NL
BESCHRIJVING BASISWERKING
MINIMUM R6 POMPSNELHEID NIVEAU INSTELLEN
Bij het opstarten van het systeem moet het minimale toerentalniveau worden bepaald,
waarbij de R6-circulatiepomp het minimale debiet mogelijk maakt. Gebruik eerst de
schakelaar om het hoogste of ten minste het bedrijfsvermogen van de mediumpomp in
te stellen. Selecteer nu de handmatige bedieningsmodus in de controller en controleer
bij welk pomptoerental de pomp nog steeds de stroom in het systeem kan leveren.
Het minimale pompniveau wordt opgeslagen met parameter S6.11.
ZONNE-OPVANGPOMP - IMPULSIEVE MODUS
De impulsieve modus van de zonnecollectorpomp wordt ingesteld met parameter
S6.8 =1. Als de collectortemperatuur hoger is dan de minimale collectortemperatuur,
wordt de pomp elke 15 minuten gedurende 10 seconden geactiveerd. Op deze manier
wordt een realistische collectortemperatuur verkregen. Deze instelling wordt gebruikt
als de collectorsensor niet rechtstreeks in het collectorlichaam is gemonteerd.
Handleiding onderhoud instellingen
87