Belichtingsinstelling
2 Open het diafragmascherm.
>
[FUNC]
[
• Er verschijnt een regelaar op het scherm.
• U kunt [
op overbelichte gebieden.
3 Sleep uw vinger over de regelaar om de gewenste diafragmawaarde in te stellen.
• U kunt de diafragmawaarde ook aanpassen met de CUSTOM-regelaar (A 83).
44
• Voor beschikbare diafragmawaarden raadpleegt u de tabel Handmatige belichting (A 42)
4 Selecteer [X].
OPMERKINGEN
• Wanneer de filmmodus is ingesteld op ‚ of ", kan de camcorder, afhankelijk van de helderheid
van het onderwerp, mogelijk niet de geschikte belichting instellen. In dat geval knippert de sluitertijd
(‚) of de diafragmawaarde (") op het scherm. Wijzig desgewenst het diafragma/de sluitertijd.
Aanraakbelichting
U kunt het scherm aanraken om de belichting voor een specifiek onderwerp of gebied te optimaliseren.
De camcorder past automatisch de belichting aan voor het geselecteerde punt en vergrendelt
de belichtingsinstellingen. U kunt ook een helder gebied van het beeld aanraken om te proberen
overbelichting (Lichte gebieden AE) te vermijden. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer de
filmmodus is ingesteld op ', ‚, " of een van de speciale scènestanden, behalve [T Vuurwerk].
1 Open het scherm van de belichting.
>
[FUNC]
[y Belicht.comp.]
• Er verschijnt een regelaar op het scherm.
• U kunt [
op overbelichte gebieden.
2 Om de functie Lichte gebieden AE te gebruiken, wijzigt u de instellingen voor
aanraakbelichting.
>
[i]
[
Hoge lichten]
3 Raak het gewenste gebied op het LCD-scherm aan om de belichting te optimaliseren
en te vergrendelen.
• Het symbool I gaat knipperen en de belichting wordt automatisch ingesteld, zodat het door
u aangeraakte gebied correct wordt belicht.
• De belichtingscompensatiewaarde ±0 en
[
] aan dat de belichting vergrendeld is.
• Selecteer [
4 Sleep indien nodig uw vinger over de regelaar om de belichting te compenseren.
• U kunt een compensatieniveau van –3 tot +3 selecteren in stappen van 1/4.
5 Selecteer [X].
• De belichtingscompensatiewaarde en
weergegeven.
Diafragma]
] selecteren om het zebrapatroon (A 46, stap 2) weer te geven en te controleren
] selecteren om het zebrapatroon (A 46, stap 2) weer te geven en te controleren
>
[L]
] als u de camcorder weer automatische belichting wilt laten gebruiken.
worden op het scherm getoond. Daarnaast geeft
worden aan de linkerzijde van het scherm