9.1.1 Informatie over apparaten
Om informatie over het apparaat te krijgen, moet in de dropdownlijst de instelling apparaat wor-
den gekozen (afbeelding 25).
Tabblad Algemeen
Het tabblad Algemeen bevat informatie over het apparaat zoals de naam van het apparaat en
het bestel- en serienummer. Bij actoren kunnen bovendien de kanalen worden aangestuurd
(afbeelding 25).
Tabblad Informatie
Het tabblad Informatie bevat de installatieplaats en het installatiebereik en andere apparaatin-
formatie zoals artikelnummer, productgroepcode, model, uitloopcode, batterij- en parametersta-
tus.
Tabblad Foutgeheugen
Het foutgeheugen van een apparaat kan op het tabblad Foutgeheugen worden bekeken.
Tabblad Notitie
Op dit tabblad kunnen notities bijv. de aangesloten last worden ingevoerd. De notities over het
apparaat worden in de productdocumentatie afgedrukt (zie hoofdstuk 16.6. Project afdrukken)Er
kunnen max. 500 tekens worden ingevoerd.
9.1.2 Informatie over apparaatkanalen
Om informatie over een kanaal te krijgen, moet het betreffende kanaal in de dropdownlijst wor-
den gekozen (afbeelding 25).
Tabblad Kanaalsturing
Op het tabblad Kanaalsturing worden bij actoren de toestanden van de uitgangen en een evt.
aanwezig dwangmatige sturing weergegeven. De sturing van de uitgangen is ook mogelijk.
i Bij energiesensoren worden de laatst gezonden spannings-, stroom- en energiewaarden
weergegeven.
Tabblad Kanaalinformatie
Het tabblad Kanaalinformatie bevat de schema's waarin het kanaal wordt gebruikt. Bovendien
worden schakelcyclustellers, bedrijfsurentellers (resetbaar) en bedrijfsurentellers totaal weerge-
geven. Bij dimactoren wordt het actuele dimprincipe weergegeven.
9.2 Instellingen van apparaten en apparaatkanalen
De vensters Instellingen van apparaten en kanalen kunnen op de tabbladen Apparaten, Ver-
bindingen en Scenario's worden opgeroepen.
Op het tabblad Apparaten kunnen instellingen van het apparaat en van de afzonderlijke kana-
len worden gekozen en apparaten worden geprogrammeerd. Op de tabbladen Verbindingen
en Scenario's kunnen instellingen voor het gekozen kanaal worden geselecteerd en kanalen
worden geprogrammeerd.
De opbouw van het venster Instellingen voor actoren wordt hier met behulp van het voorbeeld
dimactor uitgelegd.
i In het venster Instellingen is het mogelijk kanalen te sturen net zoals in het venster Infor-
matie(zie hoofdstuk 9.1. Informatie over apparaten en apparaatkanalen) .
i De parameters van de afzonderlijke producten worden in de betreffende hoofdstukken
beschreven (zie hoofdstuk 20. Parameters van de appraaten)en kunnen met de knop ķ in
het venster Instellingen op het projecteringsscherm worden opgeroepen.
Werkwijze:
o
Op de knop Ĕ op de apparaattegel klikken.
Het venster Instellingen wordt geopend (afbeelding 26).
Best. nr. 5301 00
Apparaten en apparaatkanalen
Pagina 39 van 142