INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD
− Controleer de volledige uitschakeling van de thermische
eenheid, door de hoofdschakelaar van het apparaat en
de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" te plaat-
sen.
Als aan alle voorwaarden is voldaan, start u de thermische een-
heid opnieuw en voert u de analyse van de verbrandingspro-
ducten uit door de testmodus te activeren (Par. 200 = 1).
Tijdens de testmodus (rookverdrijver) werkt het apparaat gedu-
rende 15 minuten op maximaal vermogen, waarna de functie
automatisch wordt gedeactiveerd.
Het wordt aanbevolen om bij gebruik van deze functie een
kraan met sanitair warm water open te draaien om overtollige
warmte af te voeren.
Na analyse van de verbrandingsproducten deactiveert u de
functie (Par. 200 = 0).
L
(*) Het bemonsteringsgat voor de analyse van de rook moet
worden gemaakt op het rechte gedeelte van het rookkanaal,
op voldoende afstand van bochten of ellebogen. Raadpleeg
de geldende voorschriften voor de afmetingen van het gat en
de juiste positie L op het rookkanaal (minimale of maximale
afstand vanaf de uitlaat van het apparaat).
9
Na voltooiing van de rookanalyse de opening weer afslui-
ten.
3.3.1
REGELING POMPDRUK
Bedien de stelschroef (1) tot de in de tabel vermelde drukwaarde
bereikt is.
Regeling pompdruk
≥5°
(*) Brander met verwarmer stookolie
REGELING LUCHTAFSLUITER
De luchtafsluiter kan geregeld worden zonder de afdekking van
de brander te verwijderen.
− Bedien de schroef (1) met een zeskantsleutel tot de
gewenste regelwaarde overeenkomt met die van de
schaalverdeling (2)
Regeling luchtaf-
sluiter
(*) Brander met verwarmer stookolie
54
Controle en regeling brander
1
INSIEME EVO COND
25 B/130 LN (*)
12,0 bar
INSIEME EVO COND
25 B/130 LN (*)
4,0
3
2
4
5
1
6
0
35 B/130 LN (*)
13,0 bar
2
1
35 B/130 LN (*)
4,35