DiN, Di
Watson-Marlow 620DiN, 620Di Handleiding
18 Kalibreren
Het kalibreren en opnieuw kalibreren zijn twee verschillende procedures. Met Calibrate
kan de gebruiker de pomp instellen alvorens te gebruiken om correct de doorstroming
aan te geven in de eenheid per onwenteling gekozen gedurende de Setup-procedure. (Zie
19 Instellen.) Met Recalibrate kan de gebruiker de doorstroming van de pomp
aanpassen tijdens gebruik; het kan zelfs worden gestart terwijl een batch wordt
afgegeven (door op SHIFT, 8 (CAL te drukken).
Beschikbare pompkop en slangmaten
Pompkop
Slangmaten (mm)
620R
6,4, 9,6, 12,7, 15,9
620RE, 620RE4
12,0 17,0 (diameter)
620L, 620LG
8,0, 12,0, 16,0
Kalibreren
Om de juiste hoeveelheid vloeistof te kunnen afgeven, moet de pomp weten met welke
pompkop en welke slangmaat u werkt. De pomp is vooraf geprogrammeerd met
standaard debieten voor vele verschillende pompkoppen en slangen. U kunt ook het
debiet van de pomp meten en deze waarde invoeren in plaats van de standaard waarde
voor de meest nauwkeurige kalibratie.
Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om de functie Calibrate (Kalibreren) in het
hoofdmenu te selecteren. Druk op de ENTER-toets om te bevestigen.
De huidige pompinstellingen worden weergegeven: pompkop, slangmaat en debiet;
de standaardinstelling voor elke standaardpompkop is de grootste slang die op de
pompkop kan worden gemonteerd. Zie het voorbeeld.
Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om Accept (Accepteren) of Change
(Wijzigen) te selecteren. Druk op de ENTER-toets om te bevestigen.
Als Accept (Accepteren) wordt gekozen, dan worden de standaard- of eerder
ingestelde debieten voor die pompkop en slangmaat gebruikt bij berekeningen van
het debiet. De pomp toont het hoofdscherm.
Opm.: 620R, 620RE en 620RE4 pompkoppen
worden aangedreven door een speciale 620
pompaandrijving, 620L en 620LG pompkoppen
worden aangedreven door een speciale
620 aandrijving. Pompkoppen zijn niet
verwisselbaar tussen de aandrijftypes.
625L pompkoppen zijn niet geschikt voor gebruik
met een van de 620 aandrijftypes.
48