Inhoud Inleiding............................ 1 De machine ....................1 Bedoeld gebruik ..................1 Waarschuwingssymbolen ................1 Veiligheidsinformatie ................... 1 Algemeen ....................2 CE-markering en Verklaring van conformiteit ..........3 Veiligheid - algemene instructies ..................... 5 Veiligheid - bij bediening ......................7 Rijden langs randen ..................7 Hellingen .....................
Pagina 4
Werkcapaciteit................... 18 Algemeen ....................19 Aanhaalkoppel ..................20 ROPS - bouten..................21 Hydraulisch systeem ................. 21 Automatic Climate Control (ACC) (optioneel) ........... 21 Machinebeschrijving ......................23 Identificatie ......................23 Productidentificatienummer op het frame ..........23 Machineplaat..................... 23 Toelichting bij serienummer 17PIN ............24 Motorplaatjes.....................
Pagina 5
Bediening ..........................41 Voor het starten ....................... 41 Hoofdschakelaar - Inschakelen..............41 Chauffeursstoel - bijstellen................ 41 Bedieningseenheid - instelling ..............42 Chauffeursstoel in cabine - Aanpassen ............ 42 Instrumenten en lampen - Controleren ............. 43 Parkeerrem - Controleren ................. 43 Interlock.....................
Pagina 6
Luchtreiniger, uitlaatpijp ................53 Brandstoftank .................... 53 Hydraulische tank..................53 Stuurcylinder, scharnieren, etc..............54 Motorruimte, zeil..................54 Banden (alle weersomstandigheden)............54 Diversen..........................55 Heffen ........................55 De stuurverbinding vergrendelen .............. 55 De wals heffen ..................55 De stuurverbinding ontgrendelen .............. 56 Slepen/bergen ......................
Pagina 7
Om de 10 werkuren (dagelijks) ..............70 Om de EERSTE 50 werkuren ..............70 Om de 50 werkuren (wekelijks)..............71 Om de 250 werkuren (maandelijks) ............71 Om de 500 werkuren (Om de drie maanden) ........... 72 Om de 1 000 werkuren (om de zes maanden).......... 72 Om de 2 000 werkuren (Jaarlijks) .............
Inleiding Inleiding De machine De CA152 is een van de lichte grondverdichtingswalsen van Dynapac. De wals is verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen: STD, D (gladde wals) en P, PD (padfoot). Bedoeld gebruik De versies P en PD zijn in de eerste plaats bedoeld voor samenhangende materialen en verweerd steenmateriaal.
Inleiding De veiligheidshandleiding van de machine moet De veiligheidshandleiding van de machine moet worden gelezen door iedereen die de wals worden gelezen door iedereen die de wals bedient. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. bedient. Volg altijd de veiligheidsvoorschriften. Verwijder de handleiding nooit van de machine. Verwijder de handleiding nooit van de machine.
Inleiding CE-markering en Verklaring van conformiteit (Van toepassing op machines die in de EU/EEG worden verkocht) Deze machine is voorzien van een CE-markering. Dat betekent dat de machine bij levering voldoet aan de basisrichtlijnen op het gebied van gezondheid en veiligheid die onder machinerichtlijn 2006/42/EC van toepassing zijn op deze machine, alsmede aan andere richtlijnen die op deze machine van toepassing zijn.
Veiligheid - algemene instructies Veiligheid - algemene instructies (Raadpleeg ook het Veiligheidshandboek) De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte De chauffeur moet goed op de hoogte zijn van de inhoud van het gedeelte BEDIENING voor de wals wordt gestart.
Pagina 16
17. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de wals aan. Dit kan de veiligheid in gevaar brengen. Wijzigingen mogen alleen worden aangebracht na in gevaar brengen. Wijzigingen mogen alleen worden aangebracht na schriftelijke goedkeuring van Dynapac. schriftelijke goedkeuring van Dynapac. 18. Gebruik de wals niet voordat de hydraulische olie zijn normale 18.
Veiligheid - bij bediening Veiligheid - bij bediening Rijden langs randen Controleer wanneer u dicht bij kanten rijdt, dat tenminste 2/3 van de wals zich op een ondergrond met voldoende draagvermogen bevindt. Onthoud dat het zwaartepunt van de macine naar Onthoud dat het zwaartepunt van de macine naar buiten beweegt bij het sturen.
Pagina 18
Veiligheid - bij bediening ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Veiligheid (Optioneel) Veiligheid (Optioneel) Airconditioning Het systeem dat in deze handleiding wordt beschreven is van het type ACC (Automatic Climate Control) Het systeem bevat giftig koelmiddel onder druk. Het systeem bevat giftig koelmiddel onder druk. Het is verboden koelmiddel in de atmosfeer los Het is verboden koelmiddel in de atmosfeer los te laten.
Veiligheid (Optioneel) Egaliseerblad Tijdens het werken moet de chauffeur zich Tijdens het werken moet de chauffeur zich ervan vergewissen dat er zich niemand anders ervan vergewissen dat er zich niemand anders in het werkgebied bevindt. in het werkgebied bevindt. Zorg er altijd voor dat het egaliseerblad Zorg er altijd voor dat het egaliseerblad vergrendeld is met de splitpen (1) wanneer men vergrendeld is met de splitpen (1) wanneer men...
Speciale instructies Speciale instructies Standaardoliën en andere aanbevolen oliën en vloeistoffen Voordat de systemen en componenten de fabriek verlaten, worden ze gevuld met oliën en vloeistoffen die worden gespecificeerd in de oliespecificaties. Deze zijn geschikt voor omgevingstemperaturen van -15°C tot +40°C (5°F - 104°F). Voor biologische hydraulische olie geldt een Voor biologische hydraulische olie geldt een maximum temperatuur van +35°C (95°F).
Speciale instructies Hogedrukreiniging mag niet worden toegepast op Hogedrukreiniging mag niet worden toegepast op het instrumentenpaneel. het instrumentenpaneel. Reinigingsmiddelen die elektrische onderdelen Reinigingsmiddelen die elektrische onderdelen kunnen beschadigen of die geleidend werken kunnen beschadigen of die geleidend werken mogen niet worden gebruikt. mogen niet worden gebruikt.
Speciale instructies Wanneer u accu's monteert, moet u altijd eerst Wanneer u accu's monteert, moet u altijd eerst de positieve kabel aansluiten. de positieve kabel aansluiten. Verwerk gebruikte accu's op milieuvriendelijke Verwerk gebruikte accu's op milieuvriendelijke wijze. Accu's bevatten giftig lood. wijze.
Pagina 24
Speciale instructies ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Technische specificaties Technische specificaties Trillingen - chauffeursplaats (ISO 2631) De trilniveau's worden gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die De trilniveau's worden gemeten in overeenstemming met de operationele cyclus die wordt beschreven ind e EU-richtlijn 2000/14/EC voor machines die zijn uitgerust voor de wordt beschreven ind e EU-richtlijn 2000/14/EC voor machines die zijn uitgerust voor de EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel EU-markt, met trilling ingeschakeld op zacht polymer-materiaal en met de chauffeurstoel...
Technische specificaties Gewicht en volumes Gewicht Gewicht Servicegewicht met rolkooi (EN500) Servicegewicht met rolkooi (EN500) 7180 kg 7180 kg 15,829 lbs 15,829 lbs (STD) (STD) Servicegewicht met rolkooi (EN500) Servicegewicht met rolkooi (EN500) 7330 kg 7330 kg 19,639 lbs 19,639 lbs Servicegewicht met rolkooi (EN500) Servicegewicht met rolkooi (EN500) 7530 kg...
Technische specificaties gemeten. De amplitude wordt gemeten als echte waarde, niet als nominale waarde. Algemeen Motor Motor Fabrikant/model Fabrikant/model Cummins QSB 3.3 Cummins QSB 3.3 Watergekoelde turbodiesel Watergekoelde turbodiesel met nakoeler met nakoeler Energie (SAE J1995) Energie (SAE J1995) 74 kW 74 kW 99 pk 99 pk...
Technische specificaties ROPS-bouten die op de aanhaalkoppel moeten ROPS-bouten die op de aanhaalkoppel moeten worden gezet, moeten droog zijn. worden gezet, moeten droog zijn. ROPS - bouten Boutafmetingen: Boutafmetingen: M20 (PN 4700500226) M20 (PN 4700500226) Sterkteklasse: Sterkteklasse: Aanhaalkoppel: Aanhaalkoppel: 330 Nm (Dacromet 330 Nm (Dacromet behandeld) behandeld)
Pagina 32
Technische specificaties ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Machinebeschrijving Machinebeschrijving Identificatie Productidentificatienummer op het frame Het machine-PIN (productidentificatienummer) (1) wordt geponst op de rechterrand van het voorste frame of op de bovenrand aan de rechterzijde van het frame. Fig. Voorframe 1. PIN Machineplaat Het machineplaatje (1) is op de linkerzijde van het voorste framegedeelte, bij de stuurverbinding bevestigd.
Machinebeschrijving Toelichting bij serienummer 17PIN A= Fabrikant 00123 00123 V 0 A 123456 V 0 A 123456 B= Productlijn/model C D E F C D E F C= Controleletter D= Geen codering E= Productie-eenheid F= Serienummer Motorplaatjes Het motorplaatje (1) is bevestigd aan de rechterzijde van de motor.
Machinebeschrijving Veiligheidsstickers Zorg ervoor dat alle veiligheidsstickers te allen tijde volledig leesbaar zijn. Verwijder vuil of bestel nieuwe stickers als ze onleesbaar worden. Gebruik het artikelnummer dat wordt vermeld op de sticker. 4700903422 Waarschuwing - klemzone, stuurverbinding/walsrol Blijf op een veilige afstand van de klemzone. (Twee klemzones op machines met draaibesturing) 4700903423 Waarschuwing - roterende motoronderdelen.
Pagina 37
Machinebeschrijving 4700908229 Waarschuwing - gevaar voor beknelling De knikbesturing moet vergrendeld zijn tijdens het hijsen. Lees de instructiehandleiding. 4700904165 Waarschuwing - giftig gas (optioneel, ACC) Lees de instructiehandleiding. 2012-06-12 ICA152-4NL3.pdf...
Machinebeschrijving Functiebeschrijvingen GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Startschakelaar Startschakelaar Het elektrisch circuit is onderbroken. Het elektrisch circuit is onderbroken. Alle instrumenten en electrische instrumenten krijgen Alle instrumenten en electrische instrumenten krijgen stroom. stroom. Startmotor activering. Startmotor activering. Motortoerental/Frequentie-schakelaar Motortoerental/Frequentie-schakelaar Hier wordt het huidige toerental getoond.
Pagina 42
Machinebeschrijving GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Benzinemeter Benzinemeter Geeft het peil aan in de brandstoftank. Geeft het peil aan in de brandstoftank. Voorverwarmingslamp Voorverwarmingslamp Brand terwijl de dieselmotor wordt voorverwarmd en de Brand terwijl de dieselmotor wordt voorverwarmd en de schakelaar in stand I staat.
Pagina 43
Machinebeschrijving GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Waarschuwingslampje, Waarschuwingslampje, Als het lampje brand, is de motor te heet. Schakel Als het lampje brand, is de motor te heet. Schakel motorolietemperatuur motorolietemperatuur onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op. onmiddellijk de motor uit en spoor het defect op.
Machinebeschrijving Functiebeschrijving van instrumenten en bedieningsorganen in de cabine GeenNaam GeenNaam Symbool Symbool Functie Functie Werkverlichting voor, schakelaar Werkverlichting voor, schakelaar Wordt ingedrukt en de voorste werkverlichting Wordt ingedrukt en de voorste werkverlichting gaat branden. gaat branden. Werkverlichting achter, schakelaar Werkverlichting achter, schakelaar Wordt ingedrukt en de achterste werkverlichting Wordt ingedrukt en de achterste werkverlichting...
Machinebeschrijving Elektrisch systeem Zekeringen Het elektrische regel- en controlesysteem is beveiligd met 27 zekeringen en 12 relais. Het aantal is afhankelijk van de extra apparatuur waarmee de machine is uitgerust. De vier zekeringenkasten (1) en relais (3) zijn achter de onderste instrumentenplaat geplaatst, die losgemaakt wordt door de vier snelschroeven (2) een 1/4-slag naar links te draaien.
Pagina 47
Machinebeschrijving Zekeringen De afbeelding toont de positie van de zekeringen. In de onderstaande tabel wordt de zekeringsamperage en -functie aangegeven. Alle zekeringen zijn van het zogenaamde platte pen-type. De tachograaf en het geheugen van de radio zijn bij de accuhoofdschakelaar beveiligd met een zekering van respectievelijk 0,5 en 3A.
Machinebeschrijving Zekeringen in cabine Het elektrisch systeem in de cabine heeft haar eigen zekeringenkast, die in het voorste gedeelte van de rechterkant van het cabinedak geplaatst is. Fig. Cabinedak, zekeringenkast In de figuur wordt de zekeringsamperage en -functie aangegeven. 1. Airconditioning, 1.
Machinebeschrijving Zekeringen bij accuhoofdschakelaar De plaatsen van de zekeringen bij de accuhoofdschakelaar in het motorcompartiment. QSB-motor (ontsteking) QSB-motor (ontsteking) Diagnostieklampen, motor Diagnostieklampen, motor ECM-elektronica ECM-elektronica Stopcontact, 12V Stopcontact, 12V Fig. Motorcompartiment 1. QSB-motor (ontsteking) 2. Motor diagnostieklampen 3. ECM-elektronica 4. Zekering, stopcontact 12V 5.
Machinebeschrijving Relais in cabine Als u de relais voor de ventilator van de airconditioning, de condensatorventilator op het cabinedak en de radio wilt vervangen, moet u het instrumentenpaneel (1) verwijderen. Fig. Cabinedak, voorzijde 1. Instrumentenplaat 2. K30 Relais voor ventilator airconditioning 3.
Bediening Bediening Voor het starten Hoofdschakelaar - Inschakelen Vergeet niet om het dagelijks onderhoud uit te voeren. Raadpleeg de onderhoudsinstructies. De accuschakelaar zit in de motorruimte. Zet de sleutel (1) in de aan-positie. De hele wals wordt nu voorzien van stroom. Tijdens het rijden mag de motorkap niet Tijdens het rijden mag de motorkap niet vergrendeld zijn zodat men indien nodig snel de...
Bediening Bedieningseenheid - instelling De bedieningseenheid heeft twee instelmogelijkheden: ronddraaien en de hoek van de stuurkolom. Het ronddraaien kan uitgevoerd worden als de hendel (1) naar boven wordt getrokken. De hoek van de stuurkolom kan worden bijgesteld door de vergrendelhendel (2) te ontgrendelen. Vergrendel daarna de stuurkolom in de nieuwe positie.
Bediening Instrumenten en lampen - Controleren Zet de schakelaar (1) in de middelste positie. Alle waarschuwingslampjes gaan ongeveer 5 seconden branden en de zoemer klinkt. Controleer op dit moment of alle waarschuwingslampjes werken. Controleer of de voltmeter (10) ten minste 12 volt aangeeft en dat de brandstofpeilmeter (15) een waarde aangeeft.
Bediening Interlock De wals is uitgerust met een interlock. Als men opstaat uit de chauffeursstoel, wordt de dieselmotor na 4 seconden uitgeschakeld. De motor stopt ongeacht of de vooruit-/achteruithendel zich in de neutrale of aandrijfstand bevindt. Als de parkeerrem ingeschakeld is, stopt de dieselmotor niet.
Bediening Zicht Voordat u start, moet u controleren of het zich vooruit en achteruit niet wordt verhinderd. Alle cabineruiten moeten schoon zijn en de achteruitkijkspiegels moeten zo ingesteld zijn dat u een goed zicht achteruit heeft. Fig. aanzicht Egaliseerblad (Accessoire) Zorg er altijd voor dat het egaliseerblad Zorg er altijd voor dat het egaliseerblad vergrendeld is met de splitpen (1) wanneer men...
Bediening Starten De motor starten Trek de noodrem (37) uit en activeer de parkeerrem (42). Zet de vooruit/achteruit-hendel (39) in de neutrale positie. De dieselmotor kan niet in een andere positie worden gestart. Zet de amplitudeschakelaar (24) voor Lage/Hoge trilling in de 0-positie. Zet de toerentalregelaar (23) in de stationaire positie.
Bediening Bediening De wals besturen Men mag de machine onder geen beding besturen Men mag de machine onder geen beding besturen wanneer men op de grond staat. Tijdens het rijden wanneer men op de grond staat. Tijdens het rijden moet de chauffeur altijd in de chauffeursstoel moet de chauffeur altijd in de chauffeursstoel zitten.
Pagina 58
Bediening Schakel de parkeerremknop (42) uit en controleer Schakel de parkeerremknop (42) uit en controleer of het waarschuwingslampje voor de parkeerrem of het waarschuwingslampje voor de parkeerrem nu gedoofd is. Wees erop bedacht dat de wals kan nu gedoofd is. Wees erop bedacht dat de wals kan beginnen te rijden als deze op een helling staat.
Bediening Controleer tijdens het rijden of de meters normale waarden aangeven. Stop de wals en de motor onmiddellijk als de waarden abnormaal zijn of de zoemer klinkt. Controleer en verhelp eventuele defecten. Raadpleeg ook het hoofdstuk over onderhoud en het handboek van de motor. Het hoofdfilter moet worden gereinigd of Het hoofdfilter moet worden gereinigd of vervangen als het waarschuwingslampje voor het...
Bediening Trilling Amplitude/frequentie - Omschakelen Er zijn twee instellingen voor walstrilling. Gebruik de schakelaar (24) om af te stellen. Met de knop in de linkerpositie krijgt men een lage amplitude/hoge frequentie en in de rechterpositie een hoge amplitude/lage frequentie. De amplitude mag niet worden ingesteld als het De amplitude mag niet worden ingesteld als het trillingssysteem ingeschakeld is.
Bediening Remmen Noodrem gebruiken De remmen worden geactiveerd met de vooruit-/achteruithendel. De hydrostatische transmissie remt de wals af wanneer de hendel naar de neutrale positie wordt geduwd. Een lamellenrem in de walsrol-motor en achteras doet tijdens het rijden dienst als noodrem en bij het stilstaan als parkeerrem.
Bediening Uitschakelen Controleer de instrumenten en waarschuwingslampjes om te zien of er defecten worden aangegeven. Schakel alle lichten en elektrische functies uit. Zet de schakelaar (1) naar links in de uit-positie. Op walsen met een cabine, moet u de instrumentenafdekking naar beneden brengen en vergrendelen.
Parkeren voor langere tijd Parkeren voor langere tijd Wanneer u de wals langer dan een maand Wanneer u de wals langer dan een maand opbergt, moet u de volgende instructies volgen. opbergt, moet u de volgende instructies volgen. Deze maatregelen gelden voor een stilstandtijd van maximaal 6 maanden.
Parkeren voor langere tijd Stuurcylinder, scharnieren, etc. Smeer beide lagers van de stuurcilinder in met vet (zie onder kopje "Om de 50 uur gebruik") Vet de zuigerstang van de stuurcilinder in met conserveringsvet. Vet de scharnieren van de motorklep en cabine in. Vette beide uiteinden van de vooruit-/achteruithendel in (heldere delen) ( zie "Om de 500 werkuren").
Diversen Diversen Heffen De stuurverbinding vergrendelen Voor de wals omhoog wordt gehesen, moet de Voor de wals omhoog wordt gehesen, moet de stuurverbinding worden vergrendeld om plotseling stuurverbinding worden vergrendeld om plotseling draaien te voorkomen. draaien te voorkomen. Draai het stuurwiel in de positie recht vooruit. Druk de nood-/parkeerremknop omlaag.
Diversen De stuurverbinding ontgrendelen Vergeet niet de stuurverbinding te ontgrendelen Vergeet niet de stuurverbinding te ontgrendelen voordat u gaat rijden. voordat u gaat rijden. Klap de vergrendelarm (1) terug en vergrendel hem met de borgpen (3) in het borgoor (4). Bevestig de onderste van draad voorziene splitpen (2) om de borgpen (3) vast te zetten.
Diversen Alternatief 2 Slepen over korte afstanden waar de motor niet in werking is Open beide sleepventielen zoals beschreven in Alternatief 1. Rem achteras Draai de borgmoer (3) los en stel de stelschroeven (4) met de hand in tot volledige weerstand wordt gevoeld en haal ze daarna nog een slag aan.
Diversen De walsrem vrijzetten Walsmotorrem Verwijder de centreerplug (2) van de walsrem. U kunt deze bereiken via de centreeropening (1) in de linkerzijde van het frame. Fig. Linkerzijde frame 1. Centreeropening 2. Centreerplug Draai de bout (3) helemaal aan, zoals aangegeven op de afbeelding.
Diversen De wals slepen Bij het slepen/terughalen moet de wals door het Bij het slepen/terughalen moet de wals door het slepende voertuig worden afgeremd. Er moet een slepende voertuig worden afgeremd. Er moet een sleepbalk worden gebruikt, aangezien de wals sleepbalk worden gebruikt, aangezien de wals geen remmen heeft.
Pagina 71
Rij-instructies - Samenvatting Rij-instructies - Samenvatting Volg de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in het Veiligheidshandboek. Volg de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in het Veiligheidshandboek. Vergewis u ervan dat alle instructies van het ONDERHOUDSHANDBOEK gevolgd Vergewis u ervan dat alle instructies van het ONDERHOUDSHANDBOEK gevolgd werden. werden. Zet de hoofdschakelaar in de AAN-positie.
Pagina 72
Rij-instructies - Samenvatting ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Preventief onderhoud Preventief onderhoud Voor een correcte werking en de laagst mogelijke bedieningskosten moet de machine goed worden onderhouden. In het gedeelte Onderhoud vindt u een overzicht van het periodieke onderhoud dat de machine nodig heeft. In de aanbevolen onderhoudsintervals wordt uitgegaan van gebruik in een normale omgeving en bij normale werkomstandigheden.
Pagina 74
Preventief onderhoud ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Raadpleeg het en smeermiddelen gebruiken. Raadpleeg het hoofdstuk "Speciale instructies" of neem hoofdstuk "Speciale instructies" of neem contact op met Dynapac. contact op met Dynapac. 2012-06-12 ICA152-4NL3.pdf...
Pagina 76
WALSOLIE WALSOLIE Luchttemperatuur -15°C - Luchttemperatuur -15°C - Shell Spirax S3 AX Shell Spirax S3 AX Dynapac Gear Oil 300, Dynapac Gear Oil 300, +40°C (5°F-104°F) +40°C (5°F-104°F) 80W/90, API GL-5 of 80W/90, API GL-5 of P/N 4812030756 (5 liter),...
Onderhoud - Onderhoudsschema Verwijder voor het bijvullen, voor het Verwijder voor het bijvullen, voor het controleren van het olie- en brandstofpeil en controleren van het olie- en brandstofpeil en voor het smeren met vet of olie, altijd al het voor het smeren met vet of olie, altijd al het externe vuil.
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 50 werkuren (wekelijks) Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Pos. Pos. Actie Actie Opmerking Opmerking in fig in fig Controleer of de slangen en aansluitingen goed Controleer of de slangen en aansluitingen goed afdichten afdichten Controleer/maak het filterelement van het luchtfilter...
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 500 werkuren (Om de drie maanden) Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Pos. in fig Pos. in fig Actie Actie Opmerking Opmerking Vervang de brandstoffilter Vervang de brandstoffilter Raadpleeg het handboek Raadpleeg het handboek van de motor van de motor...
Onderhoud - Onderhoudsschema Om de 2 000 werkuren (Jaarlijks) Zie de inhoudsopgave voor het paginanummer van de relevante hoofdstukken. Pos. Pos. Actie Actie Opmerking Opmerking in fig in fig De hydraulische olie vervangen De hydraulische olie vervangen De hydraulische olie vervangen De hydraulische olie vervangen Vervang de olie in de wals Vervang de olie in de wals...
Pagina 84
Onderhoud - Onderhoudsschema ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 10h Onderhoud - 10h Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 10h Egaliseerbladen verzachten (optioneel) Draai de schroeven (2) los. Stel het egaliseerblad (1) zodanig af dat het de wals lichtjes raakt. Draai de schroeven (2) vast. Fig. Egaliseerbladen 1. Egaliseerblad 2. Schroeven Luchtcirculatie, controle Controleer of de koellucht van de dieselmotor vrij door het beschermrooster in de motorruimte circuleert.
Onderhoud - 10h Koelvloeistofpeil controleren Controleer of het koelvloeistofpeil tussen de maximum-en minimumaanduiding ligt. Wees extra voorzichtig wanneer u de radiatordop Wees extra voorzichtig wanneer u de radiatordop verwijdert wanneer de motor warm is. Draag altijd verwijdert wanneer de motor warm is. Draag altijd handschoenen en een veiligheidsbril.
Onderhoud - 10h Dieselmotor Oliepeil controleren Wees voorzichtig voor eventuele warme Wees voorzichtig voor eventuele warme motoronderdelen en de warme radiator wanneer u motoronderdelen en de warme radiator wanneer u de oliepeilstok verwijdert. Gevaar voor de oliepeilstok verwijdert. Gevaar voor brandwonden.
Onderhoud - 10h Remmen - Controleren Controleer de remmen door het volgende uit te Controleer de remmen door het volgende uit te voeren: voeren: De noodrem controleren Rijd de wals langzaam vooruit. Houd het stuurwiel stevig vast en zet u schrap voor een plotselinge stilstand.
Pagina 90
Onderhoud - 10h ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 50u Onderhoud - 50u Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 50u Backupfilter - Vervangen Vervang na maximaal drie vervangingsbeurten van het hoofdfilter het veiligheidsfilter. Om het veiligheidsfilter (1) te vervangen, moet u het oude filter uit zijn houder trekken, een nieuw filter monteren en luchtreiniger in omgekeerde volgorde monteren.
Onderhoud - 50u Stuurverbinding - Smering Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de Wanneer de motor draait, mag niemand zich in de buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders buurt van de stuurverbinding bevinden. Anders bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer bestaat het risico dat men beklemd raakt wanneer de besturing bediend wordt.
Onderhoud - 50u Automatische klimaatregeling (accessoire) - Inspectie Het systeem dat in deze handleiding wordt beschreven is van het type ACC (Automatic Climate Control). Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait. Werk nooit onder de wals wanneer de motor draait. Parkeer de wals op een effen oppervlak, blokkeer Parkeer de wals op een effen oppervlak, blokkeer de wielen en zet de parkeerrem vast.
Onderhoud - 50u Bandenspanning, wielmoeren aandraaien Controleer de luchtdruk met behulp van een luchtdrukmeter. Indien de banden gevuld zijn met vloeistof, moet het luchtventiel (1) bij het pompen in de "twaalf uur-positie" staan. Aanbevolen bandenspanning: Zie technische specificaties. Controleer de bandenspanning. Bij het vervangen van de banden is het belangrijk Bij het vervangen van de banden is het belangrijk Fig.
Pagina 96
Onderhoud - 50u ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 250u Onderhoud - 250u Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 250u Wals - oliepeil controleren Plaats de wals zodanig op een gelijkmatig oppervlak dat de opvulplug (1) en het nummerplaatje van de wals (2) zichtbaar zijn aan de rechterkant van de wals. Het oliepeil zou nu het kijkglas (3) moeten bereiken. Verwijder zonodig de opvulplug (1) en vul op tot halverwege het peilglas.
Onderhoud - 250u Rubberelementen en bevestigingsschroeven - Controleren Controleer alle rubberelementen (1), vervang alle elementen als meer dan 25% van alle elementen aan één kant van de wals barsten van meer dan 10-15 mm vertonen. Controleer met een mes of puntig voorwerp. Controleer ook of de bevestigingsschroeven (2) aangehaald zijn.
Onderhoud - 250u Accucel Verwijder de celdoppen (1) en controleer of het vloeistofpeil (2) circa 10 mm boven de platen (3) staat. Controleer het peil van alle cellen. Als het peil te laag is, moet u bijvullen met gedestilleerd water, tot het juiste niveau.
Onderhoud - 250u Airconditioning (optioneel) - Inspectie Controleer de koelmiddelslangen en -aansluitingen en ga na of er sporen zijn van oliefilm, want dat kan op koelmiddellekkage duiden. Fig. Airconditioning 1. Koelmiddelslangen 2. Condensatorelement ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 500u Onderhoud - 500u Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 500u Hendels en verbindingspunten -Smeren Smeer de scharnieren (1) van de motorkap en de rails van de chauffeursstoel in met vet, de overige verbindingspunten en de hendels met olie. De scharnieren van de cabinedeuren moet gesmeerd worden met vet. Zie de smeerspecificatie. Fig.
Onderhoud - 500u Voorfilter - reiniging Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) voor u Zorg voor een goede ventilatie (afzuiging) voor u de dieselmotor binnenshuis laat draaien. Gevaar de dieselmotor binnenshuis laat draaien. Gevaar voor koolmonoxidevergiftiging. voor koolmonoxidevergiftiging. Zie handboek van de motor als u het filter reinigt. Raadpleeg het hoofdstuk over het brandstofsysteem.
Pagina 106
Onderhoud - 500u ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 1000u Onderhoud - 1000u Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 1000u Maak goed schoon rond de oliefilters. Verwijder de oliefilters (1) en gooi ze weg volgens Verwijder de oliefilters (1) en gooi ze weg volgens de milieuvoorschriften. Deze zijn van het de milieuvoorschriften. Deze zijn van het wegwerptype en kunnen niet worden wegwerptype en kunnen niet worden schoongemaakt.
Onderhoud - 1000u Brandstoftank aftappen Het water en sediment in de brandstoftank worden afgetapt via de aftapplug in de bodem van de brandstoftank. Wees erg voorzichtig bij het aftappen. Laat de Wees erg voorzichtig bij het aftappen. Laat de plug niet vallen zodat alle brandstof eruit loopt. plug niet vallen zodat alle brandstof eruit loopt.
Onderhoud - 1000u Planeetoverbrenging van de achteras - olie verversen Zet de wals zo dat de plug (1) in de onderste stand komt. Maak de plug (1) schoon, schroef deze los en tap de olie af in een vat. Het volume is circa 0,8 liter. Vang de olie op en verwerk hem volgens de Vang de olie op en verwerk hem volgens de milieuvoorschriften.
Onderhoud - 1000u Airconditioning (optioneel) Filter verse lucht - Vervangen Gebruik een trapje om de filter (1) te bereiken. U Gebruik een trapje om de filter (1) te bereiken. U kunt de filter ook bereiken via het rechter kunt de filter ook bereiken via het rechter cabinevenster.
Pagina 112
Onderhoud - 1000u ICA152-4NL3.pdf 2012-06-12...
Onderhoud - 2000u Onderhoud - 2000u Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Parkeer de wals op een vlak oppervlak. Tijdens het controleren en instellen moet de Tijdens het controleren en instellen moet de motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem motor uitgeschakeld zijn en de nood/parkeerrem aangetrokken zijn, tenzij anders aangegeven.
Onderhoud - 2000u Wals - Olie vervangen Plaats de wals zodanig op een gelijkmatig oppervlak dat de aftapplug (1) recht naar beneden wijst. Plaats een vat met een inhoud van 15 liter onder de plug. Vang de olie op en verwerk hem volgens de Vang de olie op en verwerk hem volgens de milieuvoorschriften.
Onderhoud - 2000u Automatische klimaatregeling (accessoire) - Inspectie Regelmatige inspecties en regelmatig onderhoud zijn noodzakelijk om een goede werking op lange termijn te garanderen. Maak indien nodig het condensorelement (1) schoon en verwijder het stof met behulp van luchtdruk. Blaas van boven naar beneden.
Onderhoud - 2000u Drogerfilter controleren Met de eenheid in werking, opent u de motorkap en controleert u met het kijkglas (1) of er geen bellen zichtbaar zijn in de drogerfilter. Als er bellen zichtbaar zijn door het kijkglas is dat een teken dat het koelvloeistofpeil te laag is.
Onderhoud - 2000u Stuurverbinding - Controleren Controleer de stuurverbinding op fysieke beschadigingen of barsten. Controleer en haal losse bouten aan. Controleer ook op eventuele stroefheid en speling. Fig. Stuurverbinding 2012-06-12 ICA152-4NL3.pdf...
Pagina 118
Dynapac Compaction Equipment AB Box 504, SE-371 23 Karlskrona, Sweden...
Pagina 119
Dynapac Compaction Equipment AB Box 504, SE-371 23 Karlskrona, Sweden...