6 Gebruik
6 Gebruik
De ergometer is verkrijgbaar met verschillende bedienings
panelen die in enige mate afwijken voor wat betreft hun
functionaliteit.
In de volgende paragrafen worden de bediening en confi
guratie van het apparaat beschreven.
6.1 Toerentalweergave
Op het bedieningspaneel worden de toerentalweergave en
drie ledlampjes weergegeven die de patiënt laten zien of
deze te snel, te langzaam of met de juiste snelheid trapt.
Deze weergave bevindt zich aan de bovenkant van de P
en Tversies van het bedieningspaneel en aan de zijkant bij
bedieningspaneel M.
Het bereik voor de betreffende toerentallen zijn afhankelijk
van de geselecteerde belasting (zie hoofdstuk 13 'Techni
sche specificaties' op pagina 84).
Opmerking
Als de snelheid tijdens een inspanningstest onder
de 30 toeren per minuut daalt, begint de belastings-
weergave op het display te knipperen en wordt de
belasting teruggebracht naar nul.
6.2 Aanpassen van de stuurpositie
Om de hoek van het stuur aan te passen, maakt u de klem
los door deze omhoog te trekken.
Kies een stuurhoek waarmee de patiënt rechtop en ont
spannen kan zitten. Als u klaar bent, drukt u de klem
omlaag om het stuur vast te zetten.
Controleer de klem als volgt voordat de patiënt op het
stuur gaat leunen:
Gevaar
Controleer of het stuur goed vast zit als de
ergometer stevig staat, door te proberen het stuur
omlaag te duwen. Pas de vergrendeling van de
klem zo nodig aan.
Het stuur is niet bedoeld om het volledige lichaamsgewicht te
ondersteunen! Valrisico!
30
1
2
3
Figuur 6 – 1: Toerentalweergave
1
snelheid laag (= de patiënt moet sneller trappen)
2
snelheid juist
3
snelheid hoog (= de patiënt moet langzamer trappen)
1
1
Figuur 6 – 2: Aanpassen van de stuurpositie
1
Klemhendel
1
ergoselect 4 / 5