NL
ONDERHOUDSINSTELLINGEN VOOR DE
WARMTEPOMP
Para-
Functie
meter
WARMTEPOMP-
S7.1
WERKINGSMO-
DUS
S7.2 WARMTEPOMP
- MAX.
TOEVOER WA-
TERTEMPER-
ATUUR
S7.3 WARMTEPOMP
- HYSTERESEW-
ERKING
S7.4 WARMTEPOMP
- MIN.
BUITENTEMPER-
ATUUR
VOOR WERK-
ING WARMTE-
POMP
S7.5 WARMTEPOMP
- BUITENTEM-
PERATUUR
VOOR TWEE-
WAARDIGE
WERKINGSMO-
DUS
68
ONDERHOUDSPARAMETERS
Omschrijving
Met deze instelling wordt bepaald
of de warmtepomp wordt gestuurd
door continue inschakeling of d.m.v.
weersinvloeden.
Hier wordt de maximale bedrijf-
stemperatuur van de warmtepomp
ingesteld bij een weersgestuurde
aansturing.
Hier wordt de Hysterese van de
warmtepompfunctie ingesteld.
Hier wordt de buitentemperatuur
ingesteld waarbij de werking van
de pomp onvoorwaardelijk wordt
uitgeschakeld.
Instelling van buitentemperatuur
voor tweewaardige werkingsmo-
dus van warmtepomp en andere
warmtebron. Onder de ingestelde
temperatuur maakt de regelaar
meteen een omschakeling tussen
de warmtebronnen wanneer de
warmtepomp niet de gevraagde
temperatuur kan leveren. Boven de
ingestelde temperatuur maakt de
regelaar de omschakeling tussen
warmtebronnen wegens een tem-
peratuurtekort, i.e. met vertraging.
Dit principe van omschakeling
tussen warmtebronnen levert max-
imale doeltreffendheid en optimaal
gebruik van de warmtepomp, zelfs
wanneer het enkel niet aan de volle-
dige warmtebehoefte kan voldoen.
Instelmogelijkheden Waarde
1- ON/OFF
2- WEERS-
GESTUURD
40 ÷ 70 °C
2 ÷ 10 °C
-30 ÷ 20 °C
-30 ÷ 20 °C
Handleiding onderhoud instellingen
2
50
3
-10
-3