(3)
Instelwiel rechts
voor het wijzigen van de parameters Lengtecorrectie lasboog, Lasspanning en Dy-
namiek
voor het wijzigen van parameters in het Setup-menu
(4)
Instelwiel links
voor het wijzigen van de parameters Plaatdikte, Lasstroom en Draadsnelheid
voor het selecteren van parameters in het Setup-menu
(5)
Toets Procedure
voor het selecteren van de procedure
MANUAL - MIG/MAG-standaard-handmatig lassen
SYNERGIC - MIG/MAG-standaard-synergisch-lassen
STICK - elektrodelassen
(6)
Toets Bedrijfsmodus
voor het selecteren van de bedrijfsmodus
2 T - 2-taktbedrijf
4 T - 4-taktbedrijf
S 4 T - speciaal 4-taktbedrijf
(7)
Geheugentoetsen (Easy Job)
voor het opslaan van maximaal 5 werkpunten
(8)
Weergave Overgangslichtboog
Tussen de kortlicht- en sproeilichtboog ontstaat een bespatte overgangslichtboog.
Om op dit gebied te wijzen licht de weergave Overgangslasboog op.
(9)
Weergave HOLD
Na het lassen worden telkens de actuele werkelijke waarden van lasstroom en las-
spanning opgeslagen; de weergave HOLD licht op.
(10)
SF - weergave Puntlassen / Intervallassen
brandt wanneer bij de Setup-parameter Puntlastijd/interval-lastijd (SPt) een waar-
de is ingesteld (de bedrijfsmodus Puntlassen of Intervallassen is geactiveerd)
*)
Is een van deze parameters gekozen, dan zijn bij de procedure MIG/MAG-stan-
daard-synergisch-lassen op basis van de synergische functie automatisch ook alle
andere parameters en de parameter Lasspanning ingesteld.
**)
De weergave Real Energy Input moet in het Setup-menu niveau 2 worden geacti-
veerd (parameter EnE).
Tijdens het lassen wordt de waarde voortdurend verhoogd overeenkomstig de
constant toenemende energietoevoer. Tot de volgende lasstart of het opnieuw in-
schakelen van de stroombron blijft de definitieve waarde aan het einde van het las-
sen opgeslagen, de weergave HOLD brandt.
***)
37