GeenNaam
GeenNaam
15
15
Benzinemeter
Benzinemeter
16
16
Voorverwarmingslamp
Voorverwarmingslamp
17
17
18
18
Foutendindicatorlamp, geen
Foutendindicatorlamp, geen
ernstige fout
ernstige fout
19
19
Diagnostiek "AAN"
Diagnostiek "AAN"
20
20
Door foutencodes bladeren
Door foutencodes bladeren
21
21
Snelheidsmeter (Accessoire).
Snelheidsmeter (Accessoire).
22
22
Foutendindicatorlamp, ernstige fout
Foutendindicatorlamp, ernstige fout
23
23
Toerentalregelaar voor dieselmotor
Toerentalregelaar voor dieselmotor
24
24
Amplitudeschakelaar.
Amplitudeschakelaar.
25
25
CMV-schakelaar (Accessoire).
CMV-schakelaar (Accessoire).
26
26
Werkurenteller
Werkurenteller
27
27
Remwaarschuwingslampje
Remwaarschuwingslampje
28
28
Waarschuwingslampje, oliedruk
Waarschuwingslampje, oliedruk
29
29
Waarschuwingslampje filter
Waarschuwingslampje filter
hydraulische olie
hydraulische olie
30
30
Waarschuwingslampje, luchtfilter
Waarschuwingslampje, luchtfilter
31
31
Waarschuwingslampje, accu laden
Waarschuwingslampje, accu laden
32
32
Waarschuwingslampje,
Waarschuwingslampje,
temperatuur hydraulische olie
temperatuur hydraulische olie
32
Symbool
Symbool
Functie
Functie
Geeft het peil aan in de brandstoftank.
Geeft het peil aan in de brandstoftank.
Brand terwijl de dieselmotor wordt voorverwarmd en de
Brand terwijl de dieselmotor wordt voorverwarmd en de
schakelaar in stand I staat.
schakelaar in stand I staat.
Reserve
Reserve
Geeft het bestaan van een fout aan en toont de
Geeft het bestaan van een fout aan en toont de
foutcode, samen met knop 19. Zie foutcodes onder flap
foutcode, samen met knop 19. Zie foutcodes onder flap
X in machinemap.
X in machinemap.
Controleer de foutcode samen met lamp 18 en 20.
Controleer de foutcode samen met lamp 18 en 20.
Naar rechts draaien (+): Vooruit bladeren.
Naar rechts draaien (+): Vooruit bladeren.
Naar links draaien (-): Achteruit bladeren.
Naar links draaien (-): Achteruit bladeren.
De buitenste schaal geeft de snelheid in km/u aan.
De buitenste schaal geeft de snelheid in km/u aan.
De binnenste schaal geeft de snelheid in mpu aan.
De binnenste schaal geeft de snelheid in mpu aan.
Schakel de motor uit.
Schakel de motor uit.
900 = Stationair toerental
900 = Stationair toerental
1.500 = Toerental voor laden/lossen
1.500 = Toerental voor laden/lossen
2.200 = Werk- en transporttoerental
2.200 = Werk- en transporttoerental
In de linkerpositie krijgt men een lage amplitude.
In de linkerpositie krijgt men een lage amplitude.
In de positie 0 is het trillingsysteem volledig
In de positie 0 is het trillingsysteem volledig
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
In de rechterpositie krijgt men een hoge amplitude.
In de rechterpositie krijgt men een hoge amplitude.
Modus 150 geeft waarden op de buitenste schaal.
Modus 150 geeft waarden op de buitenste schaal.
Modus 50 geeft waarden op de binnenste schaal.
Modus 50 geeft waarden op de binnenste schaal.
De looptijd van de dieselmotor wordt in uren aangeven.
De looptijd van de dieselmotor wordt in uren aangeven.
Het lampje brandt wanneer de parkeer- of de
Het lampje brandt wanneer de parkeer- of de
reserveremhendel losgelaten is en de remmen
reserveremhendel losgelaten is en de remmen
ingeschakeld zijn.
ingeschakeld zijn.
Als het lampje brandt is de oliedruk te laag.
Als het lampje brandt is de oliedruk te laag.
Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op.
Schakel onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op.
Als het lampje brandt wanneer de dieselmotor op volle
Als het lampje brandt wanneer de dieselmotor op volle
snelheid draait, moet het filter van de hydraulische olie
snelheid draait, moet het filter van de hydraulische olie
vervangen worden.
vervangen worden.
Als het lampje brandt wanneer de dieselmotor op volle
Als het lampje brandt wanneer de dieselmotor op volle
snelheid draait, moet het luchtfilter gereinigd of
snelheid draait, moet het luchtfilter gereinigd of
vervangen worden.
vervangen worden.
Als het lampje brandt terwijl de motor draait, laadt de
Als het lampje brandt terwijl de motor draait, laadt de
wisselstroomdynamo niet.
wisselstroomdynamo niet.
Schakel de motor uit en spoor het defect op.
Schakel de motor uit en spoor het defect op.
Als het lampje brandt, is de hydraulische olie te heet.
Als het lampje brandt, is de hydraulische olie te heet.
Houd de wals stil. Koel de vloeistof af door de motor stil
Houd de wals stil. Koel de vloeistof af door de motor stil
te laten staan en spoor het defect op.
te laten staan en spoor het defect op.
ICA152-4NL3.pdf
Machinebeschrijving
2012-06-12