Watson-Marlow 620DiN, 620Di Handleiding
parameters te wijzigen, de UP en DOWN-toetsen gebruiken om de gewenste
parameter te selecteren. Hier is uitgegaan van DOWN.
Opm.:
Interval = 0: afzonderlijke dosissen afgegeven door op START te drukken, al
of niet in batch
Interval > 0: Maakt batch automatisch af indien dosissen > 1. druk op START
om aan te vangen
Aantal dosissen
Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om de regel Dosissen te selecteren (derde
regel, eerste scherm). De display toont het vorige ingestelde aantal dosissen.
Indien het aantal correct is, niets doen. UP and DOWN selecteert de volgende of
vorige parameter.
Om het aantal te wijzigen, de numerieke toetsen gebruiken om het gewenste aantal
dosissen met een waarde tussen 1 en 9999 in te voeren. Om snel terug te gaan
naar de uitgangswaarde, op SHIFT, 5 (CLEAR) drukken. Druk op de ENTER-toets
om te bevestigen. Wanneer nul wordt ingevoerd, verschijnt er kort een
waarschuwingsscherm en kan het aantal dosissen opnieuw worden ingevoerd. Om
andere parameters te wijzigen, de UP en DOWN-toetsen gebruiken om de
gewenste parameter te selecteren. Hier is uitgegaan van DOWN.
Opm.:
Dosissen = 1: Geen batch De display telt op. Druk op START voor elke dosis
Dosissen > 1: Batch. De display telt af. Druk op START om de batch aan te
vangen.
Pomptoerental of debiet
Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om de regel Speed te selecteren (eerste regel,
tweede scherm). De display toont het vorige ingestelde toerental OF debiet. Debiet
wordt getoond wanneer dit werd gekozen als de gewenste eenheid in de Setup-
procedure. Zie 19 Instellen.
Indien het getoonde toerental of debiet correct is, niets doen. UP and DOWN
selecteert de volgende of vorige parameter.
Om het toerental of debiet te wijzigen, de numerieke toetsen gebruiken om het
gewenste toerental of debiet in te voeren. Indien de gewenste waarde voor
toerental of debiet buiten de toegestane band valt gebaseerd op de informatie
ingevoerd tijdens kalibratie van de pomp, dan wordt er een waarschuwing getoond
en wordt u verzocht een nieuwe waarde in te voeren. Anderzijds dient u een nieuwe
kalibratie uit te voeren of een nieuwe slangmaat te kiezen. Zie de afbeelding voor
voorbeelden. Om snel terug te gaan naar de uitgangswaarde, op SHIFT, 5 (CLEAR)
drukken. Druk op de ENTER-toets om te bevestigen. Om andere parameters te
wijzigen, de UP en DOWN-toetsen gebruiken om de gewenste parameter te
selecteren. Hier is uitgegaan van DOWN.
34