gebruik de zachte toetsen aan de rechter- en linkerkant (↑ ↓)
om de selectiebalk op een van de protocollen te zetten en
bevestig de selectie met Keuze.
De inspanningstest wordt gestart met de toets Start, een
bloeddrukmeting in rust kan voorafgaan aan de test
(afhankelijk van het geselecteerde inspanningstestprotocol).
Als de basislast op het display verschijnt (ongeveer na
15 seconden of na beëindiging van de bloeddrukmeting) en
de toerentalindicator (RPM) voor de patiënt knippert, moet
de patiënt beginnen met trappen.
Het interne protocol bestuurt nu de gehele inspanningstest
– het display geeft altijd de actuele waarden aan.
De huidige belasting kan met de toetsen + 5 W en – 5 W op
elk moment worden gewijzigd (in stappen van +/– 1 W tot
+/– 25 W, zoals geconfigureerd is).
Opmerking
Tijdens een inspanningstest kan de zadelhoogte
worden aangepast.
38
Programma`s
1. WHO
2. BAL
3. Hollmann
4. STD. France
5. Standard
Keuze
Figuur 8 – 9: Selecteren van een inspanningstestprotocol
0
- -
Watt
min
/
---
---
mmHg
Start
Figuur 8 – 10: Begindisplay tijdens inspanningstest
120
15
Watt
min
138/96
mmHg
+ 5 W
Herstel
Figuur 8 – 11: Display tijdens de inspanningstest
0
/ min
0
♥ / min
76
/ min
122
♥ / min
– 5 W
ergoselect 4 / 5