Audio opnemen
Microfoondemper (ingebouwde microfoon of MIC-aansluitpunt)
Is het audioniveau te hoog is en klinken de audiogeluiden vervormd terwijl u opnamen maakt met
de ingebouwde of externe microfoon (MIC-aansluitpunt), activeer dan de microfoondemper (20 dB)
voor de desbetreffende microfoon.
1 Selecteer [Ingebouwde mic.demping] of [MIC: dempen].
>
[C
2 Selecteer de gewenste optie en selecteer vervolgens [X].
74
Opties
[2 Auto]:
[i Aan]:
[j Uit]:
Lage-tonenfilter (ingebouwde microfoon of MIC-aansluitpunt)
U kunt het lage-tonenfilter activeren om het lawaai van de wind, de motor van een auto of vergelijkbare
omgevingsgeluiden te verminderen. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed
door wind of als u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, is het raadzaam het lage-tonenfilter
uit te schakelen.
1 Selecteer [Ingeb. mic met laagfilter] of [MIC: laag filteren].
>
[C ! Audio-instelling]
2 Selecteer [i Aan] en selecteer vervolgens [X].
!
>
Audio-instelling]
Indien nodig activeert de camcorder automatisch de microfoondemper om een
optimaal audio-opnameniveau te bewerkstelligen, zodat hoge audioniveaus niet
vervormd raken.
De microfoondemper wordt altijd geactiveerd om een geluidsdynamiek te
reproduceren die levensechter overkomt. Op het scherm verschijnt å.
De microfoondemper staat altijd uit.
>
[Ingebouwde mic.demping] of [MIC: dempen]
verschijnt op het scherm.
[Ingeb. mic met laagfilter] of [MIC: laag filteren]