"Calibration dose" (kalibratiedosering)
Als Calibration dose werd gekozen of net een slangmaat is gekozen, dan biedt de
pomp de mogelijkheid om een kalibratiedosering uit te voeren. Gebruik de UP- en
DOWN-toetsen om Yes of No te kiezen. Druk op de ENTER-toets om te
bevestigen. In de afbeelding ziet u een voorbeeld.
Als No werd gekozen nadat een slang is geselecteerd (zie Tube (Slang) hierboven),
dan verschijnt kort een bevestigingsscherm met de huidige pompkop-, slang- en
debietsinstellingen, en vervolgens verschijnt weer het hoofdmenu.
Als Calibration dose (Kalibratiedosering) werd gekozen of als Yes werd gekozen
nadat een slang is geselecteerd (zie Tube (Slang) hierboven), dan verschijnen het
toerental en de draairichting die het laatst bij handbediening zijn gebruikt of die
zojuist zijn ingesteld. De gebruiker wordt verzocht om op START te drukken.
Opm.: Op dat moment kan de draairichting worden gewijzigd met de
DRAAIRICHTING-toets en de omwentelingssnelheid met de UP- en DOWN-
toetsen, tot het maximumtoerental van de pomp of elk ander (lager)
maximumtoerental die eerder zijn ingesteld. Zie 19.13 Maximum toerental instellen
en 19.14 Minimum toerental instellen. Wanneer de pompkop op dit punt werd
gewijzigd, zal een voorheen ingesteld toerental worden overschreven door een lager
maximumtoerental van de pompkop. De gebruiker kan de pomp opnieuw primen
vóór kalibratie door te drukken op SHIFT, 4 (MAX) (indien Always enabled werd
gekozen tijdens het instellen van de pomp – zie 19 Instellen).
Plaats een maatcilinder aan de uitlaatzijde van de pomp. Druk op START. De pomp
loopt nu 4 minuten, waarbij gedurende 15 seconden een informatiescherm
verschijnt en gedurende de resterende tijd een ander informatiescherm. U kunt de
kalibratiedosering op elk willekeurig moment stoppen door op de STOP-toets te
drukken – maar laat de pomp zo lang mogelijk lopen om de meest nauwkeurige
kalibratie te verkrijgen. Een minimumlooptijd van 15 seconden wordt aanbevolen.
Watson-Marlow 620DiN, 620Di Handleiding
50