Inhoudsopgave
Advertenties
Fig. Bedieningspaneel
1. Noodrem
2. Vooruit-/achteruithendel
Fig. Instrumentenpaneel
1. Parkeerremknop
2. Vooruit-/achteruithendel
2012-06-12
Remmen - Controleren
De noodrem controleren
2
Rijd de wals langzaam vooruit. Houd het stuurwiel
stevig vast en zet u schrap voor een plotselinge
stilstand.
1
Druk de noodrem (1) in. De wals stopt abrupt en de
motor schakelt uit.
Zet na het controleren van de noodrem de
vooruit-/achteruithendel (2) in de neutrale stand.
Trek de noodrem (1) uit. Start de motor.
De wals is nu gereed voor gebruik.
De parkeerrem controleren
2
Rijd de wals langzaam vooruit. Houd het stuurwiel
stevig vast en zet u schrap voor een plotselinge
1
stilstand.
Activeer de parkeerremknop (1). De wals moet nu
direct stoppen en de motor blijft draaien.
Zet na het controleren van de parkeerrem de
vooruit-/achteruithendel (2) in de neutrale stand.
Zet de parkeerremknop (1) terug.
De wals is nu gereed voor gebruik.
Zie ook het gedeelte Bediening in de handleiding.
ICA152-4NL3.pdf
Controleer de remmen door het volgende uit te
Controleer de remmen door het volgende uit te
voeren:
voeren:
Onderhoud - 10h
79
Advertenties
Inhoudsopgave
