NL
BESCHRIJVING BASISWERKING
Overschakeling van boiler voor vloeibare (A) naar vaste (B) brandstof of warmteac-
cumulator
Wanneer de temperatuur van warmtebron B de overgangstemperatuur PT (punt1)
overschreden wordt, wordt warmtebron A uitgeschakeld.
Overgangstemperatuur PT is de hoogste temperatuur van onderstaande temperaturen:
- minimumtemperatuur van warmtebron B, verhoogd voor 10°C.
- hoogst berekende standbuistemperatuur voor het mengcircuit 1 of 2 (bovenste grens
van deze temperatuur is 5 ° C lager dan de temperatuur die ingesteld is met parameter
S5.12).
- gemeten warmwatertemperatuur, verhoogd voor 10°C (bovenste limiet van deze
temperatuur is ingesteld met parameter S4.8).
Wanneer de temperatuur van warmtebron B de temperatuur van warmtebron A
nadert, wordt de schakelkraan op warmtebron B (punt 2) geplaatst.
Overgang van boiler voor vaste brandstof of warmteaccumulator (B) naar boiler voor
vloeibare brandstof (A)
Als de temperatuur van warmtebron B onder de overgangstemperatuur PT (punt 3)
valt en de vraag voor verwarming kan niet meer beantwoord worden, start het aftellen
om warmtebron A op te starten. Een groter verschil tussen de gewenste temperatuur
en de werkelijke temperatuur van warmtebron B resulteert in een vroegere activering
van warmtebron A. Een kleiner verschil tussen de gewenste temperatuur en de tem-
peratuur van warmtebron B resulteert in een latere activering van warmtebron A.
Na het aftellen, wordt warmtebron A opnieuw ingeschakeld (punt 4).
Wanneer de temperatuur van warmtebron A de temperatuur van warmtebron B
overschrijdt met 6°C, wordt de schakelkraan op warmtebron A geplaatst (punt 5).
WERKING VAN SCHAKELKRAAN MET TWEE
WARMTEBRONNEN
Voor bediening van de schakelkraan gebruikt u een 2-punts aandrijving met veerbedi-
ende teruggang of een klassieke 2-punt aandrijving met gefaseerde terugslagfunctie.
De punt op hydraulische schema's geeft aan dat de stroming van de afsluitklep open is
wanneer de aandrijving in basispositie staat. Het is aangewezen deze afsluitklep aan te
sluiten op de boiler voor vaste brandstof of warmteaccumulator of op de toevoerbuis
of boiler voor vloeibare brandstof door schema 421.
Met de instelling van parameter S5.16=1 kan de output R8 omgekeerd werken.
De instelling voorzien verdere opties van de aansluiting van de schakelkraan, zoals
getoond op onderstaande figuren.
84
Handleiding onderhoud instellingen