DiN
Watson-Marlow 620DiN, 620Di Handleiding
20 Bedrading automatische
besturing met 620N module
De pomp wordt op andere apparaten aangesloten met behulp van schroefklemc -
onnectoren binnenin de 620N waterdichte module aan de achterzijde van de pomp. Een
geschikte kabel moet in de module worden geleid via één of meer waterdichte kabeltules
en op de juiste manier worden aangesloten. Daarvoor moet de module worden
verwijderd.
Het is belangrijk dat u de spanningsinstelling van de pomp
controleert om te garanderen dat deze overeenkomt met
de netspanning. De spanningskeuzeschakelaar bevindt
zich op het achterpaneel van de aandrijving. De module
moet worden verwijderd (en vervangen) om deze controle
te kunnen uitvoeren.
20.1 Verwijderen en vervangen van de
620N-module
Om de waterdichte 620N-module te verwijderen:
De module is bevestigd aan de achterkant van de aandrijfmodule met zes verzonken, rvs
M5x12 Pozidriv-schroeven.
Verwijder de zes schroeven met een geschikte kruisschroevendraaier, waarbij u de
bovenste schroef in het midden als laatste verwijdert. Zelfs als alle schroeven zijn
verwijderd, kan de module door de afdichtstrip nog aan de aandrijving blijven
plakken. Als dit het geval is, kunt u het met een zachte klap losmaken. Gebruik
geen gereedschap om het eraf te tillen.
De afdichtstrip moet in het betreffende gootje aan de voorkant van de module
blijven zitten. Het transparante kapje van de AAN-/UIT-schakelaar moet op de flens
aan de voorzijde van de module blijven zitten. Controleer of de afdichting en het
transparante AAN-/UIT-schakelaarkapje niet beschadigd zijn. Als een van beide is
beschadigd, moet het worden vervangen om het te beschermen tegen
binnendringen van vuil en vreemde voorwerpen.
Indien nodig trekt u de twee 25-pins connectoren los, die de module met de
pompaandrijving verbinden. Verwijder, indien nodig, de aardeverbinding van de
module aan de achterzijde van de aandrijving. De koppeling is echter lang genoeg
om de module te kunnen terugklappen om toegang te krijgen tot de printplaat aan
de binnenkant en tot de achterkant van de aandrijving.
73