WATSON-MARLOW BREDEL HANDLEIDINGEN m-720dun-nl-02 Watson-Marlow 720DuN pompen Inhoud Verklaring van overeenstemming 3 18.2.3 Trimmen Verklaring van de fabrikant 18.2.4 Exit (afsluiten) Vijf jaar garantie 18.3 Display Als u uw pomp uitpakt 18.4 Pomp I/D Informatie over het retourneren 18.5 Baud van pompen 18.6 Stopbits 18.7 X-aan/X-uit...
Pagina 2
22.10 MemoDose input 29.2 Montage extensie 22.11 Lekdetectie-input pompkop 22.12 Outputs 1, 2, 3, 4 30 Plaatsen van de pompslang 22.13 Voedingsspanningen 30.1 720R en 720RX plaatsen 22.14 RS485 input van de continueslang 23 Automatische besturing 30.2 720RE and 720REX en bediening plaatsen van LoadSure 24 Netwerkbesturing en -bediening 75...
1 Verklaring van overeenstemming Deze verklaring werd op 1 mei 2007 afgegeven voor Watson-Marlow 720DuN pompen. Wanneer deze pompeenheid wordt gebruikt als een op zichzelf staande pomp voldoet het aan de eisen in: Machinerichtlijn 2006/42/EC, EMC-Richtlijn 2004/108/EC. Deze pomp is vermeld in het ETL-register: ETL-controlenummer 3050250. Gecert.
3 Vijf jaar garantie 520- , 620- en 720 cased pompen Voor een 520-, 620- of 720 cased pump gekocht na 1 januari 2007, garandeert Watson-Marlow Limited (“Watson-Marlow”), onder de hieronder vermelde voorwaar- den en uitsluitingen, bij storing binnen een periode van vijf jaar na datum fabricage, gratis reparatie of vervanging van alle onderdelen van dit product door Watson- Marlow, haar dochterondernemingen of erkende distributeurs.
4 Als u uw pomp uitpakt Opmerking over het heffen: De pomp weegt meer dan 18kg (het precieze gewicht is afhankelijk van model en pompkop — zie 8 Pompspecificaties). Het hef- fen moet worden uitgevoerd conform de richtlijnen inzake gezondheid en veiligheid op de werkplaats.
5 Informatie over het retourneren van pompen Apparatuur die is verontreinigd met of blootgesteld aan lichaamsvloeistoffen, giftige chemicaliën of andere stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid moet worden ontsmet, voordat deze naar Watson-Marlow of haar distributeur wordt gere- tourneerd. Een verklaring zoals opgenomen achterin deze gebruiksaanwijzing, of een (andere) ondertekende verklaring, moet worden bevestigd aan de buitenkant van de verzend- doos.
6 Peristaltische pompen—een overzicht Een slangenpomp is de meest eenvoudige soort pomp, omdat hij geen kleppen, afdichtingen of pakkingen heeft die kunnen roesten of verstopt kunnen raken. De vloeistof komt alleen in contact met de binnenkant van een slang, waardoor de pomp de vloeistof niet kan verontreinigen of andersom.
7 Opmerkingen over veiligheid Uit veiligheidsoverwegingen dient deze pomp en de slang alleen door deskundig, goed opgeleid personeel te worden gebruikt, nadat zij deze handleiding hebben gelezen en begrepen en elk mogelijk gevaar hebben overwogen. Als de pomp wordt gebruikt op een manier die niet is aangegeven door Watson-Marlow Limited, kan de beveiliging waarmee de pomp is uitgerust worden aangetast.
Pagina 9
De pompkop bevat bewegende delen. Voordat u het met gereedschap ont- grendelbare pompkopdeksel opent, moeten de volgende veiligheidsinstruc- ties in acht worden genomen. Zorg ervoor dat de pomp niet meer aangesloten is op de netvoeding. Zorg ervoor dat de leiding niet meer onder druk staat. Als een slangdefect is opgetreden, zorg ervoor dat alle vloeistof uit de pompkop is afgetapt in een geschikte bak, container of afvoer.
8 Pompspecificaties Etiketten op de achterkant van de pomp bevatten fabrikant- en contactgegevens, artikelnummer, serienummer en type-aanduiding. Dezelfde informatie is te vinden op de achterplaat van de aandrijving, die toeganke- lijk is als de 720N-module wordt verwijderd. De afbeelding hieronder geeft weer hoe een 720Du eruit ziet vanuit de doos.
Pagina 11
720DuN, IP66 NEMA 4X model Deze pomp kan met behulp van het toetsenbord of extern worden bediend. De pomp is uitgerust met de volgende functies: Handbediening Toerenregeling; “run/stop” (starten en stoppen); instellen draairichting; instellen slaglengte op het toetsenbord; “max”-toets voor snelle aanzuiging. Afstandsbediening De pomp kan digitaal worden bediend met behulp van een contactsluiting of logisch inputsignaal.
Pagina 12
IP (Ingress Protection) en NEMA-definities NEMA 1e cijfer 2e cijfer Beschermd tegen het binnendringen van Gebruik binnenshuis vaste stoffen met een Bescherming tegen om een zekere diameter van meer dan verticaal druppelend beschermingsgraad te 2,5mm. Gereedschap, water. Er mag geen geven tegen beperkte bedrading enz.
Pagina 13
Pompspecificaties Regelbereik (aantal stappen) 0,1-360tpm (3.600:1) Gefilterd 100-120V/200-240V 50/60Hz Voedingsspanning/frequentie ±10% van nominale spanning. Er is een constante netvoeding vereist, samen Maximale spanningsvariatie met kabelverbindingen die voldoen aan de beste praktijk inzake ruisimmuniteit. Installatiecategorie (overspanningscategorie) Stroomverbruik 350VA Vollaststroom <1,5A bij 230V; <3,0A bij 115V Eprom-versie Toegankelijk via pompsoftware IP66 volgens BS EN 60529;...
Pagina 14
Normen Veiligheid van machinerie — elektrische apparatuur van machines: BS EN 60204-1 Veiligheidseisen voor elektrische apparatuur voor meting, regeling en laboratoriumgebruik: BS EN 61010-1 met inbegrip van A2 Categorie 2, Verontreinigingsgraad 2 Mate van bescherming geleverd door behuizingen (IP-codes): BS EN 60529 aanpassing 1 en 2 Emissies d.m.v.
9 Een goede pompinstallatie 9.1 Algemene aanbevelingen Positie Een correct uitgevoerde installatie zal ervoor zorgen dat de pompslang zo lang mogelijk meegaat. Plaats de pomp op een vlakke, horizontale, stevige ondergrond, vrij van overmatige trillingen. Zorg voor een luchtstroming rondom de pomp zodat warmte kan worden afgegeven.
9.2 Wat u wel en niet moet doen Monteer de pomp niet in een krappe ruimte zonder voldoende luchstroming rondom de pomp. Zorg ervoor dat, als de modellen zijn uitgerust met de 720N waterdichte module, de afdichtingen niet beschadigd zijn en zich op de juiste plaats bevinden. Zorg ervoor dat de aansluitingen voor de bekabeling goed zijn afgedicht om de IP66 / NEMA 4X-kwalificatie te behouden.
10 Aansluiting van dit product op een voeding Er is een constante netvoeding vereist, samen met kabelverbindingen die voldoen aan de beste praktijk inzake ruisimmuniteit. Het wordt niet aanbevolen deze aandri- jvingen te plaatsen naast “vuile” netvoedingen zoals 3-fase contactors en inductiev- erwarmingselementen zonder speciale...
De spanningskeuzeschakelaar is niet zichtbaar als de 720N-module is gemonteerd. Schakel de pomp pas in als u hebt gecontroleerd dat deze is ingesteld op uw voedingsbron door de module te verwijderen en de schakelaar te inspecteren, en vervolgens de module weer te monteren.
12 De pomp voor het eerst inschakelen Opm.: In deze handleiding wordt het vette lettertype gebruikt om de actieve optie in de menuschermen weer te geven: “English” in het eerste scherm, zoals hier aangegeven. De actieve optie verschijnt op het pompdisplay in tekst met omgekeerde letters en achtergrond.
Pagina 21
Standaardinstellingen bij eerste opstart Taal Niet ingesteld Analoge input 4-20mA Toerental 300 tpm Gebruikerstrim Geen Open=in Draairichting Rechtsom Externe stop bedrijf Pompkop 720R Pompnummer Slang - 25,4mm Baudrate 9600 afmetingen Kalibratie 720R 25,4mm slang Stopbits Achtergrond X-aan/X-uit verlichting Toetsenbord- Stap regelsnelheid 0,1tpm vergrendeling In bedrijf/...
13 De pomp na de eerste keer inschakelen (indien niet in auto- herstartmodus) Schakel de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp in. De pomp voert een “voeding-AAN”-test uit om te controleren of het geheugen en de hardware goed werken. Als een fout wordt gevonden, verschijnt een foutmelding. Zie 25.1 Foutmeldingen.
14 Handbediening 14.1 Toetsfuncties Alle instellingen en functies van de pomp bij handbediening worden ingesteld en geregeld door het indrukken van toetsen. Direct na de hierboven beschreven opstartweergaveprocedure verschijnt hoofdscherm handbediening. momenteel gekozen draairichting wordt weergegeven op de display door een recht- som- of linksomdraaiende pijl.
Pagina 24
MAX (SHIFT, 4): als MAX MAX (SHIFT, 4) wordt ingedrukt, werkt de pomp met het maximum toerental en in de draairichting die op de display is weergegeven. Als de toets wordt losgelaten, keert de pomp terug naar zijn vorige toestand. Opm.: Zelfaanzuiging kan worden bereikt door de toets MAX (SHIFT, 4) in te drukken, totdat vloeistof door de pomp stroomt en het uitlaatpunt bereikt, waarna de MAX-toets (SHIFT, 4) wordt losgelaten.
Pagina 25
Opm.: Wanneer een minimum toerental werd ingesteld in het onderdeel Set Min Speed van het menu Setup, dan is de bovenstaande opmerking aangaande ver- mindering van het toerental tot 0 tpm niet van toepassing. RICHTING (SHIFT, 1): verandert de draairichting die is weergegeven op de display.
14.2 Toerental Om het toerental te wijzigen: Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om het toerental van de pomp tussen de ondergrens van 0,1 tpm of ander minimum toerental en het maximum toerental in te stellen. Opm.: U kunt het pomptoerental verder verlagen van 0,1 tpm naar 0 tpm door de DOWN-toets nogmaals in te drukken.
14.5 Toetsenbord-piepsignaal Het pomptoetsenbord kan stil werken of bij indrukken van een toets een piepsig- naal geven. Om het geluid in- en uit te schakelen, stop de pomp. Schakel de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp uit. Druk op de toetsen UP en 1 (RICHTING), terwijl u de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp weer inschakelt.
14.8 Auto-herstart Deze pomp is uitgerust met een auto-herstartfunctie (“auto-restart”). Als de pomp tijdens een stroomonderbreking in bedrijf is, zal deze de pomp herstarten als de stroom weer terugkeert, totdat de toestand is bereikt waarin de pomp zich bevond toen de stroom werd onderbroken. Het werkt niet als de pomp in het midden van een dosering wordt uitgeschakeld;...
15 Hoofdmenu 15.1 Toetsenbordfuncties in menuschermen Naast hun functies bij andere toepassingen, worden met de volgende toetsen spec- ifieke acties in menuschermen geactiveerd: STOP: In het algemeen fungeert STOP als een “ga terug”-toets, waardoor de gebruiker naar het eerstvolgende hogere menuniveau gaat, zonder dat een wijziging werd uitgevoerd.
Pagina 30
Setup Met Setup (Instelling) kan de gebruiker de volgende 23 bedrijfsparameters van de pomp instellen: Trim-functie, Analogue (Analoog), Display, Pump (Pompnummer), Baud, Stop bits (Stopbits), Xon/Xoff (X-AAN/X-UIT), Flow units (Doorstroomeenheden), Run time (Bedrijfsduur), Outputs, Remote stop (Externe stop), Auto-restart (Auto-herstart), Set max speed (max. toerental instellen), Set min speed (min.
16 PIN-beveiligde procesbescherming De 720DuN is voorzien van PIN-beveiligde procesbescherming. Hierdoor kan de pomp op de toepassing worden geconfigureerd en de instellingen worden beschermd door twee PIN-code niveau’s. Code ingesteld en Menuoptie Met hoofdcode Met Gebruikerscode toetsenbord vergren- of toetsindruk ingesteld ingesteld deld Menu...
17 Kalibratie van de pompkop en slangen De pomp kan zowel het debiet in een aantal te kiezen eenheden als het toerental in omwentelingen per minuut (tpm) weergeven. Dit moet eerst worden gekalibreerd. Het is mogelijk om de kalibratiefunctie voor te behouden aan de gebruikers die de driecijferige veiligheidscode kennen.
Pagina 33
Pompkop en slang Als Head and tube (Pompkop en slang) wordt gekozen, verschijnt er een lijst met standaardpompkoppen die op de pomp kunnen worden gemonteerd. Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om een keuze te maken. Druk op de ENTER-toets om te bevestigen. Zie de afbeelding voor een voorbeeld. Er verschijnen nu slangmaten, zoals hieronder weergegeven.
Pagina 34
“Calibration dose” (kalibratiedosering) De pomp biedt nu de mogelijkheid om een kalibratiedosering uit te voeren. Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om Yes of No te kiezen. Druk op de ENTER-toets om te bevestigen. In de afbeelding ziet u een voorbeeld. Als No werd gekozen nadat een slang is geselecteerd (zie Tube (Slang) hier- boven), dan verschijnt kort een bevestigingsscherm met de huidige pompkop-, slang- en doorstroominstellingen, en vervolgens verschijnt weer het hoofd-...
Pagina 35
Meet de afgegeven hoeveelheid vloeistof. Op de display verschijnt nu de berek- ende dosis, gebaseerd op eerdere kalibratiegegevens. Gebruik de numerieke toetsen zodat deze waarde overeenkomt met het gemeten volume. Druk op ENTER. Op de display verschijnen kort de nieuwe pompkop-, slang- en doorstroominstellingen, en het hoofdmenu verschijnt weer.
18 Instellen Vanuit het hoofdmenu is er toegang tot het Setup-menu. Dit kan worden beperkt voor gebruikers die de juiste driecijferige veiligheidscode invoeren. Als een veilighei- dscode is ingesteld, zal door Setup (Instellen) te kiezen en door bevestiging van uw keuze met de ENTER-toets de invoerprocedure voor de veiligheidscode verschi- jnen.
18.1 Trimmen Een pomp die extern wordt aangestuurd, geeft een binnenkomend extern analoog signaal (in het bereik 4-20mA of 0-10V) door naar de i/p-klemmen op de Analoge 1- en 2-connectoren aan de achterzijde van de pomp binnen het bereik 4-20mA, 0- 10V of 1-5V.
Als een fout is gemaakt, kan op elk willekeurig moment op STOP worden gedrukt, waarna het vorige scherm verschijnt. Door ten slotte op ENTER te drukken, wordt de trimprocedure voor Analoog 2 beëindigd. Als het trimmen is voltooid, verschijnt er een bevestigingsscherm en vervolgens verschijnt weer het scherm waarin de trimprocedure werd ingevoerd: het Setup-menu of het Analoge setup-menu.
18.2.1 Input 1: Toerental Kies Input 1 - toerental met behulp van de UP- of DOWN-toetsen en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp zal drie opties aangeven: 4-20mA, 0-10V en 1-5V. Gebruik de UP- of DOWN-toets om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Pagina 40
Program (programma) Kies Program (Programma) met behulp van de UP- of DOWN-toets en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp zal twee opties aangeven: mA en V (0-10V). Gebruik de UP- of DOWN-toets om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
18.2.2 Scaling - stroke (aanpassen slaglengte) Kies Scaling - stroke met behulp van de UP- of DOWN-toetsen en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp zal zes opties aangeven: Off, Keypad, 4-20mA, 0-10V, 1-5V en Program. Gebruik de UP- of DOWN-toets om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
18.3 Display De pomp kan bij handbediening drie standaardschermen weergeven: omwentelin- gen per minuut (tpm), debiet in verschillende vrij te kiezen eenheden, of beide. Op het eerste scherm van het Setup-menu kies Display (Weergave) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te beves- tigen.
18.4 Pomp I/D De 720DuN pomp kan afzonderlijk worden aangestuurd met RS485 als een van maximaal 32 pompen. De betreffende pomp moet eerst zijn nummer krijgen. Op het eerste scherm van het Setup-menu kies Pomp I/D met behulp van de UP- en DOWN-toetsen.
18.6 Stopbits De pompen kunnen zo worden ingesteld dat zij kunnen communiceren met bestur- ingsapparaten bij een groot aantal stopbitsinstellingen. Op het eerste scherm van het Setup-menu kies Stop bits met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft een scherm weer, waarop u de stopbitsinstelingen van de pomp kunt wijzigen.
18.8 Doorstroomeenheden De pompen kunnen de doorstroomsnelheid weergeven in metrische (SI) of US (imperial) eenheden van volume of massa. Op het tweede scherm van het Setup-menu kies Flow units (Doorstroomeenheden) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. Er verschijnt een scherm, waarop u tussen Metric (Metrisch) of US kunt kiezen.
18.9 Tellers De pomp houdt bij hoeveel bedrijfsuren de motor in totaal gedraaid heeft en hoeveel volume vloeistof er in totaal is verpompt. Deze getallen kan worden weergegeven of naar 0 worden gereset. Op het derde scherm van het Setup-menu kies Counters (Tellers) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen.
18.10 Outputs De 720DuN-pompen zijn voorzien van vier relaisstatusoutputs. Zie 12 De pomp voor het eerst inschakelen voor standaardinstellingen bij de eerste opstart. Alle zes parameters kunnen voor elke output, of meer dan één output, worden geconfig- ureerd. De parameters zijn: Run/stop Geeft een statusoutput om aan te geven of de pompkop in bedrijf is of gestopt is.
Pagina 48
Op het derde scherm van het Setup-menu kies Outputs met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft een scherm weer, waarmee u elk van de vier outputs kunt con- figureren of dit menu kunt afsluiten. Gebruik de UP- en DOWN-toetsen om een keuze te maken en druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
18.11 Externe stop De 720DuN pompen kunnen worden gestart en gestopt met een externe schakelaar tussen de 5V-klem en de i/p-klem van de Run/stop input, met behulp van de opdracht open=run (in bedrijf) of open=stop. Het werkt ook met een logische input tussen 5V en 24V op de i/p-klem van de Run/stop input.
Zelfs met uitgeschakelde Remote stop kan de pomp nog steeds starten, als de auto/manual-wisselinput wordt gebruikt om de pomp naar de analoge bediening om te schakelen. 18.12 Auto-herstart Deze pomp is uitgerust met een auto-herstartfunctie (“auto-restart”). Als de pomp tijdens een stroomonderbreking in bedrijf is, zal deze de pomp herstarten als de stroom weer terugkeert, totdat de toestand is bereikt waarin de pomp zich bevond toen de stroom werd onderbroken.
18.13 Maximum toerental instellen Het maximum toerental van de aandrijving is standaard ingesteld op 300 tpm. Het is mogelijk deze limiet in te stellen op een toerental vanaf 1 tpm zolang het mini- mum toerental tenminste 1 tpm is, of tot 360 tpm. Op het vierde scherm van het Setup-menu kies Set max speed (Max.
18.15 Scrolling Het toerental van de pomp kan worden ingesteld op het maximum en minimum toerental m.b.v. de numerieke toetsen of m.b.v. de toetsen UP en DOWN. M.b.v. de numerieke toetsen kan de gebruiker een toerental kiezen in verhogingen van een tiende van een omwenteling per minuut (of het equivalent in debiet indien de pomp werd geconfigureerd om de prestatie in stromingseenheden weer te geven).
18.16 Datum en tijd De klok van de pomp kan worden ingesteld met de datum en tijd. Op het vijfde scherm van het Setup-menu kies Date/time (Datum/tijd) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te beves- tigen.
18.18 ROM De pomp kan zijn softwareversie, modelnummer en pomptoerental weergeven. Op het vijfde scherm van het Setup-menu kies ROM met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. De pomp geeft gedurende vier seconden de softwareversie, het modelnummer en het pomptoerental weer (zoals te zien in het voorbeeld), en de gebruiker keert vervolgens terug naar het vierde scherm van het Setup-menu.
18.20 Standaardinstellingen Alle door de gebruiker ingestelde pompgegevens kunnen naar de oorspronkelijke standaardinstellingen worden gereset. Op het zesde scherm van het Setup-menu kies Defaults (Standaardinstellingen) met behulp van de UP- en DOWN-toetsen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. Een waarschuwing verschijnt gedurende vier seconden, en de pomp vraagt de gebruiker om te bevestigen dat de pomp naar de fabrieksinstellingen moeten worden gereset.
18.22 Veiligheidscode Toegang tot het Setup-menu en de kalibratiemenu’s, wijziging van de draairichting en toetsenbordvergrendeling bij de pompen kan worden beperkt tot personen die een juiste driecijferige veiligheidscode invoeren: de hoofdcode. Er kan tevens een secundaire gebruikerscode worden ingesteld, met PIN-code toegang tot kalibratie, draairichting en toetsenbordvergrendeling, maar geen toegang tot Setup.
Voer de driecijferige code opnieuw in. Indien de tweede driecijferige code afwijkt van de eerste code, of indien de cijfers gekozen als gebruikerscode hetzelfde zijn als de code ingesteld als hoofdcode, geeft de pomp kort een foutmelding te zien en toont opnieuw het keuzescherm om de code in te stellen.
20 MemoDose Telkens wanneer de pomp wordt gestart door START in te drukken, wordt het aan- tal omwentelingen van de pompkop totdat STOP werd ingedrukt, opgeslagen. Het aantal omwentelingen komt overeen met het afgegeven vloeistofvolume: de doser- ing. Met de MemoDose-functie kan de gebruiker een nauwkeurig vloeistofvolume herhaald doseren.
Pagina 59
Om de dosering te herhalen De pomp heeft het aantal omwentelingen van de pompkop opgeslagen dat nodig is voor de masterdosering. Als het vloeistofvolume in de meetbak het vereiste volumeniveau heeft bereikt, druk dan op START om de dosering te herhalen.
20.1 Doseersnelheid wijzigen De gebruiker moet MemoDose afsluiten om de snelheid van de pomp te wijzigen. Nadat de gebruiker naar MemoDose is teruggekeerd, geeft de pomp de vorige doser- ing met de nieuwe snelheid af. Druk binnen een halve seconde twee keer op de STOP-toets. Het hoofdscherm handbediening verschijnt.
22 Bedrading automatische besturing met 720N module De pomp wordt op andere apparaten aangesloten met behulp van schroefklemcon- nectoren binnenin de 720N waterdichte module aan de achterzijde van de pomp. Een geschikte kabel moet in de module worden geleid via één of meer waterdichte kabeltules en op de juiste manier worden aangesloten.
Om de waterdichte 720N-module te vervangen: Controleer of de zekering in de zekeringhouder (geringd) niet moet worden ver- vangen. Controleer of de spanningskeuzeschakelaar in de juiste stand staat. Controleer of de afdichtstrip helemaal in het gootje aan de voorkant van de module zit.
Pagina 63
Voor de IP66 (NEMA 4X) versie van deze pomp moeten de aanbevolen kabel en kabeltules worden gebruikt, anders kan de bescherming tegen het binnendringen van vuil en vreemde voorwerpen in gevaar worden gebracht. Voor EMC-bescherming moeten (enkelvoudig) afgeschermde besturingskabels wor- den gebruikt.
Pagina 64
Maak het tulekapje los (verwijder het niet) en leid de kabel door de tule. Als de kabel door de tule is geleid, druk deze dan verder. De binnenkant van de module is zo ontworpen dat de kabel langs de printplaat aan de binnenkant wordt geleid.
22.3 Toerental: Analoge input Het toerental van de pomp kan op afstand worden bediend m.b.v. een van deze methodes: een analoog spanningssig- naal in het bereik 0-10V of 1-5V; of een analoog stroomsig- naal in het bereik 4-20mA; of een externe potentiometer met behulp van de 10V toevoer op J7.
22.4 Instellen slaglengte: Analoge input Het toerental van de pomp kan op afstand worden aangepast m.b.v. een van deze methodes: een analoog spanningssig- naal in het bereik 0-10V of 1-5V; of een analoog stroomsig- naal in het bereik 4-20mA; of een externe potentiometer met behulp van de 10V toevoer op J7.
22.5 Toerental: Analoge output Een analoog spanningsoutputsignaal is beschik- baar op de Tacho-outputconnector (J11), tussen de V-klem en de 0V-klem. De spanning is recht evenredig met de omwentelingssnelheid van de pompkop. 0V = 0 tpm; 10V = maximumtoerental. Een analoog stroomsignaal in het bereik 4-20mA is beschikbaar tussen de mA-klem en de 0V-klem.
Belangrijk: algemene instructies voor stuurinputs op afstand Alle stuurinputs op afstand kunnen op twee manieren worden bedraad: Logisch Een logische spanning tussen 5V TTL en 24V industrieel logisch sig- naal kan worden aangesloten op de inputpin. De pomp is geconfig- ureerd om te werken zonder wijzigingen op elk willekeurig punt in dit bereik.
22.9 Auto/Man-wissel Sluit een afstandsschakelaar aan tussen de +5V-klem en de i/p-klem van de Auto-/Man i/p-connector (J1). Gesloten schakelaar voor automatische bediening; open schakelaar voor handbediening. Als alternatief kan ook een logische input worden aangesloten -klem van de Auto-/Man i/p-connector, geaard op de 0V- klem.
Belangrijk: pompstatusoutputs Outputs 1-4 zijn beschikbaar als enkelpolige wisselrelaiscontacten: Relais 1, 2, 3 en 4. Sluit deze aan op de normaal gesproken geopende of normaal gesproken gesloten contacten van het relais, zoals vereist, en configureer overeenkomstig de software van de pomp. Zie 18.10 Outputs.
Pagina 71
Gelijkstroomspanning Max belasting Typisch gebruik Spanningsbron voor inputs met externe schakelaar. 10mA Mogelijke spanningsbron voor outputs als alleen 5V is vereist. Mogelijke spanningsbron voor inputs met externe schakelaar. Mogelijke spanningsbron voor outputs. Spanningsbron voor Watson-Marlow-slangmonitor- +12V 10mA lekdetector. Gedeeltelijke spanningsbron (-12V ook nodig) voor de Watson-Marlow-naderings - schakelaar.
23 Automatische besturing en bediening Controleer dat de pomp klaar voor gebruik is voordat u de automatische bediening kiest. Externe stuursignalen kunnen de pomp zonder waarschuwing starten. Hoe gaat u naar de automatische bediening Terwijl het hoofdscherm handbediening is weergegeven, druk op de AUTO- toets (SHIFT, 9) of sluit een hoog signaal (5-24V) aan op de auto / manual input op afstand.
Pagina 73
Als de richtingsinput op afstand actief is en de richting-inschakelkoppeling wordt aangesloten, dan is de RICHTING-toets (SHIFT, 1) uitgeschakeld. Als de toetsenbordvergrendeling is ingesteld, zijn alleen STOP en START (beschik- baar als een uitgebreide toetsmogelijkheid om de toetsenbordvergrendeling in- en uit te schakelen) actief. De pomp toont één van de zes automatische bedieningsschermen afhankelijk van de eerder geselecteerde auto-modus - 4-20mA, 1-5V of 0-10V met of zon- der aanpassing van de slaglengte.
Pagina 74
Noodstop Druk in geval van nood op de STOP-toets. De pomp stopt en een onderbrek- ingsscherm verschijnt. Als de toetsenbordvergrendeling is ingesteld wanneer STOP wordt ingedrukt, of als de pomp via de digitale input zich in automodus bevindt, kan op het onder- brekingsscherm één toets worden ingedrukt: druk op START om met de automatische bediening door te gaan.
24 Netwerkbesturing en -bediening Controleer of de pomp klaar voor gebruik is voordat u de netwerkbesturing kiest. Externe stuursignalen kunnen de pomp zonder waarschuwing starten. Hoe gaat u naar de netwerkbesturing In het hoofdscherm handbediening druk op de AUTO-toets (SHIFT, 9). De pomp zal drie opties aangeven: Analoog, Handmatig en Netwerk.
Pagina 76
RS485-instellingen Ingesteld in Setup, Baud. Baud Pariteit Geen Standaardinstelling is 9600 Handshake Stopbits Geen (Handjeklap) Databits Auto echo Hoe verlaat u de netwerkbesturing Door MAN (SHIFT, 6) te kiezen, keert de pomp terug naar handbediening en behoudt het ingestelde toerental en bedrijfsstatus van zijn vorige werking in netwerk-modus.
Pagina 77
24.1 RS485 opdrachtreeksen Opdracht Parameters Betekenis Wissen van de LCD-display De cursor helemaal naar links verplaaten (Home) Instellen en uitvoeren van één dosering van xxxxxxxxxx tachopulsen, met optionele drip xxxxxxxxxx<,yyyyy> van yyyyy (maximum 11.000) tachopulsen. Zie opm. 1 Wissen van de cumulatieve tachometerstand Instellen van het toerental op xxx.x xxx.x omw./min (tpm).
25 Opsporen en oplossen van fouten Als de pompdisplay zwart blijft, nadat de pomp is ingeschakeld, controleer dan het volgende: Controleer de stand van de spanningskeuzeschakelaar aan de achterzijde van de pomp. Controleer de netschakelaar aan de achterzijde van de pomp. Controleer of de pomp is aangesloten op de netvoeding.
25.1 Foutmeldingen Als een interne fout optreedt, verschijnt een knipperend foutscherm. Opm.: Foutschermen voor de meldingen Signal out of range (Signaal buiten bereik), Over signal (Oversignaal), No signal (Geen signaal) en Leak detected (Lek gedetecteerd) geven informatie over het soort externe signaal. Deze knipperen niet.
26 Onderhoud van de aandrijving De pomp bevat geen door de gebruiker te onderhouden zekeringen of onderdelen. Voor servicewerkzaamheden moet de eenheid naar Watson- Marlow of de door haar aangewezen vertegenwoordigers of distributeurs worden teruggestuurd. 27 Reserveonderdelen van de aandrijving Vervangbare hoofdzekering, type T5A H 250V FS0043 Sokkel...
28 720R, 720RX, 720RE en 720REX pompkopinstallatie De aansluitingsmethode van de 720 pompkop op de 720 aandrijving is anders dan bij de 701. De twee pompkoppen zijn niet verwisselbaar. 28.1 Wat u wel en niet moet doen Een correct gemonteerde installatie bevordert een zo lang mogelijke standtijd van de slang, gelieve er dan ook voor te zorgen dat de volgende richtlijnen in acht wor- den genomen: Plaats het vloeistofreservoir waar mogelijk boven de pomp.
28.2 720R, 720RX, 720RE, 720REX belangrijke veiligheidsinformatie Voordat u het met gereedschap ontgrendelbare pompkopdeksel opent, moeten de volgende vei- ligheidsinstructies in acht worden genomen. Zorg ervoor dat de pomp niet meer aangesloten is op de netvoeding. Zorg ervoor dat de leiding niet meer onder druk staat. Als een slangdefect is opgetreden, zorg ervoor dat alle vloeistof uit de pompkop is afgetapt in een geschikte bak, container of afvoer.
29 Montage van de pompkop 29.1 Demonteren en opnieuw aanbrengen van de pompkop De procedure voor het demonteren en opnieuw aanbrengen van de pompkop is hetzelfde voor 720R en 720RE pompen. Demonteren van de pompkop Verwijder uit de pompkop: pomphuis borgbout en pomphuis; de M8 x 157mm inbusbouten links- en rechtsonder in de voorplaat van de pompkop, de M8 x 16mm inbusbout links- en rechtsboven in de achterplaat van de pompkop Til de pompkop uit de pompaandrijving.
29.2 Demonteren en opnieuw aanbrengen van de extensiepompkop De procedure voor het demonteren en opnieuw aanbrengen van een exten- siepompkop is hetzelfde als voor 720R en 720RE eerste pompkoppen. Demonteren van de extensiepompkop Verwijder uit de extensiepompkop: pomphuis borgbout en beide pomphuizen de M8 x 307mm inbusbouten links- en rechtsonder uit de extensiepompkop;...
30 Plaatsen van de pompslang 720 pompen kunnen werken met een 720R continuslang pompkop of met een 720RE pompkop voorzien van Watson-Marlow LoadSure slangelementen. Voor beide pompkoptypes, zijn extensie “X” pompkopopties beschikbaar. 30.1 720R en 720RX plaatsen van de continueslang De drukveerknoppen van het pomphuis losdraaien m.b.v.
Pagina 86
Naspannen van de slangen Start de pomp, laat het teveel aan slangen door de pompkop werken, druk vervol- gens de klem aan de perszijde stevig naar beneden. Controleer of de slangen bewe- gen wanneer de pomp draait. Indien de slangen door de pompkop gaan, moet de slang aan het zuigeinde steviger worden vastgeklemd.
30.2 720RE en 720REX Plaatsen van LoadSure pompslangelement 720 serie LoadSure pompslangelementen: voorkom de kans op een vroegtijdig slangdefect do or incorrect plaatsen van de pompslang; voorkom het te vast klem- men van slangen; voorkom de noodzaak vo or het naspannen van slangen; verleng de levensduur;...
33 Reserveonderdelen van de pompkop: rotor Nummer Onderdeel Omschrijving MR0879A Rotorflens MR0667T Afstandsring FN0420 Schroef M5x16 mof verzonken MRA0039A As met zonnewiel ~720R MR0773B Aandrijfsleuf plug MRA0020A Rolassemblage FN0722 Onderlegring BB0018 15mm lager Watson-Marlow 720DuN Handleiding...
Pagina 91
34 720RE en 720R stroomsnelheden Stroomsnelheden worden verkregen met siliconenslangen terwijl de pompkop met de wijzers van de klok mee draait, en water pompt op 20C met nul zuig- en pers- druk. Voor kritische toepassingen de stroomsnelheid bepalen onder bedrijfscondi- ties.
40 Veiligheidsverklaring Overeenkomstig de UK Health and Safety at Work Act (Britse Wet inzake de gezond- heid en veiligheid op de werkplek) en de Control of Substances Hazardous to Health Regulations (Voorschriften inzake het beheer van stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid) bent u verplicht de stoffen aan te geven die in contact zijn geweest met één of meer producten die u naar Watson-Marlow of haar dochterondernemingen of distributeurs retourneert.