Een geheugenkaart plaatsen
Gegevens worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (circa 74 MB) of
op een verwisselbare SD-geheugenkaart (Secure Digital, apart verkrijgbaar) (A 198).
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden gegevens automatisch
op de geheugenkaart opgeslagen en kunnen de gegevens op de geheugenkaart
worden weergegeven, gewist of overgezet. Verwijder de geheugenkaart als u
gegevens in het interne geheugen wilt opslaan of gegevens uit het interne
geheugen wilt weergeven, wissen of overzetten.
1
Controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor zijn uitgeschakeld en open het deksel
van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Zet de camera uit voor u het deksel opent.
2
Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart correct in de sleuf tot
deze op zijn plaats klikt.
B
Een geheugenkaart plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven of
achterstevoren plaatst, kan dit schade aan
de camera of de kaart veroorzaken.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Een geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het
camera-aan-lampje en de monitor uitgeschakeld zijn
voordat u het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf opent.
Druk de kaart naar binnen (1) om deze gedeeltelijk uit te
werpen en verwijder de kaart vervolgens met de hand.
Zorg er daarbij voor dat u de kaart niet onder een hoek
verwijdert (2).
• De camera, batterij of geheugenkaart kunnen heet aanvoelen direct na gebruik van
de camera. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
22
Geheugenkaartsleuf