Werkwijze:
o
Op de knop Ě op de apparaattegel klikken (afbeelding 43).
Het functiekeuzevenster wordt geopend.
o
Dupliceren naar... kiezen.
Een venster met de gebouwstructuur verschijnt.
o
Nieuwe installatieplaats kiezen en met OK bevestigen.
Het apparaat wordt als catalogusapparaat op de nieuw gekozen installatieplaats inge-
voegd. De parameterinstellingen en het installatiebereik worden overgenomen. De installa-
tieplaats wordt op de apparaattegel geactualiseerd.
12.6 Apparaat lokaliseren
Met de functie Apparaat lokaliseren kan een ingescand apparaat in de installatie worden
gevonden.
Werkwijze:
o
Op de knop Ě op de apparaattegel klikken.
Het functiekeuzevenster wordt geopend.
o
Functie Lokaliseren kiezen.
i Een met een batterij gevoed apparaat dat langere tijd niet werd bediend, moet nog een
keer vooraf worden gebruikt.
Nu verschijnt een venster met de apparaattegel. Afhankelijk van het type actor worden voor
de lokalisering lasten gebruikt. Bij sensoren knippert de LED rood.
12.7 Apparaat resetten
Met de functie Apparaat resetten worden parameters gereset en verbindingen met andere
apparaatkanalen gewist.
i Wordt het apparaat gereset, dan kan de oorspronkelijke toestand ervan niet meer met de
functie Afwijzen worden hersteld.
Werkwijze:
o
Alle schema's waarop de apparaatkanalen van het apparaat staan, in de bewerkingsmodus
zetten.
o
Op de knop Ĕ op de apparaattegel klikken.
Het venster Instellingen wordt geopend.
o
Apparaat resetten kiezen.
De verbindingen met andere apparaten worden gewist. De parameters van het apparaat
worden naar de standaardwaarden gereset. De instellingen van de bedrijfsstandenschake-
laar van het apparaat worden na de reset van het apparaat overgenomen.
i Om het apparaat met het apparaat in het project te vergelijken, moet het apparaat worden
geprogrammeerd.
12.8 Repeater toevoegen
Om de reikwijdte van een zender of actor uit te breiden, kan een repeater met een of meerdere
apparaten worden verbonden. De repeater ontvangt en herhaalt de eNet-radio-telegrammen.
i Het is raadzaam maximaal twee repeaters in een eNet-installatie te gebruiken, om een
hoog telegramverkeer te voorkomen.
Werkwijze:
Het tabblad Apparaten is gekozen.
o
Apparaat in de programmeermodus zetten of spanning onderbreken en herstellen.
o
Installatiescan uitvoeren (zie hoofdstuk 12.2. Apparaten uit de installatiescan).
o
Installatieplaats op de navigatiebalk of uit de boomstructuur kiezen.
Best. nr. 5301 00
Tabblad Apparaten
Pagina 61 van 142