Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding
WATSON-MARLOW BREDEL HANDLEIDINGEN
m-520u-ip31-nl-05
Watson-Marlow 520U
IP31 pompen
Inhoud
1
2
3
4
5
6
7
8
8.1
9
9.1
9.2
handbediening
15.1 Toetsenbord in
menuschermen
30
3
4
5
6
7
8
10
15
16
18.1 Exit (afsluiten)
16
17
18
11
21.3 Tachometerfrequentie-
output
12
23
24
24
21.10 Voedingsspanningen
27
28
28
29
32
33
35
36
38
40
41
42
42
43
43
44
45
36
48
48
49
50
51
52
54
55
56
57
57
58
58
60
63
64
67
68
68
69
70
72
72
73
74
75
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Watson Marlow Pumps m-520u-ip31-nl-05

  • Pagina 1: Inhoudsopgave

    WATSON-MARLOW BREDEL HANDLEIDINGEN m-520u-ip31-nl-05 Watson-Marlow 520U IP31 pompen Inhoud Verklaring van overeenstemming 3 16.10 Taal Verklaring van de fabrikant 16.11 Standaardinstellingen Vijf jaar garantie 16.12 Veiligheidscode Als u uw pomp uitpakt 16.13 Afsluiten Informatie over het retourneren 17 MemoDose van pompen 17.1 Doseersnelheid wijzigen...
  • Pagina 2 27.5 520RE Element aansluiting 77 28 Onderhoud 520R, 520R2 en 520RE pompkoppen 29 520R, 520R2 en 520RE rotorinstellingen 30 Reserveonderdelen van de pompkop 31 Debieten 32 Slang- en element- onderdeelnummers 33 Pompaccessoires serie 520 34 Handelsmerken 35 Waarschuwing voor het gebruik van pompen in op patiënten aangesloten toepassingen 36 Publicatiegeschiedenis...
  • Pagina 3: Verklaring Van Overeenstemming

    1 Verklaring van overeenstemming Deze verklaring werd op 1 juli 2003 afgegeven voor Watson-Marlow 520U pompen. Wanneer deze pompeenheid wordt gebruikt als een op zichzelf staande pomp voldoet het aan de eisen in: Machinerichtlijn 2006/42/EC, EMC-Richtlijn 2004/108/EC. Deze pomp is vermeld in het ETL-register: ETL-controlenummer 3050250. Gecert.
  • Pagina 4: Vijf Jaar Garantie

    3 Vijf jaar garantie 520- , 620- en 720 cased pompen Voor een 520-, 620- of 720 cased pump gekocht na 1 januari 2007, garandeert Watson-Marlow Limited (“Watson-Marlow”), onder de hieronder vermelde voorwaar- den en uitsluitingen, bij storing binnen een periode van vijf jaar na datum fabricage, gratis reparatie of vervanging van alle onderdelen van dit product door Watson- Marlow, haar dochterondernemingen of erkende distributeurs.
  • Pagina 5: Als U Uw Pomp Uitpakt

    4 Als u uw pomp uitpakt Pak alle onderdelen voorzichtig uit en bewaar de verpakking totdat u zeker bent dat alle componenten aanwezig en in goede staat zijn. Controleer dit met de lijsten met geleverde componenten, zie hieronder. Afvoer van het verpakkingsmateriaal Voer het afvoermateriaal op een veilige manier en volgens de plaatselijke voorschriften af.
  • Pagina 6: Informatie Over Het Retourneren Van Pompen

    Opslag Dit product kan langdurig worden opgeslagen. Desondanks moet na opslag zorgvuldig worden gehandeld om ervoor te zorgen dat alle onderdelen goed werken. Gebruikers moeten beseffen dat de pomp is uitgerust met een accu die ongebruikt zeven jaar meegaat. Langdurige opslag wordt niet aanbevolen voor pompslangen. Volg de aanbevelingen op voor opslag en uiterste gebruiksdatums die gelden voor pompslangen die u na opslag wilt gebruiken.
  • Pagina 7: Slangenpompen - Een Overzicht

    6 Slangenpompen - een overzicht Een peristaltische pomp is de meest eenvoudige soort pomp, omdat hij geen klep- pen, afdichtingen of pakkingbussen heeft die kunnen corroderen of verstopt kunnen raken. De vloeistof komt alleen in contact met de binnenkant van een slang, waar- door de pomp de vloeistof niet kan verontreinigen of andersom.
  • Pagina 8: Opmerkingen Over Veiligheid

    7 Opmerkingen over veiligheid Uit veiligheidsoverwegingen dient deze pomp en de slang alleen door deskundig, goed opgeleid personeel te worden gebruikt, nadat zij deze handleiding hebben gelezen en begrepen en elk mogelijk gevaar hebben overwogen. Als de pomp wordt gebruikt op een manier die niet is aangegeven door Watson-Marlow Ltd, kan de beveiliging waarmee de pomp is uitgerust worden aangetast.
  • Pagina 9 De pompkop bevat bewegende delen. Voordat u het met gereedschap ont- grendelbare pompkopdeksel opent, moeten de volgende veiligheidsinstructies in acht worden genomen. Zorg ervoor dat de pomp niet meer aangesloten is op de netvoeding. Zorg ervoor dat de leiding niet meer onder druk staat. Als een slangdefect is opgetreden, zorg ervoor dat alle vloeistof uit de pompkop is afgetapt in een geschikte bak, container of afvoer.
  • Pagina 10: Pompspecificaties

    8 Pompspecificaties Aan de achterzijde van de pomp is een typeplaatje bevestigd. Het bevat de naam van de fabrikant en contactgegevens, productreferentienummer, serienummer en modeldetails. Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 11 520U, IP31 model Deze pomp kan met behulp van het toetsenbord of extern worden bediend. De pomp is uitgerust met de volgende functies: Handbediening Toerenregeling; “run/stop” (starten en stoppen); instellen draairichting; “max”- toets voor snelle aanzuiging. Remote control De pomp kan digitaal worden bediend met behulp van een contactsluiting of logisch inputsignaal.
  • Pagina 12 IP (Ingress Protection) en NEMA-definities NEMA 1e cijfer 2e cijfer Beschermd tegen het binnendringen van Gebruik binnenshuis om vaste stoffen met een Bescherming tegen een zekere diameter van meer dan verticaal druipwater. Er beschermingsgraad te 2,5mm. Gereedschap, mag geen schadelijke geven tegen beperkte bedrading enz.
  • Pagina 13 Pompspecificaties Regelbereik (aantal stappen) 0,1-220tpm (2.200:1) Voedingsspanning/frequentie 100-120V/200-240V 50/60Hz 1ph ±10% van nominale spanning. Er is een constante netvoeding vereist, Maximale spanningsvariatie samen met kabelverbindingen die vol- doen aan de beste praktijk inzake ruisimmuniteit. Installatiecategorie (overspanningscategorie) Stroomverbruik 135VA Vollaststroom <0,6A bij 230V; <1,25A bij 115V Eprom-versie Toegankelijk via pompsoftware IP31 volgens BS EN 60529;...
  • Pagina 14 Normen Veiligheid van machinerie - elektrische apparatuur van machines: BS EN 60204-1 Veiligheidseisen voor elektrische apparatuur voor meting, regeling en laboratoriumgebruik: BS EN 61010-1 met inbegrip van A2 Categorie 2, Verontreinigingsgraad 2 Mate van bescherming geleverd door behuizingen (IP-codes): BS EN 60529 aanpassing 1 en 2 Emissies d.m.v.
  • Pagina 15: Afmetingen

    8.1 Afmetingen 520U IP31 model Gewicht Alleen + 520REL, + 520R, 520R2 + 505L aandrijving 520REM, 520REH IP31 8,90kg 9,80kg 9,72kg 11,38kg Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 16: Een Goede Pompinstallatie

    9 Een goede pompinstallatie 9.1 Algemene aanbevelingen Een correct uitgevoerde installatie zal ervoor zorgen dat de pompslang zo lang mogelijk meegaat. Plaats de pomp op een vlakke, horizontale, stevige ondergrond, vrij van overmatige trillingen, om de juiste smering van de tandwielkast te waarbor- gen.
  • Pagina 17: Wat U Wel En Niet Moet Doen

    9.2 Wat u wel en niet moet doen Monteer de pomp niet in een krappe ruimte zonder voldoende luchstroming rondom de pomp. Houd zuig- en persslang zo kort en direct mogelijk - idealiter echter niet korter dan 1m - en volg de kortste route. Gebruik bochten met een grote radius: ten minste 4x de slangdiameter.
  • Pagina 18: Aansluiting Van Dit Product Op Een Voeding

    10 Aansluiting van dit product op een voeding Zet de spanningskeuzeschakelaar op 115V voor een netvoeding van 100-120V 50/60Hz of op 230V voor een netvoeding van 200-240V 50/60Hz. Controleer de spanningskeuzeschakelaar altijd voordat u de pomp op de netvoeding aansluit. Sluit de pomp op de juiste manier op een eenfase- netvoeding aan.
  • Pagina 19 Als de netvoedingskabel niet geschikt is voor uw installatie, kan deze worden ver- vangen. Zorg ervoor dat de pomp niet meer aangesloten is op de netvoeding. Verwijder de zes schroeven in het interfacekaartdeksel onder de pomp. Verwijder het interfacekaartdeksel. U vindt het wellicht gemakkelijker om het deksel geheel te verwijderen;...
  • Pagina 20 Zekering in de toevoerleiding: ver- traagde zekering, type T2,5A H 250V, bevindt zich in een zekeringhouder in het midden van de schakelplaat aan de achterzijde van de pomp. Stroomonderbreking: Deze pomp heeft een auto-herstartfunctie die, indi- en geactiveerd, ervoor zorgt dat de pomp terugkeert naar de bedrijfstoes- tand die vóór de stroomonderbreking aanwezig was.
  • Pagina 21: Checklist Bij Het Opstarten

    11 Checklist bij het opstarten Opm.: Zie ook Plaatsen van de pompslang. Zorg ervoor dat de pompslang en de aanzuig- en persleidingen goed op elkaar zijn aangesloten. Zorg ervoor dat de pomp op een geschikte (net)voeding is aangesloten. Zorg ervoor dat de aanbevelingen in deel 9 Een goede pompinstallatie in acht worden genomen.
  • Pagina 22 Standaardinstellingen bij eerste opstart Taal Niet ingesteld Analoge input 4-20mA Toerental Maximum Gebruikerstrim Geen Open=in Draairichting Rechtsom Externe stop bedrijf 520R2 9,6mm In bedrijf/Stop Kalibratie Output 1 slang Achtergrond- Output 2 Richting † verlichting Toetsenbord- Output 3 Auto/Man ‡ vergrendeling General alarm Auto-herstart Output 4...
  • Pagina 23: De Pomp Na De Eerste Keer Inschakelen (Indien Niet In Auto-Herstartmodus)

    13 De pomp na de eerste keer inschakelen (indien niet in auto-herstartmodus) Schakel de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp in. De pomp voert een “voeding-AAN”-test uit om te controleren of het geheugen en de hardware goed werken. Als een fout wordt gevonden, verschijnt een foutmelding. Zie 23.1 Foutmeldingen.
  • Pagina 24: Handbediening

    14 Handbediening 14.1 Toetsfuncties bij handbediening Alle instellingen en functies van de pomp handbediening worden ingesteld geregeld door indrukken van toetsen. Direct na de hierboven beschreven opstartweer- gaveprocedure verschijnt het hoofd- scherm handbediening. De momenteel gekozen draairichting wordt weergegeven op de display door een rechtsom- of linksomdraaiende pijl.
  • Pagina 25 MAX: als MAX wordt ingedrukt, werkt de pomp met het maximum toerental en in de draairichting die op de display is weergegeven. Als de toets wordt losge- laten, keert de pomp terug naar zijn vorige toestand. Opm.: Zelfaanzuiging kan worden bereikt door de MAX-toets in te drukken, totdat vloeistof door de pomp stroomt en het uitlaatpunt bereikt, waarna de MAX-toets wordt losgelaten.
  • Pagina 26 ENTER: verandert de informatie die is weergegeven op het hoofdscherm handbediening van omwentelingen per minuut (tpm) eerst in doorstroomsnel- heid in een aantal te kiezen eenheden (via een waarschuwingsscherm, als de doorstroomsnelheid niet is gekalibreerd) intpm en doorstroomsnelheid. (Zie START, hierboven. Zie 18 Doorstroomkalibratie. Deze functie werkt als de pomp in bedrijf is en als deze stilstaat.
  • Pagina 27: Toetsenbordvergrendeling

    14.2 Toetsenbordvergrendeling Het toetsenbord kan worden vergrendeld om wijzigingen in het pomptoerental of in andere instellingen te voorkomen en om ervoor te zorgen dat de pomp alleen kan worden gestart of gestopt. Het hangslotsymbool wordt op de display weergegeven. Als de pomp in bedrijf is, houd de START-toets gedurende twee seconden ingedrukt.
  • Pagina 28: Hoofdmenu

    15 Hoofdmenu. 15.1 Toetsenbordfuncties in menuschermen Naast functies andere toepassingen, worden met de volgende toetsen specifieke acties in menuscher- men geactiveerd: STOP: In het algemeen fungeert STOP als een “ga terug”-toets, waardoor de gebruiker naar het eerstvolgende hogere menuniveau gaat, zonder dat een wijziging werd uitgevoerd.
  • Pagina 29: Invoer Hoofdmenu

    15.2 Invoer hoofdmenu Na indrukken van de MENU-toets verschijnt het hoofdmenu. Het werkt op elk willekeurig tijdstip als de pomp in bedrijf is, behalve als er een foutmelding in de dis- play gegeven wordt of als er een scherm is waarbij met behulp van UP- en DOWN- toetsen waarden worden ingevoerd.
  • Pagina 30: Instellen

    16 Instellen De pomp kan worden geconfigureerd om de toegang tot de setup-parameters te beperken tot gebruikers die de juiste driecijferige veiligheidscode invoeren. Opm.: De veiligheidscode kan worden ingesteld, gewijzigd of verwijderd in het Setup- menu. Zie 16.12 Veiligheidscode. Als er geen veiligheidscode is ingesteld Als er geen veiligheidscode is ingesteld, dan zal de pomp door het kiezen van Setup en het indrukken van ENTER het eerste gedeelte van het Setup-menu weergeven.
  • Pagina 31 Het Setup-menu Het Setup-menu omvat vier schermen. eerste scherm naar de volgende schermen te gaan, moet steeds DOWN indrukken. Elke optie wordt achtereenvolgens gehighlight totdat de laatste optie op het scherm is bereikt. Als u nogmaals op de DOWN-toets drukt, wordt het volgende scherm van het menu weergegeven, waarbij de eerste optie wordt gehighlight.
  • Pagina 32: Trimmen

    16.1 Trimmen Een pomp die extern wordt aangestuurd, geeft een binnenkomend extern analoog signaal door naar pin 4 van de onderste D-connector aan de achterzijde van de pomp binnen het bereik 4-20mA of 0-10V. De Trim-setup wordt gebruikt om de pomp op een analoog bedieningssysteem te kalibreren.
  • Pagina 33: Analoog

    16.2 Analoog Een pomp die extern wordt aangestuurd, geeft een binnenkomend extern analoog signaal door naar pin 4 van de onderste D-connector aan de achterzijde van de pomp binnen het bereik 4-20mA of 0-10V. Met de Analogue (Analoog) optie in het Setup-menu kan de gebruiker de pomp configureren zodat deze met zijn afstands- bedieningssysteem kan functioneren.
  • Pagina 34 Program (programma) Kies Program met behulp van de UP- of DOWN-toetsen en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp zal twee opties aangeven: mA en V . Gebruik de UP- of DOWN-toets om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft een scherm weer, waarop u het toerental voor een laag inputsignaal kunt instellen.
  • Pagina 35: Display

    16.3 Display Een van twee standaardschermen kan door de pomp worden weergegeven in hand- matige stand: omwentelingen per minuut of debiet in milimeters per minuut. Op het eerste scherm van het Setup-menu kies Display (Weergave) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te beves- tigen.
  • Pagina 36: Outputs

    16.4 Outputs De 520U-pompen zijn voorzien van vier digitale statusoutputs. Zie 12 De pomp voor het eerst inschakelen voor standaardinstellingen bij de eerste opstart. Alle vijf parameters kunnen voor elke output, of meer dan één output, worden geconfig- ureerd. De parameters zijn: Run/stop Geeft een statusoutput om aan te geven of de pompkop in bedrijf is of gestopt is.
  • Pagina 37 Op het eerste scherm van het Setup-menu kies Outputs met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft een scherm weer, waarmee u elk van de vier outputs kunt con- figureren of dit menu kunt afsluiten. Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 38: Externe Stop

    16.5 Externe stop De 520U-pomp kan worden gestart en gestopt met een externe schakelaar tussen pin 7 en pin 19, met behulp van de opdracht open=run (in bedrijf) of open=stop. Het werkt ook met een logische input tussen 5V en 24V op pin 7, onderste D-con- nector.
  • Pagina 39 Indien Yes (ja) wordt gekozen, vraagt de pomp de gebruiker of de externe stop volledig moet worden uitgeschakeld (voor zowel ahndmatige als automa- tische bediening), of alleen voor handmatige bediening, zodat de externe stop blijft functioneren in automatische stand. Maak een keuze met behulp van de UP- en DOWN-toetsen en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 40: Auto-Herstart

    16.6 Auto-herstart Deze pomp is uitgerust met een auto-herstartfunctie (“Auto-herstart”). Als de pomp tijdens een stroomonderbreking in bedrijf is, zal deze de pomp herstarten als de stroom weer terugkeert, totdat de toestand is bereikt waarin de pomp zich bevond toen de stroom werd onderbroken. Het werkt niet als de pomp in het midden van een dosering wordt uitgeschakeld;...
  • Pagina 41: Instellen Maximumtoerental

    Een andere mogelijkheid ... Stop de pomp. Schakel de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp uit. Houd de START-toets ingedrukt en schakel de netschakelaar in. Het !-symbool verschijnt op de display. Start de pomp. Als de netvoeding wordt onderbroken, zal de pomp automatisch herstarten, zodra de stroomtoevoer is hersteld.
  • Pagina 42: Displayverlichting

    16.8 Displayverlichting Desgewenst kan de display van de pomp al of niet worden verlicht. Op hettweede scherm van het Setup-menu kies Backlight met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft een scherm weer, waarop de gebruiker de verlichting van de display kan in- of uitschakelen.
  • Pagina 43: Taal

    16.10 Taal De pomp kan op meerdere talen worden ingesteld. Op het derde scherm van het Setup-menu kies Language (Taal) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. Kies op het volgende scherm een taal met behulp van de UP- en DOWN-toet- sen.
  • Pagina 44: Veiligheidscode

    16.12 Veiligheidscode Toegang tot Setup-menu van de pomp kan worden beperkt voor gebruikers die de juiste driecijferige veiligheidscode invoeren. Zie 16 Instellen. De codes moeten eerst worden ingesteld. Op het derde scherm van het Setup-menu kies Security code (Veiligheidscode) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 45: Afsluiten

    Voer de driecijferige code opnieuw in. Als de door u ingevoerde tweede driecijferige code verschilt van de eerste, zal de pomp kort een foutmelding weergeven en het eerste driecijferige invoer- scherm opnieuw weergeven. Indien de codes overeenkomen, toont de pomp kort een bevestiging en keert terug naar het derde Setup-scherm.
  • Pagina 46: Memodose

    17 MemoDose Opm.: Dit menu geeft tevens toegang tot kalibratie van het debiet. Telkens wanneer de pomp wordt gestart door START in te drukken, wordt het aan- tal omwentelingen van de pompkop totdat STOP werd ingedrukt, opgeslagen. Het aantal omwentelingen komt overeen met het afgegeven vloeistofvolume: de doser- ing.
  • Pagina 47 Om de dosering te herhalen De pomp heeft het aantal omwentelingen van de pompkop opgeslagen dat nodig is voor de masterdosering. Als het vloeistofvolume in de meetbak het vereiste volumeniveau heeft bereikt, druk dan op START om de dosering te herhalen.
  • Pagina 48: Doseersnelheid Wijzigen

    17.1 Doseersnelheid wijzigen De gebruiker moet MemoDose afsluiten om de snelheid (en richting) van de pomp te wijzigen. Nadat de gebruiker naar MemoDose is teruggekeerd, geeft de pomp de vorige dosering met de nieuwe snelheid af. Druk binnen een halve seconde twee keer op de STOP-toets. Het hoofdscherm handbediening verschijnt.
  • Pagina 49: Doorstroomkalibratie

    18 Doorstroomkalibratie De pomp kan zowel het debiet in millimeters per minuut als het toerental in omwen- telingen per minuut (tpm) weergeven. In het hoofdscherm voor de handmatige modus, kiest u het gewenste pompto- erental en de draairichting met behulp van de UP- of DOWN-toets en de RICHTING-toets.
  • Pagina 50 Meet het verpompte vloeistofvolume. Noteer het volume. De pomp heeft het aantal omwentelingen van de pompkop opgeslagen dat nodig is voor het verpompen van het gemeten vloeistofvolume. Het “Calibration dose” (Dosering kalibreren)-scherm verschijnt. Het toont een viercijferig getal in millimeters, en de instructie: “Enter dose value”. Het weergegeven getal is het getal dat werd ingevoerd toen de pomp de vorige keer werd gekalibreerd (of de standaardinstelling).
  • Pagina 51: Pin-Out Details

    19 Pin out details Door Pin out details details te kiezen, verschijnt op de display een informati- escherm en vervolgens de voorafingestelde 17 pin- en spanningsdetails : Analogue input, Analogue output, Tacho output, Run/Stop input (In bedrijf/stop input), Direction enable input, Direction input, Leak input (Lekkage-input), Auto/Man toggle (Auto/Man-wissel), Dose input (Doseringsinput), Output 1, Output 2, Output 3, Output 4, Supply voltages (Voeding), 0 volts, Functional Earth (Aarde) en Others (Overige).
  • Pagina 52: Afsluiten

    De informatie over pinouts is een kopie van de details die zijn beschreven in deze gebruikershandleiding onder 21 Bedrading automatische besturing. De beschikbare schermen worden alle op soortgelijke wijze gepresenteerd. Bijvoorbeeld na keuze van Analogue input verschijnt het volgende scherm: Dit betekent dat het analoge inputsignaal moet worden toegepast op pin 4 van de onderste D-connector aan de achterzijde van de pomp, terwijl 0 volt beschikbaar is op pin 16.
  • Pagina 53: 21 Bedrading Automatische Besturing

    21 Bedrading automatische besturing De pomp wordt op andere apparaten aangesloten via de twee D-connectoren aan de achterzijde van de pomp. De bovenste is mannelijk, de onderste is vrouwelijk. Gepaarde connectoren (mannelijk/vrouwelijk), die tegen EMC-compabiliteit zijn afgeschermd, moeten op conventionele wijze aan afgeschermde besturingskabels worden gesoldeerd.
  • Pagina 54: Toerental: Analoge Input

    Sluit nooit netspanning aan op de 25-pins connector. Sluit de juiste signalen aan op de onderstaande pin- nen. Beperk signalen tot de aangegeven maxi- mumwaarden. Voer geen spanning over andere pin- nen. Er kan dan blijvende schade ontstaan, die niet onder de garantie valt.
  • Pagina 55: 21.2 Toerental: Analoge Output

    21.2 Toerental: Analoge output Een analoog output-signaal is beschikbaar op pin 2 van de onderste D-connector. Aarde naar pin 15. De spanning is recht evenredig met de omwentelingssnelheid van de pompkop. 0V = 0tpm; 10V = maximumtoerental. 21.3 Tachometerfrequentie-output Een tachometerfrequentieoutput is beschikbaar op pin 1 van de onderste D-connec- tor.
  • Pagina 56: Run/Stop Input

    Belangrijk: algemene instructies voor externe stuurinputs Alle externe stuurinputs kunnen op twee manieren worden bedraad: Logic Logische spanning tussen 5V TTL en 24V industrieel logisch signaal kan wor- den aangesloten op de inputpin. De pomp is geconfigureerd om te werken zonder wijzigingen op elk willekeurig punt in dit bereik.
  • Pagina 57: Draairichtingsinput

    21.5 Draairichtingsinput Om de afstandsbesturing van de draairichting in te schakelen en de RICHTING- toets op het toetsenbord uit te schakelen, verbind pin 6 en 18 op de onderste D- connector. sluit een externe schakelaar aan tussen pin 5 en 19 op de onderste D- connector.
  • Pagina 58: Memodose Input

    21.7 MemoDose-input Sluit een voorlopige contactschakelaar zoals een voetschakelaar of handschakelaar aan tussen pin 8 en 9 op de onderste D-connector. Sluit de schakelaar om met een dosering te beginnen. Deze input is software-”debounced” en functioneert op soort- gelijke wijze als de andere inputs op afstand, zoals het bovengenoemde 5V tot 24V logische signaal, met behulp van pin 8 als de input en pin 20 als de 0V (onderste D- connector).
  • Pagina 59 Sluit de kabel van een Watson-Marlow-lekdetector als volgt aan: Pinnummer, Lekdetectie bovenste 25-pins draadkleur connector Blauw Geel Rood Opm.: Gebruik uitsluitend een Watson-Marlow-lekdetector uit de 520-serie. Belangrijk: Pompstatus-outputs Alle vier outputs kunnen softwarematig worden geconfigureerd voor de output van een reeks parameters: zie 16.4 Outputs onder Setup. Output 1 en 2 zijn tegelijkertijd beschikbaar van de bovenste en onderste D- connector.
  • Pagina 60: Logic Outputs

    21.9.1 Logic output 1 Output 1 wordt afgeleid van pin 10 van de bovenste D-connector, afhankelijk van de logische staat van de functie toegewezen aan Output 1. Een andere mogelijkheid is om een belasting zoals een relaisspoel aan te sluiten op pin 10, met aarding op pin 17.
  • Pagina 61 21.9.2 Logic output 2 Output 2 wordt afgeleid van pin 11 van de bovenste D-connector, afhankelijk van de logische staat van de functie toegewezen aan Output 2. Een andere mogelijkheid is om een belasting zoals een relaisspoel aan te sluiten op pin 11, met aarding op pin 17.
  • Pagina 62 21.9.3 Logic output 3 Output 3 wordt afgeleid van pin 13 van de bovenste D-connector, afhankelijk van de logische staat van de functie toegewezen aan Output 3. Een andere mogelijkheid is om een belasting zoals een relaisspoel aan te sluiten op pin 13, met aarding op pin 17.
  • Pagina 63: Voedingsspanningen

    21.10 Voedingsspanningen Gelijk Onderste Bovenste Typisch gebruik stroom belasting spanning 10mA 9, 19, 23 18, 19 Spanningsbron voor inputs met externe schakelaar. Mogelijke spanningsbron voor outputs als alleen 5V is vereist. Pin 9 wordt met name gebruikt voor bediening van voetschake- laar/handschakelaar.
  • Pagina 64: Automatische Besturing En Bediening

    22 Automatische besturing en bediening Controleer dat de pomp klaar voor gebruik is voordat u de automatische bediening kiest. Externe stuursignalen kunnen de pomp zonder waarschuwing starten. Hoe gaat u naar de automatische bediening Druk op de AUTO/MAN-toets om automatische bediening te kiezen, of sluit een hoog signaal (5V tot 24V) aan op de auto / manual input op afstand.
  • Pagina 65 Hoe verlaat u de automatische bediening Druk op de AUTO/MAN-toets of verlaag de externe auto / manual-input (0V). De pomp keert terug naar handbediening en behoudt het ingestelde toerental en bedrijfsstatus van haar vorige werking in de analoge modus. Noodstop Druk in geval van nood op de STOP-toets.
  • Pagina 66: Opsporen En Oplossen Van Fouten

    23 Opsporen en oplossen van fouten Als de pompdisplay zwart blijft, nadat de pomp is ingeschakeld, controleer dan het volgende: Controleer de stand van de spanningskeuzeschakelaar. Controleer de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp. Controleer of de pomp is aangesloten op de netvoeding. Controleer de zekering in de zekeringhouder in het midden van de schakelplaat aan de achterzijde van de pomp.
  • Pagina 67: Foutmeldingen

    23.1 Foutmeldingen Als een interne fout optreedt, verschijnt een knipperend foutscherm. Opm.: Foutschermen voor de meldingen Signal out of range (Signaal buiten bereik), Over signal (Oversignaal), No signal (Geen signaal) en Leak detected (Lek gedetecteerd) geven informatie over het soort externe signaal. Deze knipperen niet.
  • Pagina 68: Onderhoud Van De Aandrijving

    24 Onderhoud van de aandrijving De pomp bevat geen door de gebruiker te onderhouden zekeringen of onderdelen (m.u.v. het netsnoer: zie 10 Aansluiting van dit product op een voeding). Voor servicewerkzaamheden moet de eenheid naar Watson- Marlow of de door haar aangewezen vertegenwoordigers of distributeurs worden teruggestuurd.
  • Pagina 69: De 520R, 520R2 En 520Re Pompkoppen

    26 De 520R, 520R2 en 520RE pompkoppen Identificatie van de onderdelen 520R/520R2 520REL/520REM/520REH Dekselsluiting Rotorkap Hoofdroller Slangklemschuif Kap (520R, 520R2) Slanggeleideroller (520R, 520R2) Slangklemschuif Pomphuis Rotor (520R, 520R2) Koppelingsknop- Kap met afdichting Volgroller afdekking (520RE) Aftappoort (520RE) Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 70: Plaatsen, Verwijderen En Vervangen Van Pompkop

    26.1 Plaatsen, verwijderen en vervangen van pompkop Trek altijd de netstekker uit de pomp voordat u het deksel opent of bij andere plaatsings-, verwijderings- of onderhoudswerkzaamheden. Het pomphuis kan in drie richtingen worden gemonteerd zodat de inlaat-/uitlaatzi- jdes naar rechts, naar boven of naar onderen wijzen, afhankelijk van welke positie het meest comfortabel is.
  • Pagina 71 Verwijderen van de rotor Verwijder de slang, indien aanwezig, uit de pompkop. Open de flexibele rotorkap in het midden van de rotor. Draai de centrale fixeerschroef met behulp van een sleufschroevendraaier los en verwijder deze. Trek de rotornaaf van de asklauw. Tussen de naaf en de as bevindt zich een gespleten spanhuls.
  • Pagina 72: Inbedrijfsstelling Van 520R, 520R2 En 520Re Pompkoppen

    27 Inbedrijfsstelling van 520R, 520R2 en 520RE pompkoppen Trek altijd de netstekker uit de pomp voordat u het dek- sel opent of bij andere plaatsings-, verwijderings- of onderhoudswerkzaamheden. 27.1 Openen van het pompkopdeksel Ontgrendel het pompkopdeksel door de sluiting met een sleufschroevendraaier een kwartslag linksom te draaien.
  • Pagina 73: En 520R2 Plaatsen Van De Pompslang

    27.2 520R en 520R2 plaatsen van de pompslang 520R-pompkoppen met continue slangen zijn standaard ingesteld voor Watson- Marlow-slangen met een slangwanddikte van 1,6mm. 520R2-pompkoppen met con- tinue slangen zijn standaard ingesteld voor Watson-Marlow-slangen met een slang- wanddikte van 2,4mm. De pompprestatie kan negatief worden beïnvloed als geen Watson-Marlow-slangen worden gebruikt.
  • Pagina 74: 520Re: Aftappoort Monteren

    De veerslangklemmen moeten de slang stevig genoeg vastgrijpen om de beweging in- en uit de pompkop te stoppen, maar moeten de slang ook niet te sterk indrukken en de vloeistofstroom smoren. De slangklemmen zijn voorzien van gele geleiders, die in twee posities kunnen worden vastgeklikt als de klem- men open worden gehouden: in de buitenpositie kunnen de klemmen de slang stevig vastpakken;...
  • Pagina 75: 520Re Element Plaatsen

    27.4 520RE Element plaatsen 520RE-pompkoppen met slangelementen zijn standaard ingesteld voor Watson- Marlow-slangen met een slangwanddikte van 2,4mm. Elementen aangebracht met snelkoppelingen of Tri-clamp sanitaire connectors kunnen worden gebruikt; het is echter van vitaal belang dat het drukvermogen van het element overeenkomt met het drukvermogen van de pompkop zodat de correcte rolveerdruk en opsluitinstellingen worden gebruikt.
  • Pagina 76 Controleer dat de kleurcodering van de aan te brengen konische koppelingsmantel dezelfde kleur heeft als de rotorkap van de pompkop. 520RE Procedure element plaatsen Opm.: De procedure voor het plaatsen van het element is hetzelfde voor industriële- (als afgebeeld) en sanitaire elementen. Kies een geschikt Watson-Marlow 520RE slangelement, waarbij men dient te letten op drukvermogen, binnendiameter, slangmateriaal en connectortype.
  • Pagina 77: 520Re Element Aansluiting

    27.5 520RE Element aansluiting Kies een geschikte slang om aan te sluiten op de slangelement aan- en afvoercon- nectors. Controleer dat het drukvermogen geschikt is voor de toepassing. Sanitaire ⁄ in mini-Tri-clamp connectors Sanitaire connectors worden verbonden met het slangsysteem m.b.v.mini-Tri-clam- pen en pakkingen.
  • Pagina 78: Onderhoud 520R, 520R2 En 520Re Pompkoppen

    28 Onderhoud 520R, 520R2 en 520RE pompkoppen Trek altijd de netstekker uit de pomp voordat u het dek- sel opent of bij andere plaatsings-, verwijderings- of onderhoudswerkzaamheden. Als onderdeel van regelmatige reinigings- en onderhoudwerkzaamheden (en ten minste om de drie maanden), moeten de scharnierpunten, de volgrollers en de slanggeleiderollers worden gesmeerd met Ultra Lube (PA 1240), een niet- giftig, op perfluorether gebaseerd smeervet.
  • Pagina 79: Rotorinstellingen

    Algemene richtlijn voor het reinigen met oplosmiddelen Chemische Reinigingsvoorzorgsmaatregelen Verwijder deksel. Stel rotorkap en koppelingss- choen minder dan één minuut bloot aan dit oplosmiddel Alifatische koolwaterstoffen (mogelijke aantasting door bijtende stoffen). Volgrollers en slanggeleiderollers opnieuw smeren. Verwijder deksel. Stel rotorkap en koppelingss- choen minder dan één minuut bloot aan dit oplosmiddel Aromatische koolwaterstoffen...
  • Pagina 80: Reserveonderdelen Van De Pompkop

    30 Reserveonderdelen van de pompkop 520R/520R2 520REL/520REM/520REH 053.1011.100 520R 053.1011.2L0 520R2 053.1011.EL0 520REL 053.1011.EM0 520REM 053.1011.EH0 520REH MNA2050A (520R, 520R2) Pompkopdeksel inclusief met gereedschap ontgrendelbare sluiting MNA2045A (520R, 520R2) Pomphuis voor cased pompen inclusief veerslangklemmen MNA2076A (520R - 1,6mm wandddikte) Rotordeksel, rotorkap en kop- MNA2077A (520R2 - 2.4mm wanddikte) pelingsknop...
  • Pagina 81: Debieten

    31 Debieten Pompcondities Voor nauwkeurige en herhaaldelijk dezelfde opbrengsten-prestatie is het belangrijk bij ieder nieuw stuk slang de opbrengst onder bedrijfsom- standigheden te bepalen. Bij het draaien tegen de wijzers van de klok in, zijn de 520R, 520R2 en 520RE pompkopdebieten recht evenredig met de rotorsnelheid. Bij het draaien met de wijzers van de klok meezijn de 520R, 520R2 en 520RE pompkopdebieten recht evenredig met de rotorsnelheid tot maximaal 1,5...
  • Pagina 82 520RE Prestatiegegevens voor de 520REL en 520REM zijn gemeten respectievelijk bij 2 bar en 4 bar piekdruk. Prestatiegegevens voor de 520REH zijn gemeten bij 7bar constante druk. Hoewel de door de fabrikant aangegeven piekdruk voor de 520REL 2 bar (30psi) en voor de 520REM 4bar (60psi) bedraagt en de aangegeven constante druk voor de 520REH 7bar (100psi) bedraagt, zullen de pompen meer dan deze druk genereren wanneer de systeemdruk dit overschrijdt.
  • Pagina 83 klemmenset continueslangen 520R Neoprene, Sta-Pure, Chem-Sure, PVC, Pumpsil (ml/min) Pomp- 0,5mm 0,8mm 1,6mm 3,2mm 4,8mm 6,4mm 8,0mm 9,6mm snelheid 520U/R,520U/R2 0,1- 0,004- 0,01- 0,04- 0,18- 0,40- 0,70- 1,1- 1,6- 220tpm 1.500 2.400 3.500 520R Marprene / Bioprene 64 Shore-slang (ml/min) Pomp- 0,5mm 0,8mm 1,6mm 3,2mm 4,8mm 6,4mm 8,0mm 9,6mm snelheid...
  • Pagina 84 Slangelementen 520REL Neoprene, 520REL Marprene / Sta-Pure, Chem-Sure, Pumpsil Bioprene TL (ml/min) (ml/min) Pomp- 3,2mm 6,4mm 9,6mm 3,2mm 6,4mm 9,6mm snelheid 520U/REL 0,1- 0,18- 0,70- 1,6- 0,17- 0,67- 1,5- 220tpm 1.500 3.500 1.500 3.300 520REL Neoprene, Sta-Pure, 520REL Marprene / Chem-Sure, Pumpsil Bioprene TL (USGPH)
  • Pagina 85 Flowcurves Marprene continueslang, 1,6mm wanddikte, 200tpm, rechtsomdraaiend Marprene continueslang, 1,6mm wanddikte, 200tpm, linksomdraaiend Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 86 Marprene continueslang, 2,4mm wanddikte, 200tpm, rechtsomdraaiend Marprene continueslang, 2,4mm wanddikte, 200tpm, linksomdraaiend Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 87 Marprene TL element, 0-2 bar (0-30psi), 200tpm, linksomdraaiend Sta-Pure element, 0-2 bar (0-30psi), 200tpm, linksomdraaiend Marprene TM element, 2-4 bar (30-60psi), 200tpm, linksomdraaiend Sta-Pure element, 2-4 bar (30-60psi), 200tpm, linksomdraaiend Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 88 Marprene TH element, 4-7 bar (60-100psi), 200tpm, linksomdraaiend Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 89: Slang- En Element- Onderdeelnummers

    32 Slang- en element-onderdeel nummers 1,6mm wanddikte, slang voor 520R-pompkoppen inch Marprene Bioprene Chem-Sure 902.0005.016 903.0005.016 902.0008.016 903.0008.016 902.0016.016 903.0016.016 965.0016.016 902.0032.016 903.0032.016 965.0032.016 902.0048.016 903.0048.016 965.0048.016 902.0064.016 903.0064.016 965.0064.016 902.0080.016 903.0080.016 965.0080.016 inch Fluorel Neoprene 920.0008.016 950.0016.016 970.0016.016 920.0016.016 950.0032.016 970.0032.016 920.0032.016...
  • Pagina 90 2,4mm wanddikte, slang voor 520R2-pompkoppen inch Marprene Bioprene Pumpsil 913.A005.024 913.A008.024 902.0016.024 903.0016.024 913.A016.024 902.0032.024 903.0032.024 913.A032.024 902.0048.024 903.0048.024 913.A048.024 902.0064.024 903.0064.024 913.A064.024 902.0080.024 903.0080.024 913.A080.024 902.0096.024 903.0096.024 913.A096.024 inch Chem-Sure Sta-Pure 965.0016.024 960.0016.024 965.0032.024 960.0032.024 965.0048.024 960.0048.024 965.0064.024 960.0064.024 965.0080.024 960.0080.024 Opm.: Chem-Sure- en Sta-Pure-slangen met een wanddikte van 2,4mm wor-...
  • Pagina 91 2,4mm wanddikte, elementslang voor 520RE-pompkoppen Elementslang met 0-2 bar (0-30 psi) drukvermogen Industrieel inch Marprene TL Pumpsil Neoprene Chem-Sure 16 902.0032.PFQ 913.A032.PFQ 920.0032.PFQ 965.0032.PFQ 17 902.0064.PFQ 913.A064.PFQ 920.0064.PFQ 965.0064.PFQ 122 902.0096.PFQ 913.A096.PFQ 920.0096.PFQ 965.0096.PFQ Sanitair inch Bioprene TL Pumpsil Sta-Pure Chem-Sure 903.0032.PFT 913.A032.PFT 960.0032.PFT 965.0032.PFT 903.0064.PFT 913.A064.PFT 960.0064.PFT 965.0064.PFT...
  • Pagina 92: Pompaccessoires Serie 520

    33 Pompaccessoires serie 520 Pomp - Accessoire Omschrijving Onderdeelnr. compati- biliteit Netwerkkabel, RS232, 520Du, 520ANC 059.3121.000 met 9-pins D-connectoren 520Di Netwerk verlengkabel met 520Du, 520ANX 059.3122.000 9-pins D-connectoren 520Di Netwerkadapter, 520ANA 059.3123.000 25-pin tot 9-pins D-connectoren Batch records kabel 520AB 059.3125.000 520Di: met 9-pins D-connectoren...
  • Pagina 93: Handelsmerken

    Waarschuwing Deze producten zijn niet ontworpen voor het gebruik bij en mogen niet worden gebruikt voor op patiënten aangesloten toepassingen. 36 Publicatiegeschiedenis m-520u-ip31-nl-05.qxp: Watson-Marlow 520U IP31 Eerste uitgave 06 03. Herzien 09 06. Herzien 01 08. Herzien 01 09. Watson-Marlow 520U IP31 Handleiding...
  • Pagina 94: Veiligheidsverklaring

    37 Veiligheidsverklaring Overeenkomstig de UK Health and Safety at Work Act (Britse Wet inzake de gezond- heid en veiligheid op de werkplek) en de Control of Substances Hazardous to Health Regulations (Voorschriften inzake het beheer van stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid) bent u verplicht de stoffen aan te geven die in contact zijn geweest met één of meer producten die u naar Watson-Marlow of haar dochterondernemingen of distributeurs retourneert.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

520du series520r520r2520re

Inhoudsopgave