• Verander de buffer of de relatieve mV om de kalibratie uit te voeren.
ISE-KALIBRATIE
Het is aangeraden om het toestel op geregelde tijdstippen te kalibreren, zeker wanneer er een hoge nauw-
keurigheid vereist is. Het ISE-bereik zou moeten gekalibreerd worden.
• Wanneer de ISE-elektrode of ionenlading veranderd is.
• Minstens 1 keer per week.
• Na het meten van agressieve chemicaliën.
• Wanneer het kalibratie-alarm CAL DUE wordt weergegeven.
Omwille van conditioneringstijd moet de elektrode enkele seconden in het monster gehouden worden. Dit
laat de elektrode toe te conditioneren, en een stabiele meetwaarde door te geven. U zal tijdens de kalibratie
stap voor stap begeleid worden door instructies op het scherm.
Procedure
Selecteer de juiste ISE-elektrode en de juiste ionlading in het SETUP-menu.
è
Wanneer de elektrode niet gekalibreerd is op minstens één punt zal het scherm "..." weergeven.
Giet 50 ml standaardoplossing in schone bekers. Gebruik indien mogelijk plastic bekers om het EMC-effect te
vermijden (Electromagnetic Charge = elektromagnetische ladingen).
Voor accurate kalibratie gebruikt u best twee bekertjes voor iedere standaard. Eén om de elektrode te
spoelen, en één om de elektrode te kalibreren.
Het instrument laat u kiezen tussen zes vooraf opgeslagen standaarden: 0,1, 1, 10, 100, 1.000, 10.000
ppm en kalibratie tot vijf punten. Voor fluor is ook 2 ppm aanwezig.
Verwijder de beschermdop van de ISE-elektrode.
Vijfpunts kalibratie
• Dompel de ISE-elektrode ongeveer 4 cm in de geselecteerde standaard en roer zachtjes.
19