5.2.7 Controleren van de manchetslang
Controleer dat de manchetslang tijdens het fietsen niet
tegen de knie van de patiënt tikt en dat de hand van de
patiënt op het stuur rust.
Zet de manchetslang met het bijgeleverde klittenband aan
het stuur vast.
Instrueer de patiënt zich tijdens een bloeddrukmeting zo
min mogelijk te bewegen en in het bijzonder overmatig
aanspannen van de bovenarmspieren te vermijden.
Waarschuwing
Gevaar voor de patiënt
• Zorg ervoor dat de manchet tijdens de inspan-
ningstest niet verschuift. Een knik in de slang
kan perfusie belemmeren wat ernstig letsel bij de
patiënt kan veroorzaken.
• Als de druk in de manchet per ongeluk te hoog wordt, moet
de manchet direct van de arm worden afgehaald of moet de
manchetslang worden losgekoppeld bij de aansluiting.
Dezelfde maatregelen worden ook aanbevolen als de man-
chet niet goed leegloopt.
5.3 SpO2
5.3.1 Contra-indicaties
Vanwege de niet-invasieve aard van pulsoxymetrie zijn er
geen contra-indicaties voor het gebruik van deze manier
van meten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen mee-
tresultaten van pulsoximetrie echter beperkte waarde heb-
ben. Als bijvoorbeeld de pulserende bloedflow ontbreekt,
werkt de methode niet. Dit is het geval in de volgende
situaties:
• aritmieën (hartritmestoornissen)
• hypothermie (lage lichaamstemperatuur)
• hypovolemie (verlaagd bloedvolume)
• hypotensie (lage bloeddruk)
• vasoconstrictie bij shock
ergoselect 4 / 5
5 Toegepaste onderdelen
Figuur 5 – 8: Afstand tussen de knie en de slang
23