Afbeelding 64: Gevonden apparaten - nog niet aan hun installatieplaats toegewezen
o
Eventueel Scan starten kiezen, om overige apparaten in te lezen.
o
Apparaten toewijzen kiezen, om de apparaten aan hun installatieplaatsen toe te wijzen.
Nu verschijnt het tabblad Apparaten. De aan het project toegevoegde apparaten worden
weergegeven.
i Als op deze plaats de functie Inleesmodus beëindigen en afsluiten wordt gekozen, wor-
den de apparaten en scenario's in een onbekende ruimte aangemaakt.
o
Gebouw toevoegen kiezen, om de gebouwstructuur te maken.
Nu verschijnt het tabblad Gebouw.
o
Gebouwstructuur maken (zie hoofdstuk 11.1. Gebouw, etage of ruimte toevoegen).
Na het maken van de gebouwstructuur kunnen de apparaten aan hun installatieplaatsen
worden toegewezen.
o
Apparaten toewijzen kiezen, om naar het tabblad Apparaten over te schakelen.
De ingelezen apparaten worden weergegeven en kunnen aan hun installatieplaatsen wor-
den toegevoegd.
o
Apparaten aan hun installatieplaatsen toewijzen (zie hoofdstuk 12.2.2. Nieuw apparaat toe-
voegen).
o
Evt. Inlezen voortzetten kiezen, om naar het venster Project inlezen over te schakelen.
o
Inleesmodus beëindigen en afsluiten kiezen.
Alle schema's voor verbindingen en scenario's worden gemaakt, waarna het overzicht ver-
schijnt. De nieuwe apparaten en schema's voor verbindingen en scenario's worden in het
overzicht weergegeven.
16.8.2 Met eNet-server in bedrijf genomen installatie inlezen
Bij het inlezen van een eNet-project dat met een andere eNet-server in bedrijf werd genomen,
worden de gebouwstructuur en apparaatgegevens alsmede de instelling van de bedrijfsstan-
denschakelaar, parameters, verbindings- en scenariogegevens overgedragen. Voor verbindin-
gen wordt voor elk actorkanaal een schema gemaakt, voor scenario's voor elk sensorkanaal.
De schema's worden benoemd aan de hand van de actor- resp. sensornaam.
i Functionele bouwstenen kunnen niet worden ingelezen, omdat ze onderdeel zijn van de
andere eNet-server.
Best. nr. 5301 00
Tabblad Project
Pagina 87 van 142