Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Audio-Opnameniveau (Input-Aansluitpunten); De Gevoeligheid Van De Microfoon Instellen (Input-Aansluitpunten) - Canon XA40 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Audio-opnameniveau (INPUT-aansluitpunten)

U kunt het audio-opnameniveau voor elk kanaal afzonderlijk instellen op automatisch of handmatig.
Als u het audio-opnameniveau handmatig instelt, kunt u het niveau (tussen –G en 18 dB) bovendien
voor elk kanaal afzonderlijk instellen.
1 Zet de audioniveauschakelaar van het gewenste kanaal
op A (automatisch) of M (handmatig).
• Als u de schakelaar op A zet, dan wordt het audioniveau
automatisch ingesteld en hoeft u de rest van de procedure
niet uit te voeren. Als u de schakelaar op M zet, ga dan
verder met de procedure om het audio-opnameniveau
in te stellen.
2 Draai aan de corresponderende audioniveauregelaar.
• MIN komt overeen met –G, de grotere markering in het
midden van de schaal komt overeen met 0 dB, en MAX
komt overeen met +18 dB.
• Als richtlijn geldt: stel het audio-opnameniveau zo in dat
de audioniveaumeter slechts zo nu en dan rechts van de
markering –18 dB komt (één markering rechts van de
markering –20 dB).
ALC (Automatic Level Control) voor CH1 en CH2 van de INPUT-aansluitpunten
Wanneer de INPUT 1- en INPUT 2-schakelaar allebei op hetzelfde type audiobron (lijninvoer of
microfoon) zijn aangesloten, kunt u de instelling van het audioniveau voor beide ingangen koppelen
aan de instelling
Wanneer u de optie [
audioniveauschakelaar en de CH1-audioniveauregelaar.
OPMERKINGEN
• Als de audioniveaumeter het rode punt (0 dB) bereikt, raakt het geluid mogelijk vervormd.
• Wordt de audioniveaumeter normaal weergegeven, maar klinkt het geluid vervormd, activeer dan
de microfoondemper (A 72).
• Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een koptelefoon om het geluidsniveau te controleren
terwijl u het audio-opnameniveau instelt of wanneer de microfoondemper geactiveerd is.
• Indien ten minste één van de kanalen ingesteld is op handmatige instelling, kunt u de
audiopiekbegrenzer activeren met de optie
Indien u de audiopiekbegrenzer activeert, wordt op het scherm æ weergegeven en beperkt de
audiopiekbegrenzer de amplitude van signalen die beginnen te vervormen.

De gevoeligheid van de microfoon instellen (INPUT-aansluitpunten)

Wanneer een van de audiokanalen is ingesteld op de INPUT-aansluitpunten en de bijbehorende
gevoeligheidsschakelaar is ingesteld op MIC of MIC+48V, kunt u de gevoeligheid van de externe
microfoon selecteren.
1 Selecteer de gevoeligheid van het gewenste INPUT-aansluitpunt.
>
[C ! Audio-instelling]
2 Selecteer de gewenste optie en selecteer vervolgens [X].
• U kunt kiezen uit 5 gevoeligheidsniveaus van –12 dB tot +12 dB.
>
[C Audio-instelling]
Linked] selecteert, kunt u beide audiokanalen aanpassen met de CH1-
>
[INPUT 1 mic begrenzing] of [INPUT 2 mic begrenzing]
>
[INPUT 1/2 ALC-koppeling].
>
[¡ Audio-instelling]
Audio opnemen
>
[INPUT 1/2 aftoppen].
71

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xa45

Inhoudsopgave