Weergaveopties: Weergavemenu
f Beeld draaien
Knop c (Weergavestand) M d (Weergavemenu) M f Beeld draaien
Bepaal de richting waarin opgeslagen beelden worden weergegeven. Stilstaande
beelden kunnen 90 graden linksom en 90 graden rechtsom worden gedraaid. Beelden
die in de portretstand ("staand") zijn gemaakt, kunnen tot 180 graden worden gedraaid
in beide richtingen.
Selecteer een opname in het scherm voor opnameselectie (A 123). Wanneer het
scherm Beeld draaien wordt weergegeven, draait u aan de draaibare multi-selector of
drukt u op J of K om de opname 90 graden te draaien.
Beeld draaien
Terug
90 graden linksom
draaien
Druk op de knop k om de oriëntatie voor de weergave te voltooien en deze informatie
samen met de opname op te slaan.
C
Beelden in een reeks draaien
Terwijl het hoofdbeeld van een reeks wordt weergegeven, kunnen opnamen niet worden gedraaid. Pas de
instelling toe nadat u afzonderlijke beelden hebt weergegeven (A 92, 129).
124
Beeld draaien
Draaien
Terug
Draaien
Beeld draaien
Terug
Draaien
90 graden rechtsom
draaien