Fig. Peil controleren - differentieelhuis
1. Niveau/opvulplug
1
Fig. Peil controleren -
planeetoverbrenging
1. Niveau/opvulplug
2012-06-12
Onderhoud - 250u
Differentieel van de achteras - Oliepeil
controleren
1
Droog af en verwijder de niveauplug (1) en controleer
of het oliepeil tot de onderzijde van de plugopening
komt. Vul bij laag niveau olie bij tot het juiste niveau.
Gebruik transmissieolie, zie
smeermiddelenspecificatie.
Reinig de plug en zet deze terug op zijn plaats.
Planeetoverbrengingen van de achteras -
Oliepeil controleren
Plaats de wals zodanig dat de plug in de
planeetoverbrenging (1) zich in de stand "9 uur"
bevindt.
Droog af en verwijder de niveauplug (1) en controleer
of het oliepeil tot de onderzijde van de plugopening
komt. Vul bij laag niveau olie bij tot het juiste niveau.
Gebruik transmissieolie. Zie
smeermiddelenspecificatie.
Reinig de plug en zet deze terug op zijn plaats.
Controleer het vloeistofpeil bij de andere
planeetoverbrenging van de achteras op dezelfde
wijze.
ICA152-4NL3.pdf
Parkeer de wals op een vlak oppervlak.
Parkeer de wals op een vlak oppervlak.
Tijdens het controleren en instellen moet de
Tijdens het controleren en instellen moet de
motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem
motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem
aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait.
Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait.
Parkeer de wals op een gelijkmatig oppervlak.
Parkeer de wals op een gelijkmatig oppervlak.
Blokkeer de wielen stevig.
Blokkeer de wielen stevig.
Onderhoud - 250u
87