Instellingen voor stand A (auto) wijzigen (opnamemenu)
De volgende opties kunnen worden ingesteld bij opname in de stand A (auto) (A 24).
Beeldmodus
Kies de beeldmodus (combinatie van beeldformaat en compressiefactor) waarmee
afbeeldingen worden opgeslagen. Deze instelling kan worden gewijzigd bij gebruik van
alle opnamestanden.
Witbalans
U kunt de kleuren in afbeeldingen weergeven zoals ze worden waargenomen door het
oog, door de witbalans aan te passen aan de lichtbron.
Lichtmeting
Kies hoe de camera de belichting meet.
ISO-waarde
Stel de ISO-waarde in om de helderheid van het onderwerp aan te passen.
AF-veldstand
Kies hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert.
Autofocus-stand
Kies hoe de camera scherpstelt.
Het opnamemenu weergeven
Draai de keuzeknop naar A (auto) (A 45).
Druk op de knop d om het opnamemenu weer te geven.
• Gebruik de draaibare multi-selector om instellingen te selecteren en toe te passen
(A 11).
• Druk op de knop d om het opnamemenu te sluiten.
B
Camera-instellingen die niet tegelijk kunnen worden gebruikt
Bepaalde functies kunnen niet samen met andere functies worden gebruikt (A 87).
46
2 5 2 5
A 47
A 49
A 51
A 52
A 53
A 60
Opnamemenu
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
ISO-waarde
AF-veldstand
Autofocus-stand