i Voor een update van een zonnesensor Solar wordt de oplaadtoestand van het energiebuf-
fer gecontroleerd. Wanneer de oplaadtoestand te gering is wordt geen update gestart. De
zonnesensor moet eerst op een zeer heldere plaats worden opgeladen.
i Werden verbindingen door een handmatige inbedrijfname aan het project toegevoegd, dan
moet vóór een update een projectvergelijkinging worden uitgevoerd.
18.3 Project programmeren
Met de functie Project programmeren kunnen in één stap alle schema's uit de tabbladen Ver-
bindingen en Scenario's en alle veranderingen aan apparaten bijvoorbeeld parameterinstellin-
gen, in de apparaten van de installatie worden geprogrammeerd.
18.4 Alle apparaten programmeren
Met deze functie kunnen uitgevoerde veranderingen van de apparaten, bijv. parameterinstellin-
gen, in één keer in de apparaten in de installatie worden geprogrammeerd.
18.5 Alle verbindingen programmeren of deactiveren
Met de functie Alle verbindingen programmeren kunnen alle schema's van de verbindingen
die nieuw werden gemaakt of werden veranderd, in één keer in de apparaten van de installatie
worden geprogrammeerd. Voor het deactiveren van alle schema's van de verbindingen moet de
functie Alle verbindingen deactiveren worden gekozen.
18.6 Alle scenario's programmeren of deactiveren
Met deze functie Alle scenario's programmeren kunnen alle schema's van de scenario's die
nieuw werden gemaakt of werden veranderd, in één keer in de apparaten van de installatie wor-
den geprogrammeerd. Voor het deactiveren van alle scenario's moet de functie Alle scenario's
deactiveren worden gekozen.
18.7 Scenario's voor visualisering zichtbaar schakelen
Met deze functie kunnen scenario's met uitzondering van de drempelwaarde- en blokkeersce-
nario's en de scenario's Alles-aan/Alles-uit voor de visualisering zichtbaar worden geschakeld.
Het aantal zichtbaar te schakelen scenario's is begrensd, eventueel wordt aangeboden, dat
alleen de actieve scenario's zichtbaar worden geschakeld.
18.8 Applicaties van de visualisering weergeven
Zijn applicaties zoals timer, aanwezigheidssimulatie en Metering-registraties in de visualisering
geactiveerd, dan worden deze in het systeemoverzicht weergegeven.
18.9 Andere gebruiker uitloggen
Met deze functie kunnen tegelijkertijd alle andere gebruikers worden uitgelogd.
18.10 Signaalkwaliteitsmeting voor alle schema's uitvoeren
De signaalkwaliteitsmeting van alle schema's uit de tabbladen verbindingen en scenario's kan
via de functie Signaalkwaliteitsmeting starten tegelijkertijd worden uitgevoerd. Tijdens de
meting is het werken met het projecteringsscherm beperkt. Er kunnen verder gebouwen worden
aangemaakt, catalogusapparaten worden toegevoegd en verbindingen en scenario's worden
aangemaakt. Wanneer de meting van de signaalkwaliteit is afgerond, kunnen de resultaten via
de knop Signaalkwaliteitsmeting resultaat weergeven worden geopend.
i In het tabblad Project kunnen de resultaten van de signaalkwaliteitsmeting worden uitge-
drukt (zie hoofdstuk 16.6. Project afdrukken).
18.11 Apparaten met zwakke batterij weergeven
Met de button Apparaten weergeven kunnen alle door een batterij gevoede apparaten met een
zwakke batterij worden weergegeven. De batterijstatus wordt door de Client om de 2 minuten
opgevraagd.
i De batterijstatus wordt in het venster Informatie van het apparaat weergegeven.
Best. nr. 5301 00
Systeemoverzicht
Pagina 96 van 142