13 Tabblad Verbindingen
Op het tabblad Verbindingen worden schema's voor verbindingen gemaakt. Voor elk schema
wordt een tabblad gemaakt waarop actor- en sensorkanalen met elkaar worden verbonden.
Voor complexere verbindingen zijn functionele bouwstenen zoals logische bouwstenen en
timer-bouwstenen beschikbaar. Met actiebouwstenen kunnen schema's aan elkaar worden
gekoppeld.
De volgende regels gelden voor verbindingen:
-
Reeds geprojecteerde functionele bouwstenen of kanalen kunnen in andere schema's wor-
den gebruikt.
-
Bevat een schema functionele bouwstenen, dan moet de eNet-server in de installatie blij-
ven zitten.
-
Elk schema wordt aan een plaats in de gebouwstructuur toegewezen. De plaats kan op
verschillende tabbladen als filter worden gebruikt, om snelle toegang tot het schema moge-
lijk te maken. Zo is het zinvol om een schema waarop de verlichting van de keuken werd
gemaakt, aan de plaats 'Keuken' toe te wijzen.
-
Bij het invoegen van een sensorkanaal in een verbindingsschema wordt als actieve plaats
automatisch de installatieplaats en als actief bereik automatisch het installatiebereik aan de
sensortegel toegevoegd. Dit kan naderhand worden veranderd.
-
Bij het invoegen van een actorkanaal in een verbindingsschema wordt als actieve plaats
automatisch de op de Breadcrumb-balk gekozen plaats en als actief bereik automatisch de
ingevoerde schemanaam aan de actortegel toegevoegd. Dit kan naderhand worden veran-
derd. Op het visualiseringsscherm worden de actieve plaats en het actieve bereik van het
actorkanaal weergegeven.
-
Een schema kan uit enkele elementen bestaan, bijv. om het licht in een ruimte in- en uit te
schakelen. Complexere schema's zoals centrale besturingen kunnen echter vele elemen-
ten bevatten.
-
Op een schema moet elk actorkanaal zijn verbonden met elk sensorkanaal. Zijn bijvoor-
beeld op een schema één sensorkanaal en drie actorkanalen met elkaar verbonden en
wordt een extra sensorkanaal toegevoegd en met een van de actorkanalen verbonden, dan
worden automatisch verbindingslijnen naar alle actorkanalen toegevoegd.
Hieronder wordt de term Element plaatsvervangend voor alle functionele bouwstenen en kana-
len gebruikt. Voor nadere informatie over functionele bouwstenen (zie hoofdstuk 10. Functione-
le bouwstenen).
Een schema kan de volgende toestanden hebben:
-
Schema is niet actief: het schema is niet in de installatie actief. Veranderingen zijn moge-
lijk.
-
Schema is actief: het schema is identiek aan de configuratie in de installatie. Het schema is
geblokkeerd. Veranderingen zijn niet mogelijk.
-
Het schema is actief en kan worden veranderd (bewerkingsmodus): het schema is voor
bewerking vrijgegeven en wijkt na veranderingen van de configuratie in de installatie af.
Het schema blijft in de installatie actief. Veranderingen kunnen worden overgenomen of
afgewezen.
13.1 Verbindingsschema maken
Op een schema kunnen elementen zoals actor- en sensorkanalen, actiebouwstenen, logische
bouwstenen en timer-bouwstenen met elkaar worden verbonden.
i In een verbindingsschema kan een zonnesensor in combinatie met een comparator-bouw-
steen als ingang voor een helderheidsafhankelijke besturing van actoren worden gebruikt.
Best. nr. 5301 00
Tabblad Verbindingen
Pagina 63 van 142