10
28
27
31
1
Fig. Instrumentenpaneel
1. Startschakelaar
10. Voltmeter (optioneel)
15. Brandstofpeilmeter
16. Voorverwarmingslampje
26. Urenteller
27. Remlampje
28. Oliedruklampje
31. Laadlampje
Fig. Bedieningspaneel
42. Parkeerremknop
2012-06-12
15
16
26
42
ICA152-4NL3.pdf
Instrumenten en lampen - Controleren
Zet de schakelaar (1) in de middelste positie. Alle
waarschuwingslampjes gaan ongeveer 5 seconden
branden en de zoemer klinkt.
Controleer op dit moment of alle
waarschuwingslampjes werken.
Controleer of de voltmeter (10) ten minste 12 volt
aangeeft en dat de brandstofpeilmeter (15) een
waarde aangeeft.
Controleer of de waarschuwingslampjes voor het
laden (31), de oliedruk (28) en de parkeerrem (27)
branden.
De urenteller (26) registreert en toont het aantal uren
dat de dieselmotor heeft gedraaid.
Het voorverwarmingslampje (16) moet gaan branden.
Parkeerrem - Controleren
Zorg ervoor dat de parkeerremknop (42) in de
Zorg ervoor dat de parkeerremknop (42) in de
geactiveerde stand staat. Indien de wals op een
geactiveerde stand staat. Indien de wals op een
hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet
hellende ondergrond staat en de parkeerrem niet
ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen
ingeschakeld is, kan de wals beginnen te rollen
wanneer de dieselmotor wordt ingeschakeld.
wanneer de dieselmotor wordt ingeschakeld.
Bediening
43