Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello INSIEME EVO COND 25 B/130 LN Gebruikershandleiding pagina 60

Inhoudsopgave

Advertenties

INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
STORING IN DE VOEDINGSFREQUENTIE
De controledoos detecteert automatisch de waarde van de fre-
quentie van de hoofdzakelijke voeding in het interval van 50 ÷
60 Hz, in beide gevallen worden de werktijden gecontroleerd.
De storing wordt aangegeven door het knipperen van de LED (zie
paragraaf "Storingsdiagnose - blokkades" op pag. 58).
− Is de storing reeds aanwezig voordat er om warmte wordt
gevraagd, dan start de brander niet en wordt de storing
gemeld.
− Wanneer de storing wordt waargenomen tijdens de
voorventilatie blijft de brander ventileren en wordt de
storing gemeld.
− De storing wordt niet waargenomen tijdens de normale
werking, de brander blijft in deze status staan.
− De brander start weer nadat de storing is verdwenen.
STORING INTERNE SPANNING
De controledoos detecteert automatisch als de interne spanning
correct is. De storing wordt aangegeven door het knipperen van
de LED (zie paragraaf "Storingsdiagnose - blokkades" op pag.
58).
− Wanneer de storing wordt geconstateerd tijdens de initi-
alisatie start de brander niet.
− Wanneer de storing wordt geconstateerd na een blokka-
de start de brander niet.
− Wanneer de storing wordt geconstateerd na een uitscha-
keltest start de brander niet.
− De storing wordt niet waargenomen tijdens de normale
werking, de brander blijft in deze status staan.
− De brander start weer nadat de storing is verdwenen.
CONTROLE VENTILATORMOTOR
De controledoos detecteert automatisch de aanwezigheid van
de motor van de ventilator, en indien deze is losgekoppeld zal
deze een vergrendeling uitvoeren.
De storing wordt aangegeven door het knipperen van de LED (zie
paragraaf "Storingsdiagnose - blokkades" op pag. 58).
CONTROLE VAN HET ELEKTRONISCHE BEDIENINGSCIRCUIT VAN DE
GASKLEP
De controledoos detecteert de aanwezigheid van storingen aan
de gasklep, de storing wordt aangeduid door het knipperen van
de led. (zie paragraaf "Storingsdiagnose - blokkades" op pag.
58):
− Als de storing wordt gedetecteerd tijdens de initialisatie,
wordt de brander vergrendeld.
− Als de storing wordt gedetecteerd tijdens de voorventila-
tie, wordt de brander vergrendeld.
− Tijdens een hercyclus, als de storing wordt gedetecteerd,
wordt de brander niet gestart en wordt deze vergrendeld.
− De storing wordt niet waargenomen tijdens de normale
werking, de brander blijft in deze status staan.
De storing wordt niet gedetecteerd als de brander is vergren-
deld.
CONTROLE EEprom
De controle-apparatuur neemt automatisch een fout waar in
het Eeprom-geheugen van de microcontroller en voert blokka-
de uit.
De storing wordt aangegeven door het knipperen van de LED (zie
paragraaf "Storingsdiagnose - blokkades" op pag. 58).
AUTOMATISCH DEACTIVEREN VAN DE VOORVERWARMING
De voorverwarmfunctie kan tijdens automatisch bedrijf gede-
activeerd worden met een druk op de deblokkeerknop van het
toestel of met de remote deblokkering.
De voorverwarming blijft gedeactiveerd totdat:
− er een blokkade optreedt;
− er zich een onderbreking in de spanning van de hoofd-
voeding voordoet;
− er gestopt wordt vanwege intermitterende werking.
Sequentie voor deactiveren van voor-
verwarming
Deactivering van de voorverwarming al-
leen toelaten wanneer er geen blokkade
of storing is
Deactivering van de voorverwarming
toestaan met de deblokkeerknop of
remote deblokkering.
De brander voeden en tegelijkertijd de
deblokkeerknop of de remote deblokke-
ring 3 seconden indrukken.
De deblokkeerknop of de remote de-
blokkering binnen 3 seconden loslaten.
De brander start de deactivering van het
voorverwarmen alleen wanneer de de-
blokkeerknop of de remote deblokkering
binnen 3 seconden wordt losgelaten.
De functie van uitschakeling van de automatische voorverwar-
ming gaat niet verloren als de functie uitschakeltest geactiveerd
wordt of de thermostaat vraag warmte geopend wordt.
NAVENTILATIE
Naventilatie is de functie waarmee luchtventilatie aanhoudt na
uitschakeling van de brander, wanneer er gedurende een vast-
gestelde tijd niet om warmte wordt gevraagd.
De vlam van de brander dooft wanneer de warmtethermostaat
opent en de brandstoftoevoer naar de kleppen stopt.
Naventilatie vindt niet plaats:
− na een blokkade;
− wanneer de vraag om warmte wordt onderbroken tij-
dens voorventilatie.
Naventilatie vindt plaats:
− wanneer de vraag om warmte wordt onderbroken tij-
dens de veiligheidstijd;
− wanneer de vraag om warmte wordt onderbroken tij-
dens de normale werking.
OPMERKING
Wanneer er tijdens de naventilatie vreemd licht of een schijn-
vlam wordt gedetecteerd blokkeert de brander na 25 seconden.
Wanneer er tijdens de naventilatie weer om warmte wordt ge-
vraagd stopt de naventilatietijd, wordt de ventilatormotor uitge-
schakeld en start er een nieuwe bedrijfscyclus van de brander.
MENU PROGRAMMMERING
Algemeen
Het menu van de programmering kan bereikt worden via de
ontgrendelingsknop tijdens de WERKING en in STAND-BY.
Als de ontgrendelingsknop niet binnen 10 seconden wordt inge-
drukt, wordt de pagina automatisch verlaten en zal een groene
led knipperen voor de ingestelde waarde.
Indien het aantal drukken op de ontgrendelingsknop het toe-
gestane maximum aantal overschrijdt, blijft de maximumwaar-
de in het geheugen bewaard.
Indien de ontgrendelingsknop langer dan 60 seconden wordt
ingedrukt, wordt een fout van de knop weergegeven en wordt
de controledoos weer gestart.
60
Kleur van led-
lampje in de knop
-
-
ROOD
OFF
-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Insieme evo cond 35 b/130 ln2014598020145981

Inhoudsopgave