5 Toegepaste onderdelen
5.1 ECG
5.1.1 Contra-indicaties
• De algemene, absolute contra-indicaties voor cardiale
inspanningstests (conform de ergometrierichtlijnen,
DGSP (Duitse vereniging van sportartsen)) zijn van
toepassing.
– Acuut myocardinfarct
– Instabiele angina
– Cardiale aritmie die symptomen en/of hemodyna-
mische instabiliteit veroorzaakt
– Symptomatische, ernstige aortastenose
– Gedecompenseerd hartfalen
– Acute longembolie
– Acute myocarditis
– Acute pericarditis
– Acute aortadissectie
• Patiënten die niet gemobiliseerd kunnen worden van-
wege fysieke, psychologische of mentale aandoeningen,
en om die reden niet in staat zijn om revalidatiemidde-
len te gebruiken.
5.1.3 Veiligheidsinformatie
Waarschuwing
Geen monitoringapparaat
Er bestaat een risico dat levensgevaarlijke patiën-
tomstandigheden ongemerkt optreden.
Het ECG-systeem is niet geschikt voor elektro-
cardiografische monitoring van patiënten op de
afdeling Intensieve zorg.
Geen pacemakerdetectie
Er bestaat een risico op inadequate therapie en/of een te grote
inspanning.
De ECG-module kan tijdens een hartstilstand of in aanwe-
zigheid van sommige vormen van aritmie niet de hartslag,
maar het ritme van de pacemaker blijven tellen. Vertrouw niet
volledig op alarmen van deze meters.
De ECG-module heeft geen mogelijkheid om pacemakerpulsen
te negeren.
Zorg ervoor dat pacemakerpatiënten nauwlettend gecontro-
leerd worden. De primaire gebruiker moet het actuele inspan-
ningsniveau regelmatig controleren door onafhankelijke,
subjectieve parameters (bv. de RPE-waarde) te raadplegen.
Geen defibrillatiebescherming
De ECG-module is geen toegepaste onderdeel met defibrillatie-
bescherming. Voordat er een defibrillatiepuls wordt afgegeven,
moeten de ECG-leads van de patiënt worden verwijderd om dat
NIET uitgesloten kan worden dat ze de defibrillatie-energie naar
de ECG-module leiden.
ergoselect 4 / 5
5 Toegepaste onderdelen
5.1.2 Beoogd doeleind
De ECG-module is een apparaat voor het opnemen van een
eenkanaals-, bipolair oppervlakte-ECG (frontaal vlak) dat
verkregen is met drie ECG-elektrodes. Het wordt gebruikt
voor het voortdurend monitoren van de hartslag en het
hartritme, en om de trainingsbelasting voor patiënten
onder controle te houden tijdens revalidatie- of preven-
tieve trainingsprogramma's.
Het signaal wordt verkregen op de intacte huid van pati-
enten.
Het medische apparaat is bedoeld voor gebruik in professi-
onele zorginstellingen voor de behandeling van klinische en
poliklinische patiënten.
Geleidend materiaal
Door contact met geleidend materiaal kunnen elektrische
schokken of storingen van het ECG-systeem optreden.
Tijdens het aanbrengen of tijdens het verwijderen van het
systeem op de patiënt mogen geleidende onderdelen van het
ECG-systeem niet in aanraking komen met andere geleidende
onderdelen, waaronder aarde.
Houd u aan de volgorde van de stappen voor het aanbrengen
en verwijderen van het ECG-systeem zoals beschreven staat in
deze gebruiksaanwijzing.
Visuele inspectie voorafgaand aan gebruik
Voer voorafgaand aan elk gebruik een visuele inspectie uit van
het ECG-systeem op tekenen van schade. Als u schade aantreft
zodat de veiligheid van patiënt en gebruiker niet meer gewaar-
borgd is, mag het ECG-systeem pas weer in gebruik genomen
worden als het gerepareerd is. Volg de instructies voor visuele
inspectie die in deze gebruiksaanwijzing staan vermeld.
17