Veiligheidsmaatregelen en hoe u de camera moet behandelen
VOORZICHTIG
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Laat het product niet achter op locaties die worden blootgesteld aan extreem hoge of lage
temperaturen. Het product kan extreem heet/koud worden en brandwonden of letsel veroorzaken
wanneer het wordt aangeraakt.
• Bevestig het product alleen op een statief dat stevig genoeg is.
• Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker. Dit kan symptomen veroorzaken die
122
vergelijkbaar zijn met wagenziekte. Stop in dat geval onmiddellijk met het gebruik van het product
en rust enige tijd voordat u het gebruik hervat.
Camcorder
Houd u aan de instructies hieronder om ervoor te zorgen dat de camcorder optimaal blijft functioneren.
• Sla uw opnamen regelmatig op een extern apparaat op. Zorg ervoor dat u uw opnamen
overdraagt naar een computer (A 99) en maak regelmatig back-ups. Hierdoor behoudt u belangrijke
opnamen in geval van schade en zorgt u voor meer ruimte op de SD-kaart. Canon kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor verlies van gegevens.
• Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen. De camcorder is niet
waterdicht – vermijd daarom ook water, modder of zout. De camcorder en/of lens kan beschadigd
raken als dergelijke substanties de camcorder binnendringen.
• Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke elektromagnetische velden, zoals krachtige
magneten en motors, MRI-machines of hoogspanningsleidingen. Als u de camcorder op dergelijke
plaatsen gebruikt, kan video vervormd worden of kan audio- of videoruis optreden.
• Richt de lens of zoeker niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet gericht op een helder
onderwerp. Wees vooral voorzichtig wanneer de camcorder op een statief is bevestigd of wanneer
de camcorder wordt gedragen. De lens of de zoeker kan namelijk op sterke lichtbronnen worden
gericht. Zorg dat de lensbescherming gesloten is wanneer de camcorder niet wordt gebruikt.
• Houd de camcorder niet vast aan het LCD-paneel als u de camcorder draagt. Wees voorzichtig
als u het LCD-paneel sluit. Zwaai niet met de camcorder als u de polsriem gebruikt. Anders kunt
u objecten raken.
• Behandel het touchscreen met de nodige voorzichtigheid. Oefen niet te veel kracht uit en gebruik
geen balpen of ander gereedschap met een harde punt om op het touchscreen bedieningshandelingen
uit te voeren. Hierdoor kan het oppervlak van het touchscreen beschadigd raken.
• Bevestig geen beschermfolie op het touchscreen. De camcorder is uitgerust met een capacitief
touchscreen. Het touchscreen is mogelijk niet correct te bedienen als u hierop een extra
beschermende laag aanbrengt.
• Bevestigt u de camcorder op een statief, controleer dan of
de bevestigingsschroef van het statief korter is dan 6,5 mm.
Gebruik van andere statieven kan de camcorder beschadigen.
• Probeer bij het opnemen van films een kalm, stabiel beeld te
krijgen. Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel beweegt
en vaak snel zoomt en pant (door de camcorder zijwaarts te
bewegen), kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen
kan het afspelen van dergelijke scènes tot gevolg hebben dat door de visuele waarneming bij
u bewegingsziekte wordt veroorzaakt. Als u een dergelijke reactie ervaart, stop dan onmiddellijk
met afspelen en wacht een tijdje totdat u verdergaat.
6,5 mm