ONDERHOUDSPARAMETERS
Para-
Functie
meter
S7.6 WARMTEPOMP -
MIN.
BUITENTEMPER-
ATUUR VOOR
EENWAARDIGE
WERKINGSMODUS
S7.7 WARMTEPOMP -
VERTRAGING VAN
DE HERHAALDE
INSCHAKELING
S7.11 Y2 – KUEZE
WERKWIJZE
Handleiding onderhoud instellingen
Omschrijving
Instelling van minimum
buitentemperatuur voor
systeem met warmtepomp
en andere warmtebron,
waarboven enkel de werk-
ing van de warmtepomp
toegelaten is.
Met deze instelling kunnen
we de vertragingstijd be-
palen waarna de warmte-
pomp opnieuw kan worden
ingeschakeld. De vertraging
start wanneer de warmte-
pomp is uitgeschakeld en
loopt tot de vertraging is
verstreken; de herhaalde
inschakeling van de ketel
wordt uitgeschakeld.
Met deze de instelling
kiezen we de werkwijze van
de analoge uitgang Y2.
1- 0-10V TEMP. BRON
De stuurspanning Y2 betek-
ent de gewenste temper-
atuur van de warmtebron.
Directe invloed op de
berekening hebben nog de
instellingen van de parame-
ters S7.12, S7.13, S7.14, S7.15
in S7.16.
2- 0-10V TEMP. T.Č.
warmtepomp
De stuurspanning Y2 betek-
ent de gewenste temper-
atuur van de warmtepomp.
Directe invloed op de
berekening hebben nog de
instellingen van de parame-
ters S7.12, S7.13, S7.14, S7.15
en S7.16 en de parameters
voor de warmtepomp.
Instelmogelijkheden
-30 ÷ 20 °C
0 ÷ 30 min
1- 0-10V TEMP. BRON
2- 0-10V TEMP. W.P.
warmtepomp
3- 0-10V BRONVER-
MOGEN
4- 0-10V VERMOGEN
WARMTEPOMP
NL
Waarde
7
0
1
69