B
Opmerkingen over de Autom. scènekeuzeknop
• Digitale zoom is niet beschikbaar.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera eventueel de gewenste onderwerpsstand
niet selecteren. In dit geval schakelt u over naar de stand A (auto) (A 24) of selecteert u het gewenste
onderwerp handmatig (A 64).
C
Scherpstellen met behulp van Autom. scènekeuzeknop
• Wanneer de camera een menselijk gezicht herkent in Autom. scènekeuzeknop, wordt scherpgesteld op
dat gezicht. Zie "Gezichtsherkenning" (A 56) voor meer informatie.
• Wanneer de aanduiding van de opnamestand d of i (close-up) wordt weergegeven, selecteert de
camera automatisch het scherpstelveld (een van de negen) voor het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt zoals wanneer Automatisch is geselecteerd voor AF-veldstand (A 53).
C
Opnamen maken met Nachtlandschap en Nachtportret bij gebruik van Autom.
scènekeuzeknop
• Als de camera overschakelt naar g (nachtlandschap) bij gebruik van Autom. scènekeuzeknop, wordt
een reeks beelden vastgelegd die tot één beeld worden gecombineerd en vervolgens opgeslagen.
• Als de camera overschakelt naar h (nachtportret) bij gebruik van Autom. scènekeuzeknop, wordt de
flits-stand vast ingesteld op lrode-ogenreductie voor opnamen van menselijke onderwerpen (de camera
neemt niet continu op).
• In een donkere omgeving wordt het gebruik van een statief aanbevolen. Stel Vibratiereductie (A 178)
in op Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens het fotograferen te stabiliseren.
C
Flitser
• De instellingen voor de flits-stand U (auto; standaardinstelling) en W (uit) kunnen worden toegepast
(A 32).
- Als U (auto) wordt geselecteerd, selecteert de camera automatisch de optimale instelling
voor de flits-stand voor de door de camera geselecteerde onderwerpsstand.
- Als W (uit) wordt geselecteerd, gaat de flitser niet af, ongeacht of deze al dan niet is uitgeklapt.
• U kunt ervoor zorgen dat de flitser niet afgaat door opnamen te maken met de flitser ingeklapt.
C
Beschikbare functies in Autom. scènekeuzeknop
• De instellingen voor de zelfontspanner (A 35) en de belichtingscorrectie (A 40) kunnen worden
aangepast.
• Glimlachtimer (A 37) kan niet worden gebruikt.
• De knop voor de macro-stand op de draaibare multi-selector (A 39) is uitgeschakeld.
Opname voor vastgestelde onderwerpen (Onderwerpsstand)
63