Bewerkingen in de stand schermvullende weergave
Beelden afspelen die zijn vastgelegd in de continu-opnamestand
(reeks)
Elke serie opgenomen beelden waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende
instellingen wordt opgeslagen in een reeks.
• Continu-opnamestand (A 80)
- Continu H
- Continu L
- Vooropnamecache
- Continu H: 120 bps
- Continu H: 60 bps
In de modus voor schermvullende weergave of in de stand
voor miniatuurweergave (A 94), wordt het eerste beeld in
een reeks gebruikt als "hoofdbeeld". Dit wordt weergegeven
als aanduiding voor de beelden in de reeks.
• F wordt weergegeven op het weergavescherm voor
beelden die zijn vastgelegd in een reeks (A 8).
Terwijl het hoofdbeeld van een reeks schermvullend wordt
weergegeven, drukt u op de knop k om elk beeld in de
reeks afzonderlijk weer te geven. Druk op H van de
draaibare multi-selector om terug te gaan naar weergave
van alleen het hoofdbeeld.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als elk beeld in een reeks
afzonderlijk wordt weergegeven.
• Kies een beeld: draai aan de draaibare multi-selector of druk op J of K.
• Zoom in: draai de zoomknop naar g (i) (A 97).
• Geef het histogram en de opname-informatie weer: druk op de knop k (A 91).
D
Weergaveopties voor reeksen
Selecteer Reeksweergaveopties (A 129) in het weergavemenu om alle reeksen zodanig in te stellen dat zij
worden weergegeven met behulp van hun hoofdbeelden of dat zij worden weergegeven als afzonderlijke beelden.
D
Hoofdbeeld in reeks wijzigen
Het hoofdbeeld van een reeks kan worden gewijzigd met behulp van Kies hoofdfoto (A 129) in het
weergavemenu.
92
• Onderwerpsstand (A 64)
- Sport
- Stand Dierenportret (wanneer Continu is
geselecteerd)
Weergave van reeksen
1 5 / 0 5 / 2 0 1 1 1 5 : 3 0
1 5 / 0 5 / 2 0 1 1 1 5 : 3 0
0 0 0 4 . J P G
0 0 0 4 . J P G
1 5 / 0 5 / 2 0 1 1 1 5 : 3 0
1 5 / 0 5 / 2 0 1 1 1 5 : 3 0
0 0 0 4 . J P G
0 0 0 4 . J P G
1 /
1 /
5
5
1 /
1 /
5
5