Download Print deze pagina

Advertenties

eNet
Productdocumentatie
Uitgavedatum documentatie:
24.03.2015
Server DIN-rail
Best. nr. 5301 00

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Gira 5301 00

  • Pagina 1 Productdocumentatie Uitgavedatum documentatie: 24.03.2015 Server DIN-rail Best. nr. 5301 00...
  • Pagina 2 Plaats invoeren en taal kiezen ..................Informatie over de installateur ..................Netwerkinstellingen - LAN-parameters ............... 7.8.1 Vast IP-adres en DNS-server ................7.8.2 IP-adres via DHCP ....................7.8.3 Grondbeginselen ....................Netwerkinstellingen - WLAN-parameters ..............7.10 Remote-toegang ......................Best. nr. 5301 00 Pagina 2 van 142...
  • Pagina 3 12.2 Apparaten uit de installatiescan .................. 12.2.1 Installatiescan uitvoeren ..................12.2.2 Nieuw apparaat toevoegen ................... 12.2.3 Catalogusapparaat vervangen ................12.2.4 Apparaat in de installatie vervangen ..............12.2.5 Apparaat met gegevens toevoegen ..............Best. nr. 5301 00 Pagina 3 van 142...
  • Pagina 4 Project afdrukken ......................16.7 Project wissen ......................16.8 Project inlezen ......................16.8.1 Handmatig in bedrijf genomen installatie inlezen ..........16.8.2 Met eNet-server in bedrijf genomen installatie inlezen ......... 16.9 Project vergelijken ....................... Best. nr. 5301 00 Pagina 4 van 142...
  • Pagina 5 20.7 Radiografische schakel-/jaloezieactor ..............20.7.1 Vensterinformatie ....................20.8 Radiografische dimactoren en radiografische besturingseenheden ......20.8.1 Vensterinformatie ....................20.9 Radioknop systeem licht ................... 20.9.1 Vensterinformatie ....................20.10 Radiografische energiesensoren ................20.10.1 Vensterinformatie ....................Best. nr. 5301 00 Pagina 5 van 142...
  • Pagina 6 Productdocumentatie 20.11 Draadloze omzetter TS .................... 20.12 Mobiele gate ......................20.13 Repeater ........................20.14 Radiografische zonnesensor ................... 20.14.1 Vensterinformatie ....................Best. nr. 5301 00 Pagina 6 van 142...
  • Pagina 7 De inbedrijfname van een installatie met de eNet-server wordt in de volgende hoofdstukken uitvoerig beschreven. Voor elk tabblad is er een hoofdstuk waarin de inbedrijfnamestappen en de functies van het betreffende tabblad worden beschreven. Best. nr. 5301 00 Pagina 7 van 142...
  • Pagina 8 Zo kan bijvoorbeeld de installatie- plaats direct worden gecontroleerd en evt. worden veranderd. Als tijdens het bedrijf storingen in een eNet-installatie optreden, kunnen gedurende een bepaalde periode telegrammen worden geregistreerd en ter analyse worden geëxporteerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 8 van 142...
  • Pagina 9 2.2 Visualisering en bediening van een eNet-installatie Op het visualiseringsscherm van de eNet-server kunnen de eNet-apparaten worden weergege- ven en centraal worden bediend. Best. nr. 5301 00 Pagina 9 van 142...
  • Pagina 10 3). De functies van de verschilende tabbladen worden in de betreffende hoofdstukken beschreven. Best. nr. 5301 00 Pagina 10 van 142...
  • Pagina 11 Op de tabbladen Apparaten, Verbindingen en Scenario's kan een plaats in de gebouwstruc- tuur via de zogenaamde Breadcrumb-balk of via een gebouwoverzicht worden gekozen. Om de plaats uit het gebouwoverzicht te kiezen, moet het gebouwoverzicht worden getoond (afbeel- ding 5). Best. nr. 5301 00 Pagina 11 van 142...
  • Pagina 12 3.4.1 Weergave van de apparaten Op het projecteringsscherm worden apparaten als apparaattegel weergegeven (afbeelding 6). Afbeelding 6: Apparaattegel (1) Apparaatinstellingen (2) Apparaatinformatie (3) Apparaatpictogram (4) Parametreerstatus (5) Apparaatnaam (6) Apparaat verplaatsen, dupliceren, wissen Best. nr. 5301 00 Pagina 12 van 142...
  • Pagina 13 Afbeelding 8: Apparaat in het project komt niet overeen met het apparaat in de installatie Als apparaten van de installatie niet via een projecteringsscherm bereikbaar zijn, worden deze in de apparaattegel van een x voorzien Best. nr. 5301 00 Pagina 13 van 142...
  • Pagina 14 Afbeelding 10: Kanaaltegel van een sensor (1) Kanalen (2) Apparaatpictogram (3) Installatieplaats Instellingen (5) Installatiebereik (6) Kanaal wissen (7) Kanaaltype tuimelschakelaar (7a) Kanaaltype scenario (8) Ankerpunt (9) Actieve plaats (10) Actief bereik Best. nr. 5301 00 Pagina 14 van 142...
  • Pagina 15 Is het schema toegewezen aan een plaats die identiek is aan de actieve plaats van het kanaal, dan wordt deze met een oranje kleurmarkering in de kanaaltegel gekenmerkt (afbeelding 12). Best. nr. 5301 00 Pagina 15 van 142...
  • Pagina 16 Zijn meerdere sensor- en actorkanalen met elkaar verbonden, dan worden de overgangen met een punt gekenmerkt. Dit punt geeft aan dat de regels van een wisselschakeling gelden: het laatste commando wordt geactiveerd, onafhankelijk van de toestand van de andere sensorka- nalen (afbeelding 13). Best. nr. 5301 00 Pagina 16 van 142...
  • Pagina 17   Projecteringsscherm Afbeelding 13: Schema met apparaten in de installatie Best. nr. 5301 00 Pagina 17 van 142...
  • Pagina 18 Deze instelling kan in het configuratiebeheer op het tabblad Update worden veranderd. 4.3 Netwerkverbinding via LAN Voor de eerste inbedrijfname wordt een verbinding via LAN gebruikt. De eNet-server is bij afle- vering overeenkomstig voorgeconfigureerd en via een vast IP-adres bereikbaar. Best. nr. 5301 00 Pagina 18 van 142...
  • Pagina 19 - LAN-parameters). 4.4 Netwerkverbinding via WLAN De netwerkverbinding kan na de eerste inbedrijfname van de eNet-server ook draadloos plaats- vinden. De WLAN-parameters in de configuratie van de eNet-server moeten overeenkomstig worden geconfigureerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 19 van 142...
  • Pagina 20 In alle apparaten met WLAN-adapter van het gekozen draadloze netwerk moet deze een- duidige code worden gebruikt. Webbrowser starten. URL http://192.168.0.22 in de adresregel van de webbrowser invoeren. Er wordt verbinding met de eNet-server gemaakt en het startscherm van de eNet-server verschijnt. Best. nr. 5301 00 Pagina 20 van 142...
  • Pagina 21 Met de knop ő op de menubalk kan van het projecteringsscherm naar het keuzescherm worden overgeschakeld. i Logt een gebruiker van de visualisering in, dan wordt de visualisering geladen. Best. nr. 5301 00 Pagina 21 van 142...
  • Pagina 22 Om verlies van gegevens te vermijden, moet het project vóór het uitloggen met de knop ģ op de menubalk worden opgeslagen. Om uit te loggen, moet de gebruiker op de knop ĕ op de menubalk Uitloggen klikken. Best. nr. 5301 00 Pagina 22 van 142...
  • Pagina 23 Gebruiker ziet zijn eigen profiel Eigen wachtwoord veranderen i Logt een gebruiker in, dan wordt direct het visualiseringsscherm geopend. 6.1 Gebruiker maken Werkwijze: Gebruikersbeheer met de knop Ő op het keuzescherm starten. Het gebruikersbeheer wordt geopend. Best. nr. 5301 00 Pagina 23 van 142...
  • Pagina 24 Met de knop ř kan het wachtwoord worden gewijzigd. i De beheerder kan elk wachtwoord veranderen. De beheerder visualisering kan de wacht- woorden van de gebruikers en zijn eigen wachtwoord veranderen. De gebruiker kan echter alleen zijn eigen wachtwoord veranderen. Best. nr. 5301 00 Pagina 24 van 142...
  • Pagina 25 (4) Activering/deactivering van de verbinding via het veiligheidsprotocol https Lokale bediening op eNet-server blokkeren (6) Configuratie kiezen (7) Configuratie kopiëren, hernoemen, wissen, exporteren en importeren (8) Nieuwe configuratie maken (9) Configuratie activeren (10) Naar update zoeken Best. nr. 5301 00 Pagina 25 van 142...
  • Pagina 26 Met de knop Importeren wordt het configuratiebestand naar de eNet-server geïmporteerd. Configuratie exporteren De betreffende configuratie uit de dropdownlijst kiezen (afbeelding 19). Met de knop Ě de functie Exporteren kiezen. De configuratie kan als cfg-bestand worden opgeslagen. Best. nr. 5301 00 Pagina 26 van 142...
  • Pagina 27 De update van een eNet-server kan soms een nieuw apparaattype ondersteunen of nieuwe functies bij bestaande apparaten mogelijk maken. Deze functies moeten dan naar bestaande projecten worden overgedragen. Dit gebeurt door de migratie van de projecten naar de nieuwe serverversie. Best. nr. 5301 00 Pagina 27 van 142...
  • Pagina 28 De systeemtijd is noodzakelijk voor de weergave van de huidige tijd en datum bij de telegramre- gistratie en voor de aansturing van de timer-bouwstenen. i De systeemtijd en de systeemdatum worden ook in het venster Instellingen van de timer- bouwsteen weergegeven. Best. nr. 5301 00 Pagina 28 van 142...
  • Pagina 29 Als het momenteel zomertijd is, wordt automatisch het vakje voor Zomertijd actief aange- vinkt. i De instelling Zomertijd automatisch houdt alleen rekening met de zomer- en wintertijden binnen de EU. Met Overnemen het venster sluiten. Best. nr. 5301 00 Pagina 29 van 142...
  • Pagina 30 Duitse taal is de tekencodering West-Europees vooraf ingesteld. i De taal en de tekencodering kunnen ook op het projecteringsscherm worden ingesteld (zie hoofdstuk 18.14. Overige instellingen) Met Overnemen het venster sluiten. Best. nr. 5301 00 Pagina 30 van 142...
  • Pagina 31 Bij aflevering is in de eNet-server de instelling "Vaste IP" gekozen en het IP-adres, subnetmas- ker en standaardgateway van de eNet-server opgeslagen, zie tabel. IP-parameter Uitleveringstoestand IP-adres 192.168.0.22 Subnetmasker 255.255.255.0 Standaard gateway 192.168.0.1 Best. nr. 5301 00 Pagina 31 van 142...
  • Pagina 32 Client op de eNet-server aansluiten, zie bedieningshandleiding van de eNet-server. Webbrowser starten. IP-adres van de eNet-server bijv. via de router opvragen (zie handleiding van de router). IP-adres van de eNet-server in de adresregel van de webbrowser invoeren. Best. nr. 5301 00 Pagina 32 van 142...
  • Pagina 33 Met het serienummer van de eNet-server (bevindt zich op het front van de eNet-server) en de adresgegevens wordt de registratie uitgevoerd en de registratiegegevens worden aangemaakt. De registratiegegevens moeten in een tweede stap in het tabblad Remote worden ingevuld. Best. nr. 5301 00 Pagina 33 van 142...
  • Pagina 34 Om een registratie te wissen, moet de eNet-server op de fabrieksinstelling worden terugge- zet (zie hoofdstuk 7.4. Reset de eNet-server). Remote-toegang toestaan De toegang tot de eNet-server via een remote-toegang kan worden geblokkeerd of toegestaan. Best. nr. 5301 00 Pagina 34 van 142...
  • Pagina 35 Knop Aan kiezen, om de remote-toegang toe te staan. Knop Uit kiezen, om de remote-toegang te blokkeren. Bij ingeschakelde remote-toegang kan via het remote-portal van de fabrikant de eNet-ser- ver worden benaderd. Best. nr. 5301 00 Pagina 35 van 142...
  • Pagina 36 Is het vakje Altijd met het actuele project starten ingeschakeld, dan wordt na het starten van het projecteringsscherm altijd het actuele project geladen. Het venster Project laden verschijnt niet meer en kan in het Systeemoverzicht met de functie Dialoogvensters weer weergeven weer worden geactiveerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 36 van 142...
  • Pagina 37 Bij wisse- ling van project wordt het project automatisch opgeslagen. Omdat bij het uitloggen van de gebruiker niet automatisch wordt opgeslagen, moet dit handmatig gebeuren. Best. nr. 5301 00 Pagina 37 van 142...
  • Pagina 38 Met de pijltoetsen kan het zichtbare bereik worden doorgebladerd. Afbeelding 25: Venster Informatie - apparaten (voorbeeld dimactor) (1) Apparaat of kanaal kiezen (2) Tabblad kiezen (3) Kanalen bedienen (4) Actuele waarden van de kanalen Best. nr. 5301 00 Pagina 38 van 142...
  • Pagina 39 (zie hoofdstuk 20. Parameters van de appraaten)en kunnen met de knop ķ in het venster Instellingen op het projecteringsscherm worden opgeroepen. Werkwijze: Op de knop Ĕ op de apparaattegel klikken. Het venster Instellingen wordt geopend (afbeelding 26). Best. nr. 5301 00 Pagina 39 van 142...
  • Pagina 40 Op het tabblad Systeem kunnen de specifieke en algemene apparaatparameters worden inge- steld. Kanaalgroep maken Op het tabblad Kanaalbezetting kunnen de kanalen voor de vermogensuitbreiding tot een kanaalgroep worden geconfigureerd. De parallelschakeling van de kanalen moet op het appa- raat worden uitgevoerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 40 van 142...
  • Pagina 41 Het apparaat kan ook op een later tijd- stip, als het weer beschikbaar is, worden ingelezen. i De functie Verbinding wissen is alleen zichtbaar als verbindingen met onbekende appara- ten aanwezig zijn. Best. nr. 5301 00 Pagina 41 van 142...
  • Pagina 42 De logische waarde kan 0 of 1 zijn. Op het actorkanaal moet daarom bij logische verbin- dingen een waardenpaar voor de uitvoering van de commando's worden ingevoerd. i De werkwijze van logische verbindingen wordt aan de hand van voorbeelden uitgelegd (zie hoofdstuk 10.1.6. Gedrag logische verbindingen). Best. nr. 5301 00 Pagina 42 van 142...
  • Pagina 43 Met de knop Opslaan worden de instellingen overgenomen en wordt het venster gesloten. 10.1.6 Gedrag logische verbindingen In dit hoofdstuk worden de belangrijkste regels en het gedrag van logische verbindingen aan de hand van voorbeelden uitgelegd. Best. nr. 5301 00 Pagina 43 van 142...
  • Pagina 44 Voorbeeld 1 is uitgebreid met een tweede zenderkanaal op een ingang van de EN-bouwsteen. Daardoor kan het actorkanaal met een tweede handzender tussen 16 uur en 8 uur naar de hel- derheidswaarden 80% en 20% worden geschakeld. Best. nr. 5301 00 Pagina 44 van 142...
  • Pagina 45 Het gedrag van het actorkanaal via de regeling van de bovenste handzender is identiek aan het gedrag in het eerste voorbeeld. i De directe verbinding werkt ook zonder eNet-server in de installatie. Best. nr. 5301 00 Pagina 45 van 142...
  • Pagina 46 Met de Astrotijdverschuiving kan daarnaast nog aan individuele behoeften worden voldaan. Zo kan de zonwering van een raam 's avonds om de 50 minuten naar achteren worden geschoven, om van de zonsondergang te kunnen genieten. De maximale verschuiftijd is +/- 120 minuten. Best. nr. 5301 00 Pagina 46 van 142...
  • Pagina 47 Vooraf zijn twee tijdprofielen ingesteld, die aangepast kunnen worden. Afbeelding 31: Timer-bouwsteen - Instellingen overzicht (voorbeeld) Naam voor timer-bouwsteen invoeren (1). i De systeemtijd (2) is noodzakelijk voor de functies van de timer-bouwsteen en kan in het configuratiebeheer worden aangepast. Best. nr. 5301 00 Pagina 47 van 142...
  • Pagina 48 Het venster Uitgebreide instellingen kan met de pijltoets weer worden verborgen. Op knop đ klikken om een nieuw tijdprofiel te maken (8). Nu verschijnt het venster voor de invoer van het tijdprofiel. Best. nr. 5301 00 Pagina 48 van 142...
  • Pagina 49 Timers kunnen voor de visualisering zichtbaar worden geschakeld. De timer-instellingen kunnen via de visualisering worden veranderd. Logische verbindingen van de timer-bouwsteen kunnen niet worden veranderd. i Voor het vrijschakelen van de timer-bouwsteen de instelling Voor visualisering vrijgeven kiezen (afbeelding 31). Best. nr. 5301 00 Pagina 49 van 142...
  • Pagina 50 Actiebouwsteen met de actorkanalen verbinden. Instellingen Ĕ van de actiebouwsteen kiezen. Voor visualisering vrijgeven kiezen. Wanneer het schema is geactiveerd, kunnen de verbonden actoren via de actiebouwsteen op het visualiseringsscherm worden geschakeld. Best. nr. 5301 00 Pagina 50 van 142...
  • Pagina 51 De voor het eerste schema gemaakte actiebouwsteen op het tabblad Geprojecteerde bouwstenen kiezen en met de knop đ als ingang aan het schema toevoegen. Actorkanalen met de knop đ aan het schema toevoegen en met de actiebouwsteen ver- binden. Best. nr. 5301 00 Pagina 51 van 142...
  • Pagina 52 In het tekstveld van de simulatiebouwsteen kan een naam voor de aanwezigheidssimulatie worden ingevoerd. Deze tekst wordt in het visualisatiescherm getoond. Afbeelding 37: Sensorkanaal met simulatiebouwsteen voor de registratie van een simulatie Afbeelding 38: Sensorkanaal met simulatiebouwsteen voor het afspelen van een simulatie Best. nr. 5301 00 Pagina 52 van 142...
  • Pagina 53 Werkwijze: Op knop Đ klikken, om het element te wissen. Wordt de weet-u-het-zeker-vraag met ja beantwoord, dan wordt het element uit de gebouwstructuur verwijderd en in het project gewist. Best. nr. 5301 00 Pagina 53 van 142...
  • Pagina 54 Met de knop Ď de functie Verplaatsen naar kiezen. Een venster met de gebouwstructuur verschijnt. Het element van de gebouwstructuur kiezen waarnaar het element moet worden verplaatst. i Etages en ruimtes kunnen ook met drag & drop worden verplaatst. Best. nr. 5301 00 Pagina 54 van 142...
  • Pagina 55 Productcatalogi van externe fabrikanten kunnen worden geïmporteerd. 12.1.1 Catalogusapparaat toevoegen Catalogusapparaten kunnen aan het project worden toegevoegd en parameters kunnen worden ingesteld en met andere apparaatkanalen worden verbonden. Best. nr. 5301 00 Pagina 55 van 142...
  • Pagina 56 Bij de installatiescan worden alle apparaten gevonden die zich in de programmeermodus bevin- den of waarbij de spanning de laatste 3 minuten werd onderbroken en hersteld. Bij apparaten die niet direct toegankelijk zijn, wordt spanningsonderbreking en -herstel aangeboden. Bij de Best. nr. 5301 00 Pagina 56 van 142...
  • Pagina 57 Ruimte op de Breadcrumb-balk kiezen. 12.2.2 Nieuw apparaat toevoegen Apparaten die bij de een installatiescan werden gevonden, kunnen als nieuw apparaat aan een installatieplaats worden toegewezen en aan het project worden toegevoegd. Best. nr. 5301 00 Pagina 57 van 142...
  • Pagina 58 Op de knop đ op de apparaattegel klikken. Het functiekeuzevenster wordt geopend (afbeelding 42). Het catalogusapparaat wordt ach- ter de functie Apparaat vervangen: als met zijn installatieplaats aangegeven. Apparaat vervangen: als kiezen, om het catalogusapparaat te vervangen. Best. nr. 5301 00 Pagina 58 van 142...
  • Pagina 59 12.3 Apparaat uit project wissen Wordt een apparaat uit het project verwijderd, dan worden alle verbindingen met andere appa- raten gewist. Informatie zoals installatieplaats en -bereik wordt verwijderd en de parameters worden gereset. Best. nr. 5301 00 Pagina 59 van 142...
  • Pagina 60 Bij de volgende programmering wordt de nieuwe installatieplaats naar het apparaat gezon- den en opgeslagen. 12.5 Apparaat kopiëren Apparaten inclusief parameterinstellingen kunnen worden gekopieerd en op een plek in de gebouwstructuur worden opgeslagen. Best. nr. 5301 00 Pagina 60 van 142...
  • Pagina 61 Het tabblad Apparaten is gekozen. Apparaat in de programmeermodus zetten of spanning onderbreken en herstellen. Installatiescan uitvoeren (zie hoofdstuk 12.2. Apparaten uit de installatiescan). Installatieplaats op de navigatiebalk of uit de boomstructuur kiezen. Best. nr. 5301 00 Pagina 61 van 142...
  • Pagina 62 Met de knop Opslaan worden de apparaten aan de repeater toegevoegd. De ontvangen en gezonden eNet-radio-telegrammen voor de gekozen apparaten herhaald. i Worden in het venster Instellingen geen apparaten aan de repeater toegevoegd, dan her- haalt de repeater alle eNet-radio-telegrammen. Best. nr. 5301 00 Pagina 62 van 142...
  • Pagina 63 Op een schema kunnen elementen zoals actor- en sensorkanalen, actiebouwstenen, logische bouwstenen en timer-bouwstenen met elkaar worden verbonden. i In een verbindingsschema kan een zonnesensor in combinatie met een comparator-bouw- steen als ingang voor een helderheidsafhankelijke besturing van actoren worden gebruikt. Best. nr. 5301 00 Pagina 63 van 142...
  • Pagina 64 Om de kanalen en evt. bouwstenen met elkaar te verbinden, het ankerpunt van de zender selecteren (4). Nu verschijnt een selectie met de functies: het zenderkanaal automatisch met alle aanwe- zig actorkanalen verbinden of de verbindingen handmatig maken. Verbindungen maken. Best. nr. 5301 00 Pagina 64 van 142...
  • Pagina 65 (zie hoofdstuk 9.1.2. Informatie over apparaatkanalen). 13.1.3 Verbindingslijn wissen Werkwijze: Op de ankerpunten klikken en in het verbindingskeuzevenster op de knop Đ klikken. De verbindingslijn wordt rood weergegeven en op het ankerpunt verschijnt een X. Best. nr. 5301 00 Pagina 65 van 142...
  • Pagina 66 Bij het kanaaltype Jaloezie zijn twee kanalen nodig. Het tweede kanaal wordt uitgegrijsd weergegeven (afbeelding 47). Bedieningsmodus uit de dropdownlijst kiezen (afbeelding 47). Kanaal met đ in het keuzevenster aan het schema toevoegen. Best. nr. 5301 00 Pagina 66 van 142...
  • Pagina 67 Om een schema met de functie Wissen te wissen, moet het schema eerst worden gedeacti- veerd. Bij het wissen worden alle verbindingen verwijderd. Apparaten inclusief parameterinstel- lingen blijven in het project behouden. Alle functies worden in een dropdownmenu opgeroepen (afbeelding 49). Best. nr. 5301 00 Pagina 67 van 142...
  • Pagina 68 Om verbindingen naar de apparaten in de installatie te zenden, moet het schema in de appara- ten van de installatie worden geprogrammeerd. Daarbij worden ook veranderde parameters naar de apparaten gezonden. Wordt het schema gedeactiveerd, dan worden de verbindingen uit de apparaten verwijderd. Best. nr. 5301 00 Pagina 68 van 142...
  • Pagina 69 De met een batterij gevoede apparaten moeten evt. een keer handmatig worden bediend. De signaalkwaliteit tussen alle verbindingen wordt gemeten en de verbindingslijnen worden met de kleur van de slechtste kwaliteit weergegeven (afbeelding 51). Best. nr. 5301 00 Pagina 69 van 142...
  • Pagina 70 Om de gevolgen van uitgevoerde veranderingen in de installatie direct te controleren, kan de meting worden herhaald. Op de knop į klikken, om de meting te herhalen. Best. nr. 5301 00 Pagina 70 van 142...
  • Pagina 71 Om de veranderingen naar de apparaten te zenden, op de knop Programmeren klikken. Veranderingen worden naar de apparaten in de installatie gezonden. Het schema kan niet meer worden veranderd. Afbeelding 53: Bewerkingsmodus - Schema blijft actief en kan worden veranderd Best. nr. 5301 00 Pagina 71 van 142...
  • Pagina 72 Op een schema kunnen elementen zoals actor- en sensorkanalen, actiebouwstenen en timer- bouwstenen met elkaar worden verbonden. Hieronder wordt de term Element plaatsvervangend voor de functionele bouwstenen en kanalen gebruikt. Voor nadere informatie over functionele bouwstenen (zie hoofdstuk 10. Functionele bouwstenen). Best. nr. 5301 00 Pagina 72 van 142...
  • Pagina 73 Waarden met de pijltjestoetsen wijzigen of direct invoeren. De scenariowaarden zijn in de actor opgeslagen. Om de kanalen en evt. bouwstenen met elkaar te verbinden, het ankerpunt van de zender selecteren (5). Best. nr. 5301 00 Pagina 73 van 142...
  • Pagina 74 Schema voor scenario maken en benoemen. Op de knop đ op de apparaattegel van een sensor klikken. Het keuzevenster Kanaal kiezen wordt geopend (afbeelding 55). Vrije scenariokanaal kiezen en in het keuzemenu Masterdimmen oproepen. Best. nr. 5301 00 Pagina 74 van 142...
  • Pagina 75 Actoren kiezen en Scenario maken kiezen. Bij de instellingen alle actoren van het project, alle schakel- en dimactoren en alle ver- bonden actorkanalen van deze sensor worden de actorkanalen automatisch met het sensorkanaal of de sensorkanalen verbonden. Best. nr. 5301 00 Pagina 75 van 142...
  • Pagina 76 Dwangmatig gestuurd Prioriteit 2 Zodra voor een scenario een prioriteit is ingesteld, is de bediening van de betreffende actorka- nalen tijdens het oproepen van het scenario geblokkeerd. Uitzondering is het oproepen van een Best. nr. 5301 00 Pagina 76 van 142...
  • Pagina 77 Het gedrag geldt overkoepelend voor alle schema's waarin het actorkanaal wordt gebruikt. Evt. prioriteit instellen, daarvoor de knop Ĕ op de apparaattegel kiezen. Van het betref- fende kanaal de parameter Prioriteit... van het gekozen scenariotype instellen. Best. nr. 5301 00 Pagina 77 van 142...
  • Pagina 78 Gedrag na ein- de blokkeerfunctie. Drempelwaardescenario met zonnesensor maken Schema voor scenario maken en benoemen. Op de knop đ op de apparaattegel van een sensor klikken. Best. nr. 5301 00 Pagina 78 van 142...
  • Pagina 79 Het scenario is op het visualiseringsscherm zichtbaar. De naam van het scenario wordt voor de visualisering overgenomen. i Wordt de instelling Voor visualisering zichtbaar op Uit gezet, dan is het scenario niet meer op het visualiseringsscherm zichtbaar. Best. nr. 5301 00 Pagina 79 van 142...
  • Pagina 80 Apparaat of kanaal met de knop đ op de apparaattegel voor de telegramregistratie kie- zen. i Bij de kanalen voor de scenario's Alles aan/uit moet het daarvoor bestemde kanaal worden ingevoegd. Starten kiezen (afbeelding 61). Best. nr. 5301 00 Pagina 80 van 142...
  • Pagina 81 Worden geen telegrammen geregistreerd, dan kan de oorzaak zijn dat de afstand tussen de eNet-server en het apparaat (actor en/of sensor) onvoldoende is. Het gebruik van repe- aters kan de ontvangst van telegrammen verbeteren. De meting kan aansluitend met de geïnstalleerde repeater worden herhaald. Best. nr. 5301 00 Pagina 81 van 142...
  • Pagina 82 De migratie van een project kan niet ongedaan worden gemaakt. Daarom is het raadzaam vóór het starten van een migratie een back-up van het project te maken. Best. nr. 5301 00 Pagina 82 van 142...
  • Pagina 83 Voorwaarde: een project met apparaten in de installatie is gemaakt. Het te kopiëren project kiezen. Functie Project kopiëren kiezen. Nu verschijnt een venster voor de invoer van de projectnaam. Naam voor de projectsjabloon invoeren en met OK bevestigen. Best. nr. 5301 00 Pagina 83 van 142...
  • Pagina 84 Werkwijze: Afdrukken kiezen. Het gemaakte document verschijnt als PDF-bestand in een apart venster, waar het kan worden gedownload. i Als de gebruikte browser een pop-up blokkeerder ondersteunt, moet deze worden gedeac- tiveerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 84 van 142...
  • Pagina 85 (5) Functie Afsluiten: er worden schema's voor verbindingen en scenario's gemaakt (6) Venster Project inlezen sluiten (7) Functie Apparaten toewijzen: schakel over naar het tabblad Apparaten, om apparaten aan hun installatieplaatsen toe te wijzen Best. nr. 5301 00 Pagina 85 van 142...
  • Pagina 86 (zie hoofdstuk 18.12. Onbekende apparaten weergeven of wissen) In het venster Instellingen van de apparaten kunnen de verbindingen met onbekende apparaten eveneens worden gewist (zie hoofdstuk 9.2.5. Ver- binding wissen). Best. nr. 5301 00 Pagina 86 van 142...
  • Pagina 87 De schema's worden benoemd aan de hand van de actor- resp. sensornaam. i Functionele bouwstenen kunnen niet worden ingelezen, omdat ze onderdeel zijn van de andere eNet-server. Best. nr. 5301 00 Pagina 87 van 142...
  • Pagina 88 In het venster Instellingen van de apparaten kunnen de verbindingen met onbekende apparaten ook worden gewist (zie hoofdstuk 9.2.5. Verbin- ding wissen). Scan starten kiezen, om overige apparaten in te lezen. Best. nr. 5301 00 Pagina 88 van 142...
  • Pagina 89 Bij een projectvergelijking wordt rekening gehouden met de volgende veranderingen in de installatie: Nieuwe verbindingen die door een handmatige inbedrijfname werden gemaakt Nieuwe apparaten die werden toegevoegd Apparaten die werden verwijderd Veranderingen van parameters en bedieningsmodus Werkwijze: Het betreffende project activeren. Vergelijken kiezen. Best. nr. 5301 00 Pagina 89 van 142...
  • Pagina 90 Gegevens inlezen kiezen, om de gegevens van de installatie naar het project te importe- ren. Analyseren kiezen. Schema's voor verbindingen en scenario's worden gemaakt of aangepast. De nieuwe apparaten en schema's voor verbindingen en scenario's worden in het overzicht weergege- ven. Best. nr. 5301 00 Pagina 90 van 142...
  • Pagina 91 Worden naderhand nieuwe apparaten in de installatie naar het project gezonden en nieuwe verbindings- en scenarioschema's gemaakt, dan kunnen deze met het filter Nieuw gemaakt in het overzicht worden weergegeven. Best. nr. 5301 00 Pagina 91 van 142...
  • Pagina 92 17.4.1 Apparaat in de installatie op het projecteringsscherm lokaliseren Werkwijze: Kies de knop Apparaat lokaliseren (afbeelding 66). Het venster Apparaat lokalisering verschijnt waarin wordt verzocht om bediening van het apparaat. Best. nr. 5301 00 Pagina 92 van 142...
  • Pagina 93 Omdat het apparaat niet door de eNet-server bereikbaar is, op Annuleren klikken. Een venster verschijnt met de melding dat het apparaat niet bereikbaar is. Herstellen kiezen. i Met batterij gevoede apparaten moeten evt. worden bediend. Best. nr. 5301 00 Pagina 93 van 142...
  • Pagina 94 Nu verschijnt het venster Apparaat gelokaliseerd met de apparaattegel (afbeelding 67). Het apparaat is weer via de eNet-server bereikbaar. Alle parameter- en verbindingsgege- vens worden naar het apparaat geschreven, zodat het zich weer net zoals vóór de fabrieksreset gedraagt. Best. nr. 5301 00 Pagina 94 van 142...
  • Pagina 95 Met de functie Apparaten actualiseren kan bij alle apparaten in het systeem waarvoor een nieuwe apparaatversie aanwezig is, een update worden uitgevoerd. i De update van de handzender met display moet met aangesloten voedingsspanning wor- den uitgevoerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 95 van 142...
  • Pagina 96 Met de button Apparaten weergeven kunnen alle door een batterij gevoede apparaten met een zwakke batterij worden weergegeven. De batterijstatus wordt door de Client om de 2 minuten opgevraagd. i De batterijstatus wordt in het venster Informatie van het apparaat weergegeven. Best. nr. 5301 00 Pagina 96 van 142...
  • Pagina 97 Vooraf ingesteld is 100.000 ms. Local Storage wisen Het browsergeheugen voor het projecteringsscherm kan met deze functie worden gewist. Best. nr. 5301 00 Pagina 97 van 142...
  • Pagina 98 Installatiebereik........13 wachtwoord veranderen......24 Installatieplaats........13 Webbrowser..........18 IP-adres..........18,31 WLAN-netwerkcode........20 WLAN-parameters........19 kanaaltype..........66 XOR-bouwsteen........43 LAN ............18 logische bouwsteen........ 42 Masterdimmen........74 Met batterij gevoede apparaten....36 Metering-registraties....... 95 OF-bouwsteen........43 Best. nr. 5301 00 Pagina 98 van 142...
  • Pagina 99 Opent de productdocumentatie van de eNet-server of de website van de leverancier ģ Project opslaan ő Naar het keuzescherm gaan ř Gebruikersbeheer: wachtwoord instellen Tabblad Verbindingen en scenario's ij Automatisch verbindingen met alle actorkanalen maken Ĵ Verbindingen handmatig maken Best. nr. 5301 00 Pagina 99 van 142...
  • Pagina 100 Copyright (c) OSGi Alliance (2000, 2009) Apache License Version 2.0, January 2004 http://felix.apache.org/license.html slf4j-api-1.7.5 Copyright (c) 2004-2013 QOS.ch MIT License (MIT) Java SE Embedded Runtime Environment and all Java based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Oracle and/or its affiliates. Best. nr. 5301 00 Pagina 100 van 142...
  • Pagina 101 Program). Whether that is true depends on what the Program does. 1. You may copy and distribute verbatim copies of the Program's source code as you receive it, Best. nr. 5301 00 Pagina 101 van 142...
  • Pagina 102 The source code for a work means the preferred form of the work for making modifications to it. For an executable work, complete source code means all the source code for all modules it con- Best. nr. 5301 00 Pagina 102 van 142...
  • Pagina 103 9. The Free Software Foundation may publish revised and/or new versions of the General Public License from time to time. Such new versions will be similar in spirit to the present versi- Best. nr. 5301 00 Pagina 103 van 142...
  • Pagina 104 You should have received a copy of the GNU General Public License along with this program; if not, write to the Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA. Best. nr. 5301 00 Pagina 104 van 142...
  • Pagina 105 "Object" form shall mean any form resulting from mechanical transformation or translation of a Source form, including but not limited to compiled object code, generated documentation, and conversions to other media types. Best. nr. 5301 00 Pagina 105 van 142...
  • Pagina 106 Derivative Works, if and wherever such third-party notices nor- mally appear. The contents of the NOTICE file are for informational purposes only and do not modify the License. You may add Your own attribution notices within Derivative Works that You Best. nr. 5301 00 Pagina 106 van 142...
  • Pagina 107 License. You may obtain a copy of the License at http://www.apache.org/licenses/LICENSE-2.0 Unless required by applicable law or agreed to in writing, software distributed under the License is distributed on an "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY Best. nr. 5301 00 Pagina 107 van 142...
  • Pagina 108 "Not a Contribution." "Contributor" shall mean Licensor and any individual or Legal Entity on behalf of whom a Contri- bution has been received by Licensor and subsequently incorporated within the Work. Best. nr. 5301 00 Pagina 108 van 142...
  • Pagina 109 TITLE, NON-INFRINGEMENT, MERCHANTA- BILITY, or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. You are solely responsible for determi- ning the appropriateness of using or redistributing the Work and assume any risks associated Best. nr. 5301 00 Pagina 109 van 142...
  • Pagina 110 "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY KIND, either express or implied. See the License for the specific language governing permissi- ons and limitations under the License. Best. nr. 5301 00 Pagina 110 van 142...
  • Pagina 111 Uit/4x zenden (zonder verbinding): Gereserveerd voor sensoren die zonder verbinding zenden. 20.2 Handzender met display De hieronder beschreven parameters gelden voor de producten Draadloze handzender Multi. Omschrijving Waarde Commentaar Best. nr. 5301 00 Pagina 111 van 142...
  • Pagina 112 Instelling Masterdimmen: De dimacto- ren in een opgeroepen scenario kunnen worden gedimd. Instelling Geen: De bedieningstoetsen hebben geen functie. Bij instelling als tuimelscha- Verbinden van de bedieningstoetsen kelaar: 17 t/m 40 met het gewenste bedieningskanaal. Best. nr. 5301 00 Pagina 112 van 142...
  • Pagina 113 Instelling van de toetsen als kanaaltoet- Scenario sen tuimelschakelaar of scenariotoet- sen scenario. Kanaal 2 Tuimelschakelaar Instelling van de toetsen als kanaaltoet- alleen bij apparaten met Scenario sen tuimelschakelaar of scenariotoet- meerdere kanalen sen scenario. Best. nr. 5301 00 Pagina 113 van 142...
  • Pagina 114 Dalend: aansturing met verbreekcon- tactknop Schakelflank E2 Dalend Bepaalt, of ingang 2 op de stijgende of Stijgend dalende flank reageert. Stijgend: aansturing met maakcontact- knop Dalend: aansturing met verbreekcon- tactknop Bedieningsmodus Best. nr. 5301 00 Pagina 114 van 142...
  • Pagina 115 Gereserveerd voor sensoren die zonder verbinding zenden. 20.5 Radiografische schakelactoren De hieronder beschreven parameters gelden voor de producten Draadloze schakel-/tastactor enkelvoudig Mini, tweevoudig Mini, enkelvoudig Mini pot.vrij, enkelvoudig DIN-rail, enkel- voudig TS. Best. nr. 5301 00 Pagina 115 van 142...
  • Pagina 116 Nalooptijd. Inschakelvertraging 0 s ... 24 h Schakelt de last vertraagd in. Herhaalde inschakelcommando's starten de vertra- gingstijd opnieuw. Wanneer de last van- wege de vertraging nog niet is ingescha- Best. nr. 5301 00 Pagina 116 van 142...
  • Pagina 117 Uitschakelvoorwaar- Bij een actieve uitchakelvoorwaarschu- schuwing wing wordt het licht niet direct uitgescha- keld. Het licht gaat 30, 15 en 6 secon- den voor het definitief uitschakelen kort uit. Tijdens de uitschakelvoorwaarschu- Best. nr. 5301 00 Pagina 117 van 142...
  • Pagina 118 Schakeluitgang invers Inverteert de schakeluitgang van maak- contactfunctie (fabrieksinstelling) naar verbreekcontactfunctie. Minimale schakelherha- 100 ms ... 10 s Begrenst door verhogen van de waarde lingstijd de schakelsnelheid van het apparaat, Best. nr. 5301 00 Pagina 118 van 142...
  • Pagina 119 Het apparaat kan, naast de andere func- alleen bij actoren van ties, als repeater worden toegepast. Bij de modellen Mini en ingeschakelde functie worden alle ont- tussenstekker vangen telegrammen herhaald. h Instellingen kanaal Best. nr. 5301 00 Pagina 119 van 142...
  • Pagina 120 Daarbij is 1 dee hoogste en 4 de laagste prioriteit. 0 betekent geen prioriteit. Prioriteit zonwering 0…4 Bepaalt voor het kanaal de prioriteit voor het oproepen en opheffen van een sce- Best. nr. 5301 00 Pagina 120 van 142...
  • Pagina 121 De positiewaarde van de jaloezie kan worden veranderd. jaloezie Positiewaarde De positiewaarde van de lamel kan worden veranderd. lamel Dwangmatig Weergave van de status van de dwangmatige aansturing. gestuurd Buitensluitbe- Weergave van de status van de buitensluitbeveiliging. veiliging Best. nr. 5301 00 Pagina 121 van 142...
  • Pagina 122 "uit". Daarbij is het irrelevant of de "aan"- of de "uit"-kanaal- knop wordt bediend. Knipperen: Inschakelen veroorzaakt het begin van het knipperen en uitschakelen het einde daarvan. De default-waarde Best. nr. 5301 00 Pagina 122 van 142...
  • Pagina 123 De nalooptijd wordt bij een nieuwe bediening opnieuw gestart. Deze para- meter houdt direct verband met de para- meter Handmatig uitschakelen van de nalooptijd. Best. nr. 5301 00 Pagina 123 van 142...
  • Pagina 124 1 dee hoogste en 4 de laagste prioriteit. 0 betekent geen prioriteit. Prioriteit schemering 0...4 Bepaalt voor het kanaal de prioriteit voor het oproepen en opheffen van een sce- nario van het type schemering. Daarbij Best. nr. 5301 00 Pagina 124 van 142...
  • Pagina 125 Rolluik: Er wordt een rolluik of een mar- Jaloezie kies aangestuurd, waarbij de functie Markies doekspannen niet nodig is. Jaloezie: Er wordt een jaloezie aange- stuurd. Markies: Er wordt een markies aange- stuurd, waarbij de functie doekspannen nodig is. Best. nr. 5301 00 Pagina 125 van 142...
  • Pagina 126 0 betekent geen prioriteit. Lamellenomschakeltijd 0 ms ... 10 s Absolute tijd voor het omschakelen van Doekspantijd 300 ms … 10 s jaloezielamellen. Voor de bedieningsmo- dus markies kan hier de doekspantijd worden ingesteld. Best. nr. 5301 00 Pagina 126 van 142...
  • Pagina 127 De positiewaarde van de jaloezie kan worden veranderd. jaloezie Positiewaarde De positiewaarde van de lamel kan worden veranderd. lamel Dwangmatig Weergave van de status van de dwangmatige aansturing. gestuurd Buitensluitbe- Weergave van de status van de buitensluitbeveiliging. veiliging Best. nr. 5301 00 Pagina 127 van 142...
  • Pagina 128 Prog worden bediend. Constant-aan: De uitgang schakelt con- stant "aan". Alle bedieningen van radiografische zenders en met de toets Prog worden genegeerd. Constant-uit: De uitgang schakelt con- stant "uit". Alle bedieningen van radiografische Best. nr. 5301 00 Pagina 128 van 142...
  • Pagina 129 Geldt alleen bij uitschake- len met zenders (korte bediening). Bij het oproepen van scènes of bij het schakelen met logische bouwstenen wordt direct uitgeschakeld. Dimversteltijd 1 … 60 s Best. nr. 5301 00 Pagina 129 van 142...
  • Pagina 130 Wanneer binnen de afdimproce- dure een ander commando komt, bijv. inschakelen of scène-oproep, dan stopt de uitschakelvoorwaarschuwing en het commando wordt uitgevoerd. Een uit- Best. nr. 5301 00 Pagina 130 van 142...
  • Pagina 131 Bepaalt de minimaal instelbare helder- heid. Opmerking: wanneer parameters of scè- newaarde lager dan de minimale helder- heid zijn ingesteld, dan wordt tot de minimale helderheid gedimd. Maximale helderheid 75 % ... 100 % Best. nr. 5301 00 Pagina 131 van 142...
  • Pagina 132 20.8.1 Vensterinformatie Bij de kanaalkeuze in het venster informatie kunnen de volgende instellingen worden uitge- voerd resp. waarden worden weergegeven. i Met de pijl naast de weergegeven waarden kan de waarde worden geactualiseerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 132 van 142...
  • Pagina 133 "aan". Alle bedieningen van radio- grafische zenders op de knop en neve- naansluitingen worden genegeerd. Constant-uit: De uitgang schakelt con- stant "uit". Alle bedieningen van radio- grafische zenders op de knop en neve- naansluitingen worden genegeerd. Best. nr. 5301 00 Pagina 133 van 142...
  • Pagina 134 0 s ... 24 h Zodra een nalooptijd is ingesteld, blijft de actor niet meer permanent ingescha- kled, maar alleen gedurende de naloop- tijd. De nalooptijd wordt bij een nieuwe bediening opnieuw gestart. Deze para- Best. nr. 5301 00 Pagina 134 van 142...
  • Pagina 135 Bepaalt voor het kanaal de prioriteit voor het oproepen en opheffen van een sce- nario van het type windalarm. Daarbij is 1 dee hoogste en 4 de laagste prioriteit. 0 betekent geen prioriteit. Best. nr. 5301 00 Pagina 135 van 142...
  • Pagina 136 Geteld wordt de tijd, waarin de last Actuele waarde fysiek is ingeschakeld. Deze parameter kan bijv. na het vervan- gen van de last weer op "0" worden gezet. Met de knop Resetten wordt de teller Best. nr. 5301 00 Pagina 136 van 142...
  • Pagina 137 Blokkeert voor het apparaatkanaal de handmatige inbedrijfname. Bij de instel- ling Uit kan de fabrieksinstelling van het apparaat niet meer worden hersteld. Spanning zenden Zendt de actuele spanningswaarde. Stroom zenden Zendt de actuele stroomwaarde. Best. nr. 5301 00 Pagina 137 van 142...
  • Pagina 138 Tijd voor bepalen 0,2 … 300 s Bij het nuttig vermogen wordt niet zoals gemiddelde waarde bij andere meetwaarden de momentele waarde gezonden, maar de gemiddelde waarde. Hierkan de tijdsperiode voor de Best. nr. 5301 00 Pagina 138 van 142...
  • Pagina 139 Lokale bediening De parameter heeft bij dit apparaat geen functie. Handmatige inbedrijfna- De parameter heeft bij dit apparaat geen functie Somstatus/zendherha- De parameter heeft bij dit apparaat geen lingen Uit/2x…11x zenden functie Best. nr. 5301 00 Pagina 139 van 142...
  • Pagina 140 Kanaalnaam 1 t/m 24 Vrije tekst maximaal 15 Kanaalnamen van de kanalen 1 t/m 24. tekens Wordt automatisch met het actief bereik Kanaal 1 t/m 24 van het zendkanaal benoemd. Best. nr. 5301 00 Pagina 140 van 142...
  • Pagina 141 Het aantal telegramherhalin- gen wordt ingesteld. Met deze instelling worden geen overdrachtsfouten weerge- geven. 20.14.1 Vensterinformatie In het venster Informatie wordt de laatst verzonden helderheid weergegeven. Best. nr. 5301 00 Pagina 141 van 142...
  • Pagina 142 Bijlage Gira Giersiepen GmbH & Co. KG Elektro-Installations- Systeme Industriegebiet Mermbach Dahlienstraße 42477 Radevormwald Postfach 12 20 42461 Radevormwald Deutschland Tel +49(0)21 95 - 602-0 Fax +49(0)21 95 - 602-191 www.gira.de info@gira.de Best. nr. 5301 00 Pagina 142 van 142...