Gira 5301 00 Handleiding pagina 130
Verberg thumbnails
Zie ook voor 5301 00:
- Bedieningsvoorschrift (11 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Nalooptijd
Handmatig uitschakelen
van de nalooptijd
Gedrag na einde blok-
keerfunctie
Handmatig opslaan van
de scenariowaarden
Gedrag spanningsterug-
keer
Helderheid spannings-
terugkeer
Uitschakelvoorwaar-
schuwing
Best. nr. 5301 00
0 s ... 24 h
Aan
Uit
0%
100%
geen verandering
Laatste waarde
Aan
Uit
Uit
Aan
Geparametreerde helder-
heid
Laatste waarde
0 ... 100 %
Aan
Uit
Tijdsperiode van minimale helderheid tot
het bereiken van de maximale helder-
heid (dimsnelheid).
Zodra een nalooptijd is ingesteld, blijft
de actor niet meer permanent ingescha-
kled, maar alleen gedurende de naloop-
tijd. De nalooptijd wordt bij een nieuwe
bediening opnieuw gestart. Deze para-
meter houdt direct verband met de para-
meter Handmatig uitschakelen van de
nalooptijd.
Opmerking: De ingestelde tijden gelden
bij de bediening via een radiografische
zender. Bij bediening van de knop Prog
wordt het relais direct geschakeld.
Maakt het handmatig uitschakelen van
een lopende nalooptijd mogelijk. Wan-
neer de parameter is uitgeschakeld,
heeft een uitschakelcommando ook
inschakelen van de actor tot gevolg.
Deze parameter houdt direct verband
met de parameter Nalooptijd.
Bepaalt het gedrag van de uitgang na
het opheffen van een blokkering.
Blokkeert het opslaan van de actuele
helderheidswaarde als scenariowaarde
in een actor, bij een commando via een
zender.
Bepaalt het gedrag van de uitgang na
terugkeer van de netspanning.
Bij model REG: busspanningsterugkeer.
Helderheidswaarde die de uitgang na
spanningsterugkeer (netspan-
ning/busspanning) instelt. Parameter
Gedrag spanningsterugkeer moet op
Geparametreerde helderheid zijn inge-
steld.
Opmerking: wanneer de waarde boven
de ingestelde maximale helderheid ligt
of onder de minimale helderheid, dan
wordt op de betreffende grenswaarde
ingeschakeld.
Bij geactiveerde uitschakelvoorwaar-
schuwing wordt bij het uitschakelen bin-
nen 30 seconden tot de minimale hel-
derheid gedimd en pas dan uitgescha-
keld. Wanneer de parameter Afdimhel-
ling langer dan 30 s is geparametreerd,
wordt de duur van de afdimhelling aan-
gepast. Wanneer binnen de afdimproce-
dure een ander commando komt, bijv.
inschakelen of scène-oproep, dan stopt
de uitschakelvoorwaarschuwing en het
commando wordt uitgevoerd. Een uit-
Pagina 130 van 142
Bijlage
Advertenties
Inhoudsopgave
