Inhoudsopgave
Advertenties
2.9
Brandstofaansluitingen
Met de thermische eenheid INSIEME EVO COND B/130 LN worden
twee flexibele leidingen voor stookolie van de brander mee-
geleverd die door de installateur moeten worden aangesloten.
De aansluiting op de aanzuiging van de stookoliepomp moet
rechtstreeks op het filter (1) (accessoire) worden gemaakt, de te-
rugloopleiding op de verbinding (2).
Controleer of de uitgevoerde aansluitingen goed afgedicht zijn.
2
A
Beschrijving
INSIEME EVO COND B/130 LN
Aansluitingen
2x3/8" M
A
B
Wanneer de installatie onderdruk heeft moet de retourleiding
op dezelfde hoogte arriveren als de aanzuigleiding. Op die ma-
nier wordt de voetklep overbodig, die onmisbaar is wanneer de
retourleiding zich op een hoger gelegen punt bevindt dan de
brandstof.
1
Ø
46
mm
910
mm
9
De installateur moet ervoor zorgen dat de onderdruk van
de voeding nooit meer bedraagt dan 0,4 bar (30 cm Hg). Bij
hogere waarden komt er gas vrij uit de brandstof. Het is van
groot belang dat de leidingen optimaal zijn afgedicht.
9
Het wordt geadviseerd om regelmatig het brandstofreser-
voir schoon te laten maken.
9
Het brandstoftoevoersysteem moet toereikend zijn voor het
debiet van de brander en moet zijn uitgerust met alle vei-
ligheids- en bedieningsapparatuur die vereist is volgens de
huidige normen. Zie de tabel op pag."22 23" van paragraaf
"Inschakelen pomp" voor de dimensionering.
9
Er moet een filter geïnstalleerd worden op de toevoerlei-
ding van de brandstof.
9
Zorg ervoor, alvorens de thermische eenheid te starten, dat
de terugloopleiding niet verstopt is. Overmatige tegendruk
zou ervoor zorgen dat de afdichting van de pomp breekt.
9
Bij verrichte installatie dient men te controleren dat de uit-
gevoerde verbindingen lekdicht zijn.
Stookoliepomp
9
Zorg ervoor, alvorens de brander te starten, dat de terug-
loopleiding naar de tank niet verstopt is. Een eventuele
verstopping zou de afdichting op de pompas kunnen be-
schadigen.
De pomp is ontworpen voor tweepijpswerking. Voor eenpijps-
werking is het noodzakelijk om de terugloopdop (2) los te draai-
en, de bypass-schroef te verwijderen (3) en de dop (2) weer vast
te draaien.
9
De aanzuigdop (1) is gemaakt van plastic. Eenmaal verwij-
derd, mag deze niet opnieuw worden gebruikt. In de instal-
laties met één pijp moet de dop op de terugloop (2) abso-
luut van staal zijn.
8
1
1
Aanzuiging
2
Retour
3
Bypass-schroef
4
Aansluiting manometer
5
Drukregelaar
21
INSTALLATIE
7
5
6
4
3
2
6
Aansluiting vacuüm-
meter
7
Magneetklep
8
Aanvullende drukaan-
sluiting
Advertenties
Inhoudsopgave
