INFO (SHIFT, 9): toont het afgegeven vloeistofvolume na kalibratie of terugstelling
op nul. Wordt de informatie alleen getoond wanneer SHIFT, 9 (INFO) wordt
ingedrukt en vastgehouden. Wanneer op STOP wordt gedrukt terwijl het informatie -
scherm te zien is, worden de waarden voor het afgegeven volume teruggesteld op
nul.
LOAD (SHIFT, 6): Door SHIFT, 6 (LOAD) in te drukken wanneer de pomp is
gestopt kan een uitvul-programma uit het geheugen van de pomp worden
opgeroepen. Werkt niet wanneer er geen programma is opgeslagen. Werkt niet in
de standen Network, Calibration en Setup, of wanneer een numerieke invoer nodig
is, een doseringsparameter wordt aangepast, een programma wordt opgeslagen of
een dosering in bedrijf is.
STOP: Als de pomp in bedrijf is, wordt de pomp door indrukken van de STOP-toets
gestopt. De display zal het laatste toerental en de laatste draairichting blijven
weergeven. De pomp zal terugkeren naar dit toerental en deze draairichting als de
START-toets weer wordt ingedrukt.
UP: verhoogt het toerental dat is weergegeven op de display in minimumstappen
van 0,1tpm, of andere stappen als voorgeselecteerd in het onderdeel Scrolling in
Setup (18.15), (tenzij het weergegeven toerental al het maximum toerental is). Als
de pomp dan wordt gestart door indrukken van de START-toets, zal de pomp met
het nieuwe toerental gaan draaien. Als de pomp in bedrijf is als UP wordt ingedrukt,
wordt de verandering onmiddellijk van kracht.
Opm.: Wanneer het debiet van de pomp werd gekalibreerd (zie 18 kalibratie), wordt
na wijziging van het toerental een scherm met het nieuwe toerental in tpm en het
nieuwe debiet gedurende vier seconden weergegeven, voordat de gebruiker naar
het eerder ingestelde hoofdscherm handbediening terugkeert: tpm of debiet.
DOWN: verlaagt het toerental dat is weergegeven op de display in minimum -
stappen van 0,1tpm, of andere stappen als voorgeselecteerd in het onderdeel
Scrolling in Setup (18.15). Wanneer de pomp vervolgens wordt gestart door de
START-toets in te drukken, draait deze op het nieuwe toerental. Het minimaal
toegestane toerental is 0,1 tpm. Als de pomp in bedrijf is als DOWN wordt
ingedrukt, wordt de verandering onmiddellijk van kracht.
Opm.: Wanneer het debiet van de pomp werd gekalibreerd (zie 18 kalibratie), wordt
na wijziging van het toerental een scherm met het nieuwe toerental in tpm en het
nieuwe debiet gedurende vier seconden weergegeven, voordat de gebruiker naar
het eerder ingestelde hoofdscherm handbediening terugkeert: tpm of debiet.
Opm.: U kunt het pomptoerental verder verlagen van 0,1 tpm (of enige andere
minimum aangegeven snelheidseenheid als geselecteerd in het onderdeel Scrolling
in Setup (19.15)) naar 0 tpm door de DOWN-toets nogmaals in te drukken. De
pomp is nog steeds in bedrijf en het draairichtingssymbool zal blijven bewegen.
Druk op de UP-toets om de pomp naar het minimumtoerental te laten terugkeren.
Opm.: Wanneer een minimum toerental werd ingesteld in het onderdeel Set Min
Speed van het menu Setup, dan is de bovenstaande opmerking aangaande
vermindering van het toerental tot 0 tpm niet van toepassing.
RICHTING (SHIFT, 1): verandert de draairichting die is weergegeven op de
display. Als de pomp dan wordt gestart door indrukken van de START-toets, zal de
pomp in de nieuwe richting gaan draaien. Als de pomp in bedrijf is en RICHTING
wordt ingedrukt, wordt de verandering onmiddellijk van kracht.
ENTER: wordt gebruikt om numerieke-/menukeuzes in te gaan/te bevestigen.
Verandert tevens de informatie getoond op het hoofdscherm handbediening op
dezelfde wijze als START, of de pomp nu draait of niet. Zie START, hierboven.
MENU (SHIFT, 7): zorgt ervoor dat het hoofdmenu verschijnt, van waaruit alle
aspecten van de pompinstelling kunnen worden geregeld. Zie 15. Hoofdmenu.
CLEAR (SHIFT, 5): wist numerieke invoeren zodat ze opnieuw kunnen worden
ingevoerd.
CAL (SHIFT, 8): brengt de gebruiker naar de kalibratieprocedure.
. (komma, punt) (SHIFT, 0): wordt in numerieke invoeren gebruikt voor cijfers
achter de komma. Druk op 5, SHIFT, 0, 3 om 5.3 in te voeren (Sommige talen
gebruiken , (een komma) als punt in getallen met cijfers achter de komma. Deze
pomp gebruikt .)
Watson-Marlow 620DiN, 620Di Handleiding
22