NL
INSTALLATIE REGELAAR
De controller moet buiten in een droge ruimte worden geïnstalleerd. Vermijd onmid-
dellijke nabijheid van bronnen van sterke elektromagnetische velden. De controller kan
rechtstreeks op een muur of op een installatielat worden geïnstalleerd.
MUURINSTALLATIE
De W.. -controller wordt meestal in de stookruimte geïnstalleerd.
De installatie op een muur wordt als volgt uitgevoerd:
1. Boor op de plaats van installatie 2 gaten met een diameter van 6 mm en een diepte
van ongeveer 35 mm. De middelpunten van de gaten moeten verticaal 120 mm van el-
kaar verwijderd zijn. Plaats muurinzetstukken in de gaten. Draai de schroef in het bov-
enste muurinzetstuk zodat de schroefkop ongeveer 4 mm van de muur verwijderd is.
2. Hang de controller aan de bovenste schroef.
3. Plaats de onderste schroef en draai deze vast.
Installatie handleiding
91