NL
MANUELE BEDIENINGSMODUS
Deze bedieningsmodus wordt gebruikt voor het testen van het verwarmingscircuit of
bij een defect. Elke bedieningsoutput kan manueel in- of uitgeschakeld worden of op
automatische werking ingesteld worden.
* Het aantal uitgangen is afhankelijk van het type controller.
SELECTIE VERWARMINGS- EN KOELMODUS:
VERWARMING
KOELING
Koelingbediening gebeurt via de thermostaat volgens de gewenste
kamertemperatuur, met een constante voorstroomtemperatuur.
De temperatuur wordt ingesteld met parameters S2.12 en S3.12.
Voor de koelfunctie moet een kamersensor of een kamerunit aangesloten
worden en het systeem voor koel watertoevoer moet zijn ingeschakeld.
Wanneer u tussen verwarming en koeling schakelt, moet u de gewenste
dag- en nachttemperatuur wijzigen.
UITSTOOTANALYSE:
Deze bedieningsmodus is bedoeld voor de meting van uitstoot. De regelaar activeert
brander en houdt de boilertemperatuur tussen 60°C en 70°C door adequate activatie
van branderlading (verwarmingscircuits, warmwater) en op die manier werkt de boiler
zonder dat de brander uitgeschakeld wordt.
De functie stopt automatisch na 20 minuten of het kan eerder uitgeschakeld worden
door het pictogram opnieuw de selecteren.
28
KEUZE BEDIENINGSMODUS
Navigeer tussen individuele outputs R1 tot R8 * met
knoppen
op
te drukken. Waarde AAN, UIT of AUTO
beginnen te knipperen. U kunt nu de status van de
uitgang wijzigen met knoppen
Bevestig de instelling door op
Verlaat de instelling door op
en
. Selecteer de output door
te drukken.
te drukken.
Gebruikershandleiding
en
.